Het
verhaal vertelt over het Rotterdamse bombardement dat in 2025 vijfentachtig
jaar geleden plaatsvond.
Joop
(13) woont in Rotterdam. Hij heeft van zijn moeder het horloge van zijn
overleden vader gekregen. Hoewel de Duitsers de stad een paar dagen eerder
binnenvielen, voelt het nog niet echt als oorlog. Alles verandert wanneer op 14
mei het luchtalarm afgaat.
Joop wordt op pad gestuurd om zijn broer Anton te waarschuwen, maar dan vallen de bommen. Op zijn horloge ziet Joop dat de stad in dertien minuten is veranderd in een vuurzee. Hij overleeft het bombardement, maar zijn huis is weg.
Als je iets kwijt bent, bijvoorbeeld een sleutel, dan ga je zoeken op de plek waar je die voor het laatst hebt gezien. Maar de plek waar ik mijn familie voor het laatst heb gezien, bestaat niet meer. (p. 23)
Joop
gaat op zoek naar zijn familie. Daarbij krijgt hij gezelschap van Marie. Samen
zoeken ze hun weg door de puinhopen en alle brandhaarden. Onderweg ontmoeten de
kinderen talloze ontheemden, gewonden, mensen die doelloos dwalen, soms in het
bezit van enkele bezittingen die gespaard bleven.
Marte
Jongbloed is docente taal- en jeugdliteratuur op een hogeschool. Haar
belangstelling voor geschiedenis neemt ze mee in haar werk als schrijfster,
zoals In Gevaarlijk water (Luitingh-Sijthoff, 2023) over de watersnoodramp van 1953 en Gevangen in
de stad (Luitingh-Sijthoff, 2024) dat zich afspeelt in de late middeleeuwen.
Jongbloed, M. (2025). 1300 bommen in 13 minuten. Amsterdam: Luitingh-Sijthoff. Isbn 978 90 210 5352 3 € 15,99, 128 blz.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten