donderdag 20 oktober 2022

Carry Slee - Spijt! – het stripboek

Vele middelbare scholieren zijn opgegroeid met de verhalen van Carry Slee (Amsterdam, 1949). Zij is de meest bekende kinderboekenauteur van Nederland. Tien keer won ze de prijs van de Nederlandse Kinderjury en vijf maal de Jonge Jury. Van haar boeken zijn meer dan vijf miljoen exemplaren verkocht en een aantal van haar verhalen werd succesvol verfilmd. Spijt! werd in 1998 bekroond door de Jonge Jury en beleefde sindsdien vele herdrukken, een verfilming in 2013 en een musical in 2015.

Nu is deze klassieker – inmiddels een kwart eeuw oud - bewerkt tot strip. De stripversie verscheen ter ere van de Week Tegen Pesten 2022.

Jochem is het mikpunt van gepest op school. David doet er niet aan mee, maar hij durft er ook niets van te zeggen. Op een ochtend krijgen de leerlingen te horen dat Jochem na een schoolfeest niet is thuisgekomen. David voelt zich schuldig. Waarom heeft hij zijn mond nooit opengedaan? Samen met een vriendin gaat hij Jochem zoeken om te zeggen dat het hem spijt. Als ze Jochems tas in het meer vinden, is het misschien al te laat…

Voor het scenario van deze stripeditie tekende Ahman Resh. Hij begon zijn schrijfcarrière in 2013, toen zijn eerste Disney-scenario bij weekblad Donald Duck werd aangekocht. Vervolgens ging hij als freelance redactiemedewerker bij het vrolijke weekblad aan de slag en sindsdien ging zijn loopbaan in sneltreinvaart. Zo vertaalde hij onder andere stripboeken, schreef artikelen en columns voor bladen en kranten. Momenteel werkt hij aan meerdere (strip)boeken.

De tekeningen zijn van Ralf van der Hoeven die als kind al striptekenaar wilde worden. De route naar zijn droom bewandelde hij via een opleiding aan het Grafisch Lyceum en een opleiding Illustratie aan de Hogeschool van de Kunsten. In 2020 debuteerde hij met zijn eerste stripboek. Vervolgens maakte hij strips en illustraties voor onder andere Lakoro BVBA, Reboot Comics en Dark Dragon Books.

De strip volgt het oorspronkelijke verhaal niet precies, maar maakt evengoed veel indruk, zet de lezer aan het denken. Voor jongeren die weinig op hebben met  lezen is deze graphic novel een uitkomst. Het goede nieuws is dat er meerdere stripversies volgen van het werk van Carry Slee.


Slee, C. (2022) Spijt! – Het stripboek. Scenario Ahmad Resh, tekeningen Ralf van der Hoeven. Amsterdam: Carry Slee. Carry Slee is een imprint van Overamstel Uitgevers bv. Isbn 978 90 488 6308 2 € 9,99 48 blz.

Yorick Goldewijk - Films die nergens draaien

Succes voor Yorick Goldewijk (1979) uit Alkmaar. Begin september werd bekend dat zijn boek Films die nergens draaien is bekroond met de Gouden Griffel, de prijs voor het beste kinderboek.

De jury noemt Films die nergens draaien een buitengewoon pakkend verhaal. ‘Elke bladzijde grijpt je vast en laat je niet los voordat je aan de volgende begonnen bent.’ Goldewijk schrijft volgens de jury beeldend en roept verwondering, plezier en ontroering op.

 Dwars door de tijd

Hoofdpersoon is de twaalfjarige Cato. Op de dag dat zij ter wereld kwam, is haar moeder overleden. Haar vader is sindsdien alleen maar stil en afwezig. Hij bemoeit zich weinig met zijn dochter. Als Cato een geheimzinnig kaartje vindt van een verlaten bioscoop, besluit ze te gaan kijken. Daar ontmoet ze mevrouw Kano, de eigenzinnige eigenaresse van het theater. Ze ontdekt dat er iets vreemds is met de bioscoop. Het zijn geen gewone films die er draaien. De bioscoop lijkt in verbinding te staan met het verleden.

Op zoek naar avontuur en de waarheid over haar moeder wordt Cato meegesleurd op een gevaarlijke reis dwars door de tijd en herinneringen, recht naar een plek diep in haar hart. Een plek die ze voor altijd voor zichzelf verborgen had weten te houden. Tot ze voor een keuze staat die het leven van haar en haar vader voorgoed zal veranderen.

Goldewijk vertelt niet alleen een meeslepend verhaal, maar laat de lezer ook nadenken over filosofische kwesties als het begrip tijd. Want wat is tijd nu feitelijk?

De illustraties alsmede de magische cover werden getekend door Goldewijks partner Yvonne Lacet. Films die nergens draaien is een wonderschoon verhaal, een boek waarvan jong en oud zal genieten en dat je niet terzijde legt eer ‘alle puzzelstukjes op hun plaats zijn gevallen en de lezer met natte ogen het boek dichtslaat’, aldus het juryrapport.


Goldewijn, Y. (2022) Films die nergens draaien. Amsterdam: Uitgeverij Ploegsma. Isbn 978 90 216 8182 5 € 16,99, 246 blz.

Marjolijn Hof - De regels van drie

Marjolijn Hof (Amsterdam, 1956) is een ervaren schrijfster. Zij won in het verleden onder meer een Gouden Griffel en een Gouden Uil voor Een kleine kans (2006). Het boek werd in liefst vijftien talen vertaald en kreeg in 2011 een verfilming, getiteld Patatje Oorlog. In 2013 verscheen van Hof De regels van drie. Ook deze jeugdroman met als belangrijke thema’s ouder worden en de dood werd lovend ontvangen en won een jaar later de Woutertje Pieterseprijs. Nu, bijna tien jaar later, staat deze tijdloze geschiedenis opnieuw in de belangstelling nadat bekend werd dat het verhaal is uitverkoren als boek voor Nederland Leest Junior 2022 dat als thema 'Oud worden, jong blijven' heeft.

Over het verhaal

Opi Kas, de overgrootvader van de tweeling Linde en Twan woont al jaren in IJsland. Hij leefde daar ooit een leven als visserman. Hij bewoont een oud krakkemikkig huisje en is helemaal op zichzelf aangewezen. Zijn gezondheid laat hem echter in toenemende mate in de steek. Mag het ook als je dik over de negentig bent? Svanna, een buurvrouw, helpt hem daarom zo goed en zo kwaad als het gaat. Maar ze heeft besloten dat het zo niet langer kan en ze heeft zijn Nederlandse familie ingelicht. En dus zijn opa’s dochter, zijn kleindochter en de twee achterkleinkinderen naar IJsland gereisd met het doel hem mee te nemen naar Nederland.

Dat ziet opi Kas helemaal niet zitten. Hij laat zijn achterkleinzoon weten dat hij niet van plan is te eindigen in een verzorgingstehuis of ziekenhuis. Hij wil baas zijn over zijn eigen leven. Bovendien: zo lang heeft hij niet meer! Opi heeft een plan. En Twan moet hem daarbij helpen. Hij wil op een onbewaakt moment de naburige bergen in trekken om daar te sterven.

Langzaam wint hij het vertrouwen van zijn achterkleinzoon. Het zijn de mannen die samenzweren tegen de takketrutten. Het geheim drukt zwaar op het geweten van Twan en hij besluit een van de takketrutten, zijn tweelingzus, in vertrouwen te nemen. Die geeft zich schoorvoetend gewonnen. Vanaf dat moment spannen de kinderen met hun overgrootvader samen en worden in het geheim voorbereidingen getroffen voor de vlucht.

Zie hier in grote lijnen het verhaal zoals Marjolijn Hof het vertelt in De regels van drie. De titel van het boek verwijst naar een belangrijke regel in Het Grote Survival Handboek dat Twan als een soort van bijbel voortdurend bij zich draagt. Een mens neemt meestal binnen drie seconden een besluit. Daar hangt je leven van af. Tegen beter weten in leest Twan zijn overgrootvader geregeld voor uit het Handboek. Stel je toch eens voor: de tips kunnen hem straks in de zombiebergen, zoals Twan het loerende en onheilspellende gebergte aan de rand van het dorp noemt, mogelijk van pas komen.

Marjolijn Hof bewijst wederom dat ze geweldig kan schrijven. De wijze waarop ze de verschillende verhaalfiguren neerzet is meesterlijk gedaan. Ontroerend is de vriendschap die zich al rap ontwikkelt tussen de kreukelige oude man en de jonge jongen. Mooi ook hoe Hof de onderlinge relaties verder uitdiept. Aanvankelijk mist Twan zijn zus die voor het eerst ongesteld is geworden en daarom een kamer moet delen met haar moeder en oma.

‘Ik miste Linde. Zij en ik begrepen elkaar meestal. Ik zei iets en Linde zei iets en het leek op gooien en vangen, zo snel dat niemand ons kon volgen.’

Prachtig ook zijn de sfeerbeschrijvingen van het IJslandse landschap en het barre klimaat. Vlak voordat opi uit het leven van zijn familie verdwijnt, laat hij de tweeling nog weten:

‘Aan het eind van de regenboog staat een pot met goud. Daar wil iedereen naartoe. Ik doe het op mijn manier. Ik ga niet naar het eind van de regenboog, maar naar het eind van het noorderlicht!’ Waarop Linde fijntjes antwoordt: ‘U denkt zeker dat we alles geloven, (…) We zijn geen kleine kinderen meer. ‘

En daarmee maakt Hof duidelijk dat haar verhaal niet alleen gaat over vriendschap, familie en de dood maar ook over volwassen worden. Afscheid nemen, sterven, het hoort bij het leven. Opi Kas verkiest het te doen op zijn manier. Of zijn keuze het beste is?

‘Hij wil niet gevonden worden,’ laat Twan zijn zus aan het eind van de geschiedenis weten.

‘En ze weten niet op welke berg ze moeten zoeken,' zei Linde.

‘Het barst hier van de bergen.'

Ik zei iets en Linde zei iets en het leek op gooien en vangen.

‘Weet jij wat het beste is?’ vroeg ik.

‘Weet jij het?’ vroeg Linde.

‘Ik denk dat het beste niet bestaat,' zei ik.

Marjolijn Hof op haar best. Met De regels van drie toont zij zich een groot schrijfster met een scherp inzicht.

Een boek met ontegenzeggelijk literaire kwaliteiten.

Zeer de moeite waard voor lezers vanaf tien jaar. Liefst met enige leeservaring.


Hof, M. (2013) De regels van drie. Amsterdam/Antwerpen: Querido. Isbn 978 90 451 1467 7 € 13,50, 120 blz.

Jean-Claude Mourlevat - Jefferson

‘In het land waar dit verhaal zich afspeelt, wonen dieren die rechtop lopen, praten, naar de bibliotheek gaan, verliefd worden, elkaar berichtjes sturen en naar de kapper gaan. Het buurland wordt bewoond door mensen, de intelligentste van alle dieren.’ (p. 5)

Aldus de inleiding op een alleraardigst verhaal van de Fransman Jean-Claude Mourlevat.

Een korte samenvatting

De jonge, sympathieke egel Jefferson ten Bosch van Berckebeek geniet van een zorgeloos leven. Een bezoek aan de kapper – een das - voor de periodieke knipbeurt van zijn kuif zet zijn leven volledig op zijn kop. Aangekomen in kapsalon De Scherpe Schaar vindt hij de kapper languit op de grond. Dood, met een schaar in zijn borst. De enige getuige mevrouw Kristiansen, een hysterische geit, beschuldigt Jefferson van de moord.

In paniek gaat Jefferson er vandoor. Gelukkig kan hij rekenen op de onvoorwaardelijke steun van zijn beste vriend, het varken Gijsbert. Die overtuigt hem om niet bij de pakken neer te gaan zitten. Terwijl de kranten groots uitpakken over de moord op meneer Edgar de das en de politie koortsachtig op zoek is naar de moordenaar duikt Jefferson onder in een hut in een afgelegen hoek van het bos. Via Karolien, leerling-kapster en nichtje van Edgar, trekken de twee vrienden een spoor na dat leidt naar Stedeburg, een stad in het land van de mensen waar Edgar om vooralsnog onduidelijke redenen wekelijks enkele dagen verbleef. In de hoop de echte dader te kunnen ontmaskeren sluiten de twee vrienden zich aan bij een groepsreis naar de mensenstad. Daar aangekomen doen ze na enig speurwerk een gruwelijke ontdekking.

 Dit verhaal heeft werkelijk alles. Het is een boek om helemaal in op te gaan, spannend, origineel, vlot geschreven en doordrenkt met veel humor. De plot is sterk, wensvervullend, maar geeft je als lezer wel stof tot nadenken.

Mourlevat won met Jefferson de Astrid-Lindgren Memorial Prize, een belangrijke prijs voor jeugdliteratuur, ook wel de Nobelprijs voor Kinderliteratuur genoemd. In ons taalgebied werd deze prestigieuze prijs eerder gewonnen door Guus Kuijer en Bart Moeyaert in respectievelijk 20212 en 2019.

Uit het juryrapport: ‘Jean-Claude Mourlevat vernieuwt het traditionele sprookje op briljante wijze, met aandacht voor zowel gruwel als schoonheid… Hij behandelt grote thema’s als liefde, gemis, kwetsbaarheid en vriendschap in een zorgvuldige, maar tegelijk dromerige taal.’

Een absolute aanrader voor jonge leerlingen in de onderbouw, maar zeker ook onweerstaanbaar voor de wat oudere lezers.

 

Mourlevat, J. (2022) Jefferson. Oorspronkelijke titel: Jefferson. Vertaald door Lies Lavrijsen en Els Dumez-Blocken. Amsterdam: Uitgeverij Lannoo nv. Isbn  978 94 014 8496 1 € 16,99, 237 blz.

Jacques Vriens - Strijd om de kathedraal

De vader van Thies is een belangrijk man. Als bouwmeester heeft hij de leiding over de bouw van een kathedraal. De grootvader van Thies had ook al in die functie gewerkt aan dit grootse project dat Trichterbosch straks meer aanzien moet geven. Als Thies eenmaal volwassen is, ligt het voor de hand dat hij het werk van zijn vader voortzet. Maar Thies heeft daar helemaal geen zin in. Hij heeft andere plannen. Hij droomt van een toekomst als toneelspeler, iets wat hij zijn ouders nog niet heeft durven vertellen. Voorlopig volgt hij onderwijs bij de monniken in de plaatselijke abdij, de voornaamste geldschieters. Met tegenzin ondergaat Thies de vernederingen door de strenge broeder Daniël, om daarna weer troost te vinden bij de veel zachtaardiger broeder Wees die de scepter zwaait in de tuinen bij het klooster.

Op een dag ontmoet Thies Mette, een blind meisje. Ze is de dochter van Otto, een weduwnaar, die als sjouwer is aangesteld op de bouwplaats bij de kathedraal. Mette wil alles weten over het bijzondere gebouw en ze vraagt Thies het haar te beschrijven. Aanvankelijk ergert Thies zich aan de opdringerige Mette, maar na verloop van tijd gaat hij haar steeds meer waarderen en hij laat zich zelfs overhalen haar mee te nemen voor een riskante rondleiding op de hoge steigers rond de kathedraal.

Niet iedereen in Trichterbosch is blij met de komst van de kathedraal. De voormalige bewoners van het terrein waarop de kerk verrijst, hebben zich verenigd en aangevoerd door bedelmonnik Mattias wordt er geregeld gedemonstreerd. De protesten verharden zich en het ouderlijk huis van Thies moet op een zeker moment zelfs door de schout en zijn rakkers worden ontzet. Maar ook op de bouwplaats is het onrustig en er vinden sabotageacties plaats met uiteindelijk brand en zelfs een dodelijk ongeluk tot gevolg. De vader van Mette komt om het leven. Mette wordt overgebracht naar haar tante Rennewief die als hoerenmadame een herberg bestiert, even buiten de poorten van de stad. Zij deinst er zelfs niet voor terug haar jonge nichtje in te zetten als prostituee. Rennewief heeft daarbij echter niet gerekend op Thies, die zijn vriendin niet is vergeten. Dat betekent wel dat Thies zich de toorn van zijn vader op zijn hals moet halen.

Jacques Vriens, voormalig kinderboekenambassadeur (2013 – 2015), is een groot verteller die kan terugblikken op een tot nog toe succesvolle loopbaan als schrijver. Hij schreef talloze verhalen, vooral voor kinderen die op de basisschool zitten. Dat is niet vreemd wanneer je bedenkt dat Vriens jarenlang zelf werkzaam was als onderwijzer. Heel bekend zijn diens verhalen Achtstegroepers huilen niet (1999) en Oorlogsgeheimen (2007), beide verfilmd en ook bekend van de bewerkingen voor het theater. Strijd om de kathedraal verscheen eerder in 2012 bij dezelfde uitgever Van Holkema & Warendorf. Ook dit verhaal is weer bewerkt tot een theaterproductie. Op het moment van schrijven zijn de voorbereidingen in volle gang voor een groot theaterspektakel in Den Bosch in de open lucht waarbij het publiek zich letterlijk kan onderdompelen in de middeleeuwen.

De geschiedenis speelt zich af in de zomer van het jaar 1422. Alleen voor het laatste hoofdstuk maken we een tijdsprong en vernemen we hoe het de inmiddels volwassen geworden hoofdpersonen, Mette en Thies, dertig jaar later vergaat.

 Het taalgebruik van Vriens is vlot, beeldend en voor grote groepen leerlingen toegankelijk. Hier ligt meteen ook de grootste verdienste van het boek. Het verleden komt op een aansprekende manier tot leven en tussen de regels door komt de lezer in deze spannende jeugdroman veel aan de weet over het dagelijks leven van onze voorouders in de vijftiende eeuw. Daarnaast krijgen we een aardig beeld van de bouw van een kathedraal. Voorin het boek vinden we daartoe een schets van een dwarsdoorsnede van een kathedraal, door de hoofdpersoon qua vorm ook wel vergeleken met het lijf van een reus.

Een mooi, ontroerend verhaal over vriendschap en volwassen worden dat veel brugklassers zal bekoren.


Vriens, J. (2012, 2022) Strijd om de kathedraal. Amsterdam: Van Holkema & Warendorf,  imprint van Uitgeverij Unieboek | Het Spectrum. Isbn  978 90 003 8117 3  € 12,99, 192 blz.