maandag 10 juni 2019

Susin Nielsen - Adres onbekend

(Lemniscaat - 2019)

Felix Knutsson woont met zijn moeder Astrid en zijn gerbil Horatio - vernoemd naar de presentator van zijn lievelingsprogramma op televisie, de spelshow Who, What, Where, When - in een camperbusje. Het is een Westfalia uit 1987, die volgens Astrid als cadeau is achtergelaten door haar naar India vertrokken ex Abelard. Moeder en zoon kunnen niet anders: ze zijn – voor de zoveelste maal - uit hun huis gezet. Astrid is heel duidelijk: het verblijf in de VW-bus is tijdelijk, alleen voor de zomer, terwijl zij een baan zoekt.

De maanden verstrijken en de winter nadert. De wispelturige Astrid vindt eindelijk werk, maar staat weer snel op straat en Felix’ nieuwe middelbare school begint. Felix houdt zich aan het advies van zijn moeder: niemand mag weten dat hij dakloos is, anders zal jeugdzorg hem bij zijn moeder weghalen. Dát valt nog niet mee. Douchen in het buurthuis, zich wassen ’s morgens in de toiletten op school voor aanvang van de eerste les, nooit iemand mee kunnen nemen naar huis… Het valt allemaal niet mee.

Op school maakt Felix vrienden. Zo is daar de razende schoolreporter Winnie Wu die gaandeweg het verhaal zeer gesteld raakt op Felix. En Dylan, de broer van Alberta. De laatste leerden we als verhaalfiguur eerder kennen in Het ongemakkelijke dagboek van Henri K. Larsen (2018).

Dan krijgt Felix een plan dat al hun problemen op moet lossen: hij wil meedoen aan zijn favoriete televisieshow en winnen natuurlijk, want dan krijgt hij veel geld. Gelukkig beschikt Felix over een grote algemene kennis, weet hij heel veel feiten. Maar zal het hem lukken om mee te doen? En kan hij zijn geheim bewaren? Want de leugens stapelen zich op…

Het is niet voor het eerst dat ik op deze plaats schrijf over de jeugdromans van Susin Nielsen. Eerder besprak ik Wij zijn allemaal moleculen (LTM 2016-5), Optimisme is dodelijk (LTM, 2017-4), Woordnerd (LTM 2018-2) en Het ongemakkelijke dagboek van Henry K. Larsen (LTM 2018-7). 

Geheel in lijn met de hiervoor genoemde titels is Adres onbekend van een hoog niveau. Nielsen toont zich een meester in het beschrijven van menselijke relaties. Haar boeken gaan bijna altijd over kwetsbare, beschadigde jongeren die dankzij de hulp en de liefde van de mensen in hun omgeving erin slagen iets van hun leven te maken. Het zijn feelgood boeken, verhalen die onder je huid kruipen met steeds een happy end.

Ik ben een groot liefhebber van het werk van Nielsen en voor mij is Adres onbekend het beste wat ze tot nog toe schreef. Een aanrader voor lezers in de onderbouw, liefst met enige leeservaring.

Maren Stoffels - Fright night

(Leopold - 2018)

Maren Stoffels lijkt als schrijfster een andere weg te zijn ingeslagen. Na een reeks enigszins brave verhalen voor leerlingen in de brugklassen (en dan vooral meisjes) richt ze zich nu met het schrijven van thrillers op een oudere doelgroep. Vorig jaar verscheen van haar Escape room (Leopold, 2017), een spannende geschiedenis over een groepje jongeren dat moet zien te ontsnappen uit een escape room. Wat ze niet weten is dat degene die hen opsluit vast van plan is hen niet te laten gaan. Een van de vrienden is het doelwit.

Fright night, het nieuwste boek van Stoffels, lijkt qua onderwerp en opzet wel heel erg op Escape room. Wederom een vriendengroep die zich opgeeft voor een gezelschapsspel, een evenement met een duister randje. Deze keer een nachtelijk spel, geregisseerd door acteurs die volgens een vooropgezet plan de deelnemers de stuipen op het lijf jagen. Alleen door het uitspreken van een vooraf gedeeld codewoord kan het spel worden afgebroken. De uitdaging is dat dit moment zo lang mogelijk wordt uitgesteld.

Dylan, Quin en Sofia geven zich als vrienden op voor het griezelig uitje. Samen met  Martijn en Neele, twee onbekenden waarmee het snel klikt, vormen ze een team dat deelneemt aan de fright night. Van twee van de acteurs, Reza en Sandy, komt de lezer aan de weet dat zij een verborgen agenda hebben. Zij zijn niet enkel uit op het vermaken van de gasten. Hun levens blijken gaandeweg het verhaal op een verrassende manier te zijn verbonden met dat van de leden van de vriendengroep. Een van hen zal de fright night niet overleven.

Evenals in Escape room wisselt Stoffels per hoofdstuk van perspectief, vertelt ze het verhaal vanuit meerdere personages. Langzaam maar zeker geeft zij brokjes informatie vrij die de lezer meer inzicht geven in het verleden van Dylan. Hij blijkt het slachtoffer te zijn van een moeder die fingeert dat haar kind ziek is en voor hem herhaaldelijk medische hulp zocht: het Münchhausen-by-proxysyndroom. Het zorgde niet alleen voor de nodige spanningen in het gezin, maar dreef ook Dylan en zijn broer uit elkaar.

Het voortdurend veranderen van perspectief, samen ook met de cursief gedrukte terugblikken, dragen in belangrijke mate bij aan het oplopen van de spanning in een verhaal met een onverwachte plot. 

Een goed verhaal waaraan lezers van veertien jaar en ouders zeker veel plezier zullen beleven.

Mel Wallis de Vries - Wild

(De Fontein - 2018)

Tijdens een eindexamenreis naar Spanje besluiten vier meiden en twee jongens de sleur in een vakantiewoning te doorbreken door erop uit te trekken in een onherbergzaam natuurgebied. Ze verdwalen en mede door het extreem slechte weer raken ze volledig van de buitenwereld afgesloten. De tijd verstrijkt en het is voor de opgetrommelde hulpdiensten schier onmogelijk iets uit te richten. Maar het gevaar komt niet zozeer van buitenaf. Iemand in de groep blijkt niet te vertrouwen en de dood zit de vrienden dicht op de hielen.

Dit spannende verhaal leest lekker weg en is – complimenten voor de uitgever – aantrekkelijk vormgegeven. De marketing is verder dik in orde met een eigen trailer en op het omslag een foto van de winnares van de wedstrijd voor het nieuwe covermodel, zoals bij de uitgaven van Wallis de Vries te doen gebruikelijk.

Toch vind ik dit boek verhaaltechnisch minder geslaagd. De personen willen op de een of andere manier niet goed uit de verf komen. Kon je je in verhalen als Klem (2012) en Wreed (2013) nog prima identificeren met de hoofdrolspelers, in Wild blijven de verhaalfiguren te oppervlakkig. Dat geldt al helemaal voor de dader.  Het slot is bepaald niet een einde zoals we dan van Wallis de Vries gewend zijn. Het is nogal gekunsteld en dat effect wordt versterkt door het feit dat de schrijfster het blijkbaar nodig vond de dader in een lange monoloog met zichzelf een soort van verantwoording te moeten laten afleggen van haar daden en gedrag.

Het zal de fans van Wallis de Vries – en dat zijn er heel veel - niets uitmaken. Sterker nog, op het moment van schrijven is duidelijk dat Wallis de Vries de Prijs van de Jonge Jury, editie 2019, won met Wild.

De onder jongeren zeer geliefde schrijfster van misdaadverhalen is vanaf 2014 niet meer weggeweest van het erepodium: ze won de prijs zes keer eerder (2012 – Vals; 2014 – Klem; 2015 – Wreed; 2016 – Shock; 2017 – Schuld; 2018 – Pijn).

In mijn rubriek over jeugdliteratuur in het eerste nummer van Levende Talen Magazine, jaargang 2019, besteedde ik eerder aandacht aan Wild, een verhaal dat is geschreven volgens een formule waarop Wallis de Vries patent lijkt te hebben. Een meervoudig perspectief, flashbacks, en een vooralsnog onbekende dader die zich in kleine, losse fragmenten rechtstreeks richt tot de lezer en zo beetje bij beetje meer prijsgeeft over zijn of haar identiteit. Dat is het beproefde en uiterst succesvolle recept waaraan de ‘Nicci french van de jeugdliteratuur’, zoals Wallis de Vries door NBD Biblion is omgedoopt, zich steevast houdt. Ik was zelf minder te spreken over Wild en gaf de voorkeur aan Fright Night, de eveneens genomineerde jeugdthriller van Maren Stoffels die in hetzelfde nummer niet geheel zonder toeval voorbijkwam, ook op Robs Jeugdboekenblog besproken.

Hoe dan ook, het zijn uiteindelijk de leerlingen in de onderbouw in de leeftijd van 12 tot 16 jaar die het middels het uitbrengen van hun stem voor het zeggen hebben en hier blijkt maar weer dat Mel Wallis de Vries in de loop der jaren is uitgegroeid tot een sterk merk. Ze is een toegankelijk en buitengewoon populair schrijfster, die in navolging van Carry Slee (Slee won de Prijs van de Jonge Jury rond de eeuwwisseling vijf keer) weet wat jongeren bezighoudt. Telkens weer slaagt zij erin hen te boeien en te verleiden tot het lezen van nieuw werk. En dat is toch een prestatie!