woensdag 23 december 2020

David Cirici - Een hondenleven

Ik schrijf deze bespreking in de decembermaand. De feestdagen staan voor de deur. Het is een onwerkelijke tijd waarin het leven volledig wordt beheerst door Corona. Kerst, een familiefeest bij uitstek, wordt in deze uiterst onzekere en verwarrende periode intenser dan ooit beleefd binnen de veiligheid van het eigen gezin. Daarbij past een fijn boek, een verhaal waarbij je voor even je gedachten kunt verzetten.

Er zijn van die verhalen die onder je huid kruipen en er vervolgens niet meer weg willen. Verhalen die je een goed gevoel geven. Tijdloos, maar ook zonder leeftijdsaanduiding. Verhalen die jong en oud bekoren.

Een hondenleven hoort in dat rijtje thuis. Geschreven door de Catalaanse schrijver David Cirici (1954). Deze wonderschone geschiedenis uit 2011 is wat mij betreft nu al een klassieker en een absolute must voor de liefhebbers van tranentrekkers als Alleen op de wereld, Oorlogspaard en A Christmas Carol.

Een korte samenvatting

De hond Mos leeft heel gelukkig bij zijn baasjes, een gezin met twee kinderen: Janinka en Mirek. Dan breekt de oorlog uit en een allesvernietigend bombardement veegt het huis waar hij woont volledig van de kaart. Als Mos zich uit de brokstukken en het puin weet te bevrijden blijkt dat zijn baasjes spoorloos zijn verdwenen. Hij gaat naar hen op zoek, maar zonder succes en hij zoekt uiteindelijk zijn toevlucht tot een oude treinwagon waar ook andere honden onderdak hebben gevonden. De dieren zijn heel verschillend, maar het wordt al snel duidelijk dat de enige manier om te overleven is dat ze samenwerken. Gezamenlijk trekken ze er daarom op uit op zoek naar voedsel. Het is oorlog en ook de mensen lijden honger, dus het valt nog niet mee eten te vinden. Ze belanden in levensgevaarlijke situaties die het leven kosten van enkele honden.

Mos weet overeind te blijven en nooit verliest hij de hoop zijn baasjes terug te vinden. Door een toevallige samenloop van omstandigheden keert hij met zijn nieuwe baas Pavel terug in de stad waar hij ooit heeft gewoond. De oorlog is voorbij en een ieder pakt zo goed als dat gaat het leven weer op. Dan op een dag snuift hij een bekende geur op…

Het bijzondere van het boek is dat het hele verhaal is geschreven vanuit het perspectief van de hond Mos. Er is weinig fantasie voor nodig om te beseffen dat – mede gelet op de namen van de verhaalfiguren - de gebeurtenissen plaatsvinden in een Slavisch land. Wanneer Mos wordt gebruikt als waakhond in een kamp met houten barakken waar mensen een pyjama dragen, weet de lezer dat het gaat om een concentratiekamp van de nazi’s en beseffen we ook dat het verhaal zich afspeelt tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Cirici schreef boeken voor jongeren en volwassenen waarvan er meerdere werden bekroond. Een hondenleven werd al in elf talen vertaald. Deze hartverscheurende, tragische geschiedenis zal niemand onberoerd laten en boeit van de eerste tot en met de laatste pagina. Het is overigens niet alleen kommer en kwel: het verhaal heeft een wensvervullend einde.

Mooi!


Cirici, D. (2017) Een hondenleven. Oorspronkelijke titel: Molsa. Vertaling: Gerard de Viet. Uitgeverij Ploegsma. Isbn 978 90 216 7795 8 € 17,99, 112 blz.


Ruta Sepetys - Stilte heeft een eigen stem

Pact van stilte

Madrid, 1957. Spanje zucht onder een fascistische dictatuur. De achttienjarige Amerikaanse Daniel Matheson, kind van rijke ouders, is in Madrid is om zijn moeders geboorteland te ontdekken. Hij heeft geen weet van alle misstanden, de angst en de terreur. Tot hij door fotografie – en het lot – Ana ontmoet, wier familie zwaar is getroffen door de Spaanse burgeroorlog. Ana werkt als kamermeisje in het hotel dat aan zijn familie is toegewezen. Via Ana ontdekt Daniel dat achter de belofte van zon en wijn een compleet ander Spanje schuilgaat. Een Spanje dat al jarenlang wordt gegeseld door angst en armoede en met harde hand wordt geregeerd door generaal Franco. Terwijl Daniel en Ana zich in een onmogelijke liefde storten, legt Daniel met zijn fototoestel een van de pijnlijkste drama’s uit de geschiedenis van Spanje bloot. Ieder raken ze op hun eigen manier betrokken bij een geheim dat nooit aan het licht had mogen komen.

In het tweede deel van het boek maakt Sepetys een tijdsprong van bijna twintig jaar. Franco is overleden. Spanje is net als haar inwoners veranderd, gereed voor een overgang naar democratie. Klaar voor een verbreking van het zogeheten pact van stilte… .

Cross-over

Ruta Sepetys (1967), geboren in het Amerikaanse Michigan, is de dochter van een Litouwse vluchteling. Ze noemt zichzelf een ‘cross-over’-auteur, omdat haar boeken overal ter wereld worden gelezen door zowel tieners als volwassenen. Sepetys heeft zich gespecialiseerd in het schrijven van historische romans over gebeurtenissen die bij het grote publiek minder bekend zijn. Zelf heeft ze het over haar fascinatie voor de verborgen geschiedenis. Zo verhaalt ze in haar debuut Schaduwliefde over de deportatie van grote groepen inwoners van de Baltische staten gedurende de dictatuur van Stalin. En in Zout van de zee gaat het over een verschrikkelijke scheepsramp ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Tijdens operatie Hannibal werd het reusachtige schip de Wilhelm Gustloff door Russische torpedo’s tot zinken gebracht. Liefst negenduizend onschuldige burgers vonden de verdrinkingsdood.

Een belangrijk thema in Stilte heeft een eigen stem zijn de adopties en diefstallen van grote aantallen jonge kinderen in Spanje tijdens het bewind van Franco. De gestolen kinderen maakten deel uit van een grootschalige handelsoperatie waaraan werd meegewerkt door artsen en de kerk.

Het is bekend dat Sepetys zich van tevoren terdege voorbereidt. In een nawoord in Stilte heeft een eigen stem legt ze uit dat haar research voor deze roman liefst acht jaar in beslag nam. Het overzicht aan bronnen in het slot is indrukwekkend. Dat alles geeft nog geen uitzicht op een consistent en ook werkelijk boeiend verhaal. Rita Sepetys echter toont zich een meester in het schrijven van fictie gebaseerd op historische feiten. Ook in haar nieuwste roman slaagt ze er op magistrale wijze in het door haar verzamelde bewijsmateriaal te overgieten met een onweerstaanbare saus van spanning, fantasie en drama.

Een stem

Stilte heeft een eigen stem is veel meer dan alleen een liefdesverhaal. Het is vooral ook een ode aan de vrijheid. De auteur geeft met deze schitterende roman lezers die vanwege hun afkomst, geloof of opvattingen niet kunnen spreken een stem. Er is altijd hoop, waar ook ter wereld. Een stip aan de horizon. Zoals ook de inwoners van Spanje na jaren van zwijgen uiteindelijk toch weer hun stemgeluid hervonden.

Boeiend verteld en geschreven in een krachtige stijl is dit een pageturner die je vastpakt vanaf het begin en daarna niet meer loslaat. Het verhaal veronderstelt wel een zekere literaire basis en is daarom minder geschikt voor de leerling met weinig leeservaring. Maar voor wie kan genieten van taal is dit een boek van grote schoonheid en rijkdom. Een geschiedenis die uitblinkt door de constructie, stijl en prachtige personages. Een formidabele roman, die de lezer raakt, recht in het hart. Wat mij betreft verplichte leeskost voor lezers in de bovenbouw van vijftien jaar en ouder.


Sepetys, R. (2020) Stilte heeft een eigen stem. Oorspronkelijke titel: The Fountains of Silence. Uit het Engels vertaald door Aleid van Eekelen-Benders. Amsterdam: Uitgeverij Luitingh-Sijthoff bv. Isbn  978 90 245 8875 6  € 24,99, 560 blz.

Annet Huizing - Het Pungelhuis

De Kinderboekenweek in oktober met als thema ‘En toen?’ stond in het teken van geschiedenis. Boeken brengen de historie tot leven, maken wat voorbij is tastbaar. Daarbij komt: menig schrijver voelt zich aangetrokken tot het verleden. Dat blijkt, want in mijn blog komen geregeld historische romans voorbij, vaak verdraaid goed geschreven. Uitgeverij Lemniscaat loopt al decennia lang voorop. Met schrijvers als Thea Beckman, Simone van der Vlugt en Joyce Pool, specialisten in het historische jeugdverhaal, bouwde de Rotterdamse uitgever een goede naam op en verwierf zij een stevige reputatie die zich allang niet meer beperkt tot alleen het geschiedenisverhaal.

Hierna aandacht voor een prachtig verhaal over het smokkelen van boter in de vorige eeuw, wederom een Lemniscaatuitgave.

Pungelen

Pungelen betekent smokkelen en dat is ook het onderwerp van het nieuwste boek van schrijfster Annet Huizing. Het verhaal is een hedendaagse geschiedenis met als historische achtergrond de botersmokkel aan het begin van de tweede helft van de vorige eeuw.

Het draait allemaal om Ole, de dertienjarige hoofdpersoon. De ouders van Ole zijn al behoorlijk op leeftijd en het lijkt daarom logisch dat hij nooit een oma of opa heeft gekend. Maar al in het eerste hoofdstuk blijkt de vader van Ole niet eerlijk te zijn geweest. Hij heeft voor zijn zoon al die tijd verzwegen dat diens grootvader nog wel degelijk in leven was. Was, want nu is hij overleden en hij laat een huis achter in Brabant, dichtbij de grens met België. Als niet veel later blijkt dat opa ook nog een flinke schuld achterliet, zit er voor het gezin dat zich plotsklaps geplaatst ziet voor grote financiële problemen niets anders op dan te verhuizen naar het Brabantse Orpel. Ole en zijn vader zeggen Utrecht vaarwel. Met z’n tweeën, want de wat zweverige moeder vertrekt naar Tibet voor een ontdekkingsreis van honderd dagen op zoek naar zichzelf. ‘M’n moeder is ook niet helemaal zoals een ander.’ (p. 28)

Het vette goud

Eenmaal aangekomen in het sterk verwaarloosde huis in Orpel komt Ole, mede dankzij de ontmoetingen met enkele dorpsgenoten meer aan de weet over zijn familiegeschiedenis. Geholpen door een klasgenoot, de Poolse Anastazja, gaat Ole op onderzoek uit en zo komt de opa die hij nooit heeft gekend langzaam weer tot leven. Rooie Piet bleek een fanatiek pungelaar. Niet voor niets stond het huis dat hij bewoonde in de volksmond bekend als ‘Het Pungelhuis’. In de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw smokkelde hij roomboter de grens met België over om zo te ontkomen aan de torenhoge invoerrechten die de Belgische overheid hief om de Belgische boeren beter te beschermen tegen de groeiende Hollandse boterberg. Er werd grof geld verdiend aan deze lucratieve, illegale handel en de strijd tussen de botersmokkelaars en de commiezen was er een van leven op dood.Langzaam maar zeker beseft Ole waarom zijn vader nooit over zijn opa wilde praten. En hij leert tegelijkertijd ook de soms wat moeizame relatie met zijn eigen vader beter te begrijpen.

Veel hooi op haar vork

Dat Annet Huizing (1960) prachtig kan schrijven bewees ze eerder met Hoe ik per ongeluk een boek schreef (Lemniscaat, 2014) en een informatief boek over de werking van de rechtspraak in ons land, getiteld De zweetvoetenman (Lemniscaat, 2017). Beide titels werden bekroond met een Zilveren Griffel. Ook Het Pungelhuis is weer een parel. Als je kijkt naar de compositie dan valt op dat de schrijfster wel erg veel heeft willen vertellen. Daar is niet alleen de verhaallijn over de moeilijke jeugd van Oles vader en diens broer, de gehandicapte Arie. Maar daar zijn ook nog de verhalen over de moeizame relatie tussen Ole en zijn vader, de smokkelgeschiedenis en de helingsreis van Oles moeder naar Tibet. En dan komen er nog enkele kleurrijke personages in het verhaal voorbij waaronder de Ierse Gary, Anastazja en de Vlaamse pottenbakster Pola. Het is allemaal wat veel in deze geschiedenis van nog geen 180 pagina’s. Het is daarom niet vreemd dat de hoofdpersoon oppervlakkig blijft. Huizen had meer aandacht kunnen geven aan de ontwikkeling die Ole doormaakt. Het is de enige kritiek op een verder voortreffelijk verhaal dat bijzonder aangenaam leest, mede dankzij de vlotte stijl, het verzorgde taalgebruik en de dikwijls levendige dialogen. Een aanrader voor lezers in de onderbouw.


Huizing, A. (2020) Het Pungelhuis. Rotterdam: Uitgeverij Lemniscaat bv. Isbn  978 90 477 1251 0  € 19,95, 192 blz.

zondag 20 december 2020

Mireille Geus - Mijn dagen met Niets

Ik lig op bed in mijn kamer, in mijn eentje. Natuurlijk in mijn eentje. Zoals de laatste tijd altijd.
‘Hallo Elshontely,’ zeg ik.
‘Hallo Elshontely,’ antwoord ik. Mijn vader en moeder vonden dit de mooiste Surinaamse naam die ze konden verzinnen. (p. 7)

De wereld van Elshontely, tien jaar oud, is klein. Er waart een epidemie rond en ze is vanwege haar astma veroordeeld tot de besloten ruimte van het huis waar ze woont. Het is een krappe flat, acht hoog, die ze deelt met haar moeder Ebony die druk is met het naaien van mondkapjes en die zelf in het berghok slaapt. Elshontely’s vader komt nauwelijks nog thuis. Hij werkt in de verpleging en hij maakt lange dagen nu het steeds drukker wordt in de ziekenhuizen. Uit voorzorg, bang om zijn kwetsbare dochter te besmetten, logeert hij voorlopig in een tuinhuis bij zijn ouders. Elshontely mist hem enorm.

De dagen rijgen zich aaneen zonder dat er veel gebeurt. De school is dicht en na afloop van de online les begint de rest van de dag waarin Elshontely in twee uurtjes haar huiswerk afheeft. En tja, hoe kom je de tijd dan door? Elshonteley begint het leven toch wel een beetje saai te vinden, ook al doet haar moeder enorm haar best haar met pannenkoeken bakken en spelletjes te vermaken. Beeldbellen met opa en oma valt ook niet mee, omdat haar grootouders niet goed snappen hoe het werkt.

Maar dan komt haar moeder met een verrassing. Ze schenkt Elshontely een stok met een touw eraan. Aan het eind bungelt een stukje brood. Elshonteley gaat naar buiten en gooit haar hengel uit over de balustrade. Ze krijgt beet en ze doet de vangst van haar leven. Ze vangt…  Niets.

Ik begrijp niet waarom mijn moeder een soort van blij is. ‘Ik bedoel: ik zie niets.’

‘Precies,’ zegt mijn moeder nu echt blij. ‘Ik begrijp dat je haar Niets wilt noemen, prima. Ze is niet zo groot, maar ze is ook nog maar een baby. (p. 24)

Niets heeft vleugels die lijken op parelmoer, net als haar ogen, zes poten, veren en een staart. In het begin slaapt ze heel veel, zoals alle baby’s.

Elshontely stort zich in de weken die volgen volledig op de verzorging van Niets die een enorme groeispurt doormaakt. Niets te eten geven, Niets achter een balletje aan laten rennen, Niets borstelen, Niets knuffelen… . Ze heeft het er maar druk mee. En ondertussen blijft Niets groeien.

Als aan het eind van het verhaal Elroy, Elshontely’s vader, plotsklaps voor de deur staat, verbaast hij zich over de enorme leegte in de flat. De meubels zijn weggehaald zodat Niets meer ruimte heeft. Het is duidelijk. Niets is te groot geworden en Elshontely begrijpt wat er moet gebeuren.

 ‘Ik weet wat we moeten doen,’ zeg ik en ik laat een belangrijke stilte vallen. ‘Niets moet de ruimte krijgen, ze is een grote meid. Ze moet bij ons weg. Toch?’ (p. 99)

Niets vertrekt zoals ze ook is gekomen. Buiten op de galerij slaat ze haar vleugels uit en ze vliegt vanaf de balustrade de wijde wereld in. Elshontely’s vader ontdekt op de grond een prachtige parelmoeren veer die herinnert aan haar bestaan.


Mireille Geus (Amsterdam, 1964) schrijft haar hele leven al, voor kinderen van alle leeftijden en volwassenen. Ze helpt als schrijfcoach ook nieuwe schrijvers hun stem te vinden. Met Big (Lemniscaat, 2005) sleepte ze in 2006 de Gouden Griffel in de wacht.

Mijn dagen met Niets is een verhaal dat zich afspeelt in Coronatijd. Op YouTube staat een kort filmpje waarin Mireille Geus uitlegt hoe ze op het idee kwam het boek te schrijven.

De geschiedenis is een ultieme ode aan de verbeeldingskracht. De schrijfster laat op een buitengewoon originele manier zien hoe de hoofdpersonen zich dankzij een rijke gedachtewereld en de nodige fantasie door een eenzame en miserabele periode in hun leven slaan. Teder, herkenbaar, grappig en gevat weet Geus de lezer te raken in een verhaal dat ontroert door zijn puurheid en eenvoud. Wat is Mireille Geus toch een begaafd verteller. Echt grote klasse!


Geus, M. (2020) Mijn dagen met niets. Rotterdam: Uitgeverij Lemniscaat bv. Isbn  978 90 477 1278 7  € 14,95, 110 blz.

Kevin Crossley-Holland - Noorse sagen

Wie de regenboogbrug naar Midgard oversteekt, betreedt een wereld van groene vlaktes en ijzige gletsjers. Daar stelt Odin het verstand van de rotsreus Tangler op de proef, en begroet Frigg een sterveling in haar oogverblindende kristallen grot. Maar wie is nu echt de machtigste god of godin van Asgard?

Na Noorse mythen (Lemniscaat, 2018) komen de goden van de Vikingen andermaal tot leven in een nieuw boek van Kevin Crossley-Holland. We lezen in deze wonderbaarlijke, bloedstollende Vikingmythen en IJslandse spookverhalen hoe Odin en de Noorse goden en godinnen magische kunsten uithalen, terwijl sluwe dwergen, bergtrollen en andere bovennatuurlijke wezens door het land struinen.

De inmiddels bejaarde schrijver (geboren 1941) is in zijn eigen land Groot-Brittannië een icoon. Hij is een vermaard vertaler, dichter en auteur van jeugdboeken. Zijn beroemdste werken zijn de verhalen in de bij Lemniscaat verschenen Arthur-trilogie.

De volksverhalen in Noorse sagen bezitten volgens de auteur ook een zekere relevantie, te weten de wetenschap dat we allemaal het kind zijn van onze ouders. ‘We erven nogal wat van ze, goede en minder goede dingen die we moeten accepteren als we opgroeien en volwassen worden’, aldus Crossley-Holland in het voorwoord. (p. 8)

Margaretha van Andel weet de taal van Kevin Crossley-Holland, waar de listen doorheen sijpelen, de goden in bulderen en het bloed vanaf druipt, weergaloos in het Nederlands te vangen. En de duistere illustraties vol spanning en schaduwen van Jeffrey Alan Love slepen je mee in de vreemde wereld van oude magie, reuzen, dwergen en monsters. Huiver en geniet!


Crossley-Holland, K. (2020) Noorse sagen. Voorbij de regenboogbrug. Illustraties van Jeffrey Alan Love. Oorspronkelijke titel: Norse tales. Stories from Across the Rainbow Bridge. Uit het Engels vertaald door Margaretha van Andel. Rotterdam: Uitgeverij Lemniscaat bv. Isbn  978 90 477 1229 9  € 20,94, 96 blz.

Daan Remmerts de Vries- Helden

Bij Uitgeverij Lannoo verscheen een prachtige, luxe vormgegeven bundel met daarin opgenomen de mooiste Griekse mythen in een hervertelling door Daan Remmerts de Vries. In Helden laat de schrijver de lezer dwalen door de wereld van het oude Griekenland, drieduizend jaar geleden. Avontuur bestond nog! Er waren cyclopen, centaurs, troepen krijgsvrouwen en geheimzinnige doolhoven. Op reis gaan was dan ook een onderneming. En het was de vraag of je er ook van zou terugkeren.

Toch trokken sommige jonge mannen eropuit. En niet onopgemerkt. De daden van mannen met namen als Perseus, Herakles en Jason, werden bezongen door dichters, denkers en schrijvers. Die oude verhalen beschrijven fabelachtige gebeurtenissen, van mensen die onvoorstelbare dingen meemaakten.

Maar het grootste wonder is misschien wel dat wij, na al die tijd, nog steeds kunnen lezen over hun belevenissen - op een hedendaagse en geestige manier herverteld.

 Daan Remmerts de Vries (1962) is een gevierd auteur en illustrator. Hij schrijft zowel voor kinderen als volwassenen en hij ontving voor zijn werk meerdere Gouden en Zilveren Griffels. De zwierige en sfeervolle prenten in Helden zijn van de hand van Sebastiaan van Doninck, een succesvol illustrator wiens werk meermaals werd bekroond met een Boekenpluim en een Vlag en Wimpel.


Remmerts de Vries, D. (2020) Helden. De mooiste Griekse mythen herverteld. Illustraties van Sebastiaan van Doninck. Tielt: Uitgeverij Lannoo nv. Isbn 978 94 014 5389 9 € 29,99, 135 blz.