zondag 4 december 2022

Opmars van de Young Adult - Lang leve BookTok!

De Young Adult beleeft momenteel, met dank aan de sociale media, een opmerkelijke revival. BookTok is het ultieme platform waar jongeren elkaar ontmoeten en waar zij dikwijls op bijzondere wijze uiting geven aan hun enthousiasme over een verhaal. Uitgevers, bibliotheken en boekenwinkels spelen hier gretig op in en dus valt er niet alleen veel te kiezen, maar wordt er ook meer gelezen. Hierna zoom ik in op het groeiende aanbod en deed ik boodschappen bij een drietal uitgevers, te weten Kluitman, Best of YA en Rainbow.

Kluitman

Kluitman gaat als uitgever van kinderboeken inmiddels heel wat jaren mee. De onderneming werd in 1864 door naamgever Pieter Kluitman opgericht in Alkmaar, aanvankelijk als boekhandel, later als drukker en uitgeverij. Daar is het bedrijf anno 2022 nog altijd te vinden. Vele generaties groeiden op met de boeken van Kluitman. Wie kent ze niet, verhalen als Dik Trom, Kameleon, Pietje Bell, Kruimeltje en Afke’s Tiental?

Recensenten waren in het verleden niet altijd positief over het aanbod van Kluitman. De verhalen zouden te oppervlakkig zijn, niet literair genoeg. Maar daarmee doen we deze uitgever geen recht.

Toegegeven, een serie als Kippenvel, geschreven door R.L. Stine en vertaald uit het Engels heeft qua verhaallijn, stijl, compositie en gelaagdheid weinig om het lijf. Maar de (griezel)verhalen helpen leerlingen met minder leeservaring wel om met de juiste begeleiding stap voor stap te komen tot hogere leesdoelen. In 1998 sleepte Kluitman met een deel uit de Kippenvelreeks, De Vloek van de farao, de Venz-Kinderboekenprijs voor het bestverkochte boek van het voorafgaande jaar in de wacht. Het is duidelijk dat dit soort uitgaven sterk appelleert aan de behoefte van jonge lezers zich onder te kunnen dompelen in fantasierijke en spannende verhalen. We kunnen daaraan simpelweg niet voorbijgaan als we het hebben over leesbevordering.

Daar komt bij, ik heb in het verleden meerdere uitgaven van Kluitman besproken die zonder enige twijfel een vaste plek verdienen op de literatuurlijst. De verhalen van de Amerikaanse schrijfster Sharon Creech bijvoorbeeld: Achter de maan (1999) en Domenica’s dromen (2000). Achter de maan werd in de VS, onderscheiden met de Newbery Medal (beste jeugdboek van het jaar), in Engeland met de Children's Book Award en in Oostenrijk met de Literaturhaus Award. Deze onvergetelijke geschiedenis verhaalt op ontroerende en indrukwekkende wijze over de dertienjarige Salamanca die niet wil accepteren dat haar moeder is gestorven en de daarmee samenhangende rouwverwerking. Het boek is als e-book nog altijd verkrijgbaar.


Kluitman-novelles

Van meer recente datum en zeker de moeite waard zijn de Kluitman-novelles, bewust in het leven geroepen om jongeren van veertien jaar en ouder te verleiden. Auteurs schrijven in het genre dat het best aansluit bij hun werk, zolang het maar interessant is voor de doelgroep. Het zijn verhalen, niet te dik (circa honderd pagina’s), aantrekkelijk vormgegeven, sympathiek geprijsd (€ 9,95) en gemaakt door ervaren schrijvers. Ik noem Jowi Schmitz, Marion Pauw, Stine Jensen, Juultje van den Nieuwenhof en Marlies Slegers. Op het moment van schrijven telt de serie negentien delen waarvan er meer dan 50.000 zijn verkocht en de reeks breidt de komende jaren verder uit. Gegijzeld, een spannende thriller van Chinouk Thijssen won de Prijs van de Jonge Jury 2022. Andere interessante titels zijn Verraderlijk patroon (Marlen Visser) over de ernstige gevolgen van het gebruik van lachgas, Wat we niet zeggen (Nadine Swagerman) met als belangrijke  thema’s eenzaamheid, verlies, identiteit en vriendschap en Moordgeheim (Natasza Tardio) waarin de hoofdpersoon onderzoek doet naar een schietpartij zoals die plaatshad op haar school, het fictieve Drieluik College. Ik schreef eerder over dit fascinerende en uiterst beklemmende verhaal in LTM 2019 – 5.


Best of YA | XS

Ook Unieboek/Het Spectrum bv speelt in op de groeiende belangstelling voor de Young Adult. Sinds 2021 geeft deze uitgever onder de imprint Best of YA in navolging van Kluitman een serie verhalen uit, aangeduid met XS: ‘kleine boeken met een groots verhaal’. Het idee ontstond in samenwerking met enkele auteurs die tijdens schoolbezoeken te horen kregen dat lezers op zoek waren naar dunnere boeken. Inmiddels is de XS-serie uitgegroeid tot een groot succes. Er zijn ruim 13.000 exemplaren van verkocht en de collectie groeit gestaag met auteurs als Daniëlle Bakhuis, Henk Hardeman, Saskia Mouissie, Mirjam Mous, Mijke Pelgrim, Buddy Tegenbosch en Esther Walraven. De boeken kenmerken zich door verhalen met diepgang en herkenbare thema’s voor jongeren. Enkele titels uit de reeks zijn De belofte van Saskia Mouissie, een aangrijpend relaas over Douwe, een vijftienjarige jongen, die in de zoektocht naar zijn overleden vader niet alleen meer over hem, maar vooral ook over zichzelf aan de weet komt. En De laatste uren van Josephine Donkers van Daniëlle Bakhuis is een spannende short-read, een tranentrekker waarin de laatste uren van de op tragische wijze overleden Josephine Donkers (17) worden gereconstrueerd. Voor alle delen geldt dat weer goed is nagedacht over het uiterlijk, de eerste kennismaking met het boek.


Rainbows

Uitgeverij Rainbow bv in Amsterdam, onderdeel van Overamstel Uitgevers, focust zich in haar marketingstrategie, nu jongeren dankzij BookTok de boekhandel (her)ontdekken, ook nadrukkelijker op het Young-Adult genre met een veelzijdig aanbod aan titels. De pockets, herkenbaar aan het regenbooglogo, zijn voordelig in aanschaf en beperken zich niet alleen tot vertaald werk. Zo verscheen onlangs een heruitgave van de bestseller Pizzamaffia van Khalid Boudou (1974), bekend van Het Schnitzelparadijs. Linda Boutellier, verantwoordelijk voor de verkoop en promotie bij Rainbow liet in een reactie weten dat er ook boeken zijn die in beginsel niet bedoeld zijn voor jongeren, maar die bij hen wel heel erg in de smaak vallen. Zoals Circe van Madeline Miller. ‘Dat is een wat volwassener boek over mythologie maar het is een grote hit op Booktok.’

Voorbeelden van vertaald werk in het YA-aanbod van Rainbow zijn onder meer de wereldwijde hit Waar het licht is van de Amerikaanse Jennifer Niven, een liefdesgeschiedenis die in 2016 werd bekroond met de Dioraphte Literatour Prijs en in 2020 verfilmd. Het boek werd oorspronkelijk uitgegeven door Uitgeverij Moon (2015). Een grote klapper op BookTok is verder de New York Times-bestseller Op het einde gaan ze allebei dood van Adam Silvera, in ons land in 2018 voor het eerst uitgegeven door Clavis. In dit bijzondere verhaal beleven de twee hoofdpersonen Mateo en Rufus een onvergetelijke laatste dag waarvan het slot van tevoren vaststaat. Nog zo’n kaskraker is De boekendief van de Australische Markus Zusak, een historisch verhaal waarin de Dood in de rol van alwetende verteller de lezer meevoert naar Nazi-Duitsland waar de negenjarige Joodse Liesel in een liefdesaffaire met boeken en woorden besluit te stelen uit boekverbrandingen. De boekendief, in ons taalgebied eerder uitgegeven in 2007 door The House of Books, geldt als een klassieker. Wereldwijd zijn er meer dan 16 miljoen exemplaren van verkocht. Rainbow toont met deze heruitgaven aan een goed gevoel te hebben voor de smaak van  jongeren van veertien jaar en ouder.


Meer informatie over de Kluitman-novelles: www.kluitman.nl.

Meer over het aanbod van Best of YA | XS: www.bestofyabooks.nl.

Over de YA-titels in het fonds van uitgeverij Rainbow (‘De boeken die alle jongeren nu willen lezen’): www.rainbow.nl


Bakhuis, D. (2021) De laatste uren van Josephine Donkers. Amsterdam: Uitgeverij Unieboek/Het Spectrum bv. Isbn 978 90 003 7754 1 € 9,99, 101 blz.

Miller, Madeline (2021) Circe. Oorspronkelijke titel: Circe. Amsterdam: Uitgeverij Rainbow bv. Isbn 978 90 417 1414 5 € 10,00, 384 blz.

Niven, J. (2022) Waar het licht is. Oorspronkelijke titel: All the Bright Places. Amsterdam: Uitgeverij Rainbow bv. Isbn 978 90 417 1438 1 € 9,00, 336 blz.

Silvera, A. (2022) Op het einde gaan ze allebei dood. Oorspronkelijke titel: They Both die at the End. Amsterdam: Uitgeverij Rainbow bv. Isbn 978 90 417 1470 1 € 10,00, 344 blz.

Thijssen, C. (2021) Gegijzeld. Alkmaar: Uitgeverij Kluitman. Isbn 978 90 206 0965 3 € 9,95, 104 blz.

Zusak, M. (2020) De boekendief. Oorspronkelijke titel: The Book Thief. Amsterdam: Uitgeverij Rainbow bv. Isbn 978 90 417 1446 6 € 10,00, 560 blz.


donderdag 20 oktober 2022

Carry Slee - Spijt! – het stripboek

Vele middelbare scholieren zijn opgegroeid met de verhalen van Carry Slee (Amsterdam, 1949). Zij is de meest bekende kinderboekenauteur van Nederland. Tien keer won ze de prijs van de Nederlandse Kinderjury en vijf maal de Jonge Jury. Van haar boeken zijn meer dan vijf miljoen exemplaren verkocht en een aantal van haar verhalen werd succesvol verfilmd. Spijt! werd in 1998 bekroond door de Jonge Jury en beleefde sindsdien vele herdrukken, een verfilming in 2013 en een musical in 2015.

Nu is deze klassieker – inmiddels een kwart eeuw oud - bewerkt tot strip. De stripversie verscheen ter ere van de Week Tegen Pesten 2022.

Jochem is het mikpunt van gepest op school. David doet er niet aan mee, maar hij durft er ook niets van te zeggen. Op een ochtend krijgen de leerlingen te horen dat Jochem na een schoolfeest niet is thuisgekomen. David voelt zich schuldig. Waarom heeft hij zijn mond nooit opengedaan? Samen met een vriendin gaat hij Jochem zoeken om te zeggen dat het hem spijt. Als ze Jochems tas in het meer vinden, is het misschien al te laat…

Voor het scenario van deze stripeditie tekende Ahman Resh. Hij begon zijn schrijfcarrière in 2013, toen zijn eerste Disney-scenario bij weekblad Donald Duck werd aangekocht. Vervolgens ging hij als freelance redactiemedewerker bij het vrolijke weekblad aan de slag en sindsdien ging zijn loopbaan in sneltreinvaart. Zo vertaalde hij onder andere stripboeken, schreef artikelen en columns voor bladen en kranten. Momenteel werkt hij aan meerdere (strip)boeken.

De tekeningen zijn van Ralf van der Hoeven die als kind al striptekenaar wilde worden. De route naar zijn droom bewandelde hij via een opleiding aan het Grafisch Lyceum en een opleiding Illustratie aan de Hogeschool van de Kunsten. In 2020 debuteerde hij met zijn eerste stripboek. Vervolgens maakte hij strips en illustraties voor onder andere Lakoro BVBA, Reboot Comics en Dark Dragon Books.

De strip volgt het oorspronkelijke verhaal niet precies, maar maakt evengoed veel indruk, zet de lezer aan het denken. Voor jongeren die weinig op hebben met  lezen is deze graphic novel een uitkomst. Het goede nieuws is dat er meerdere stripversies volgen van het werk van Carry Slee.


Slee, C. (2022) Spijt! – Het stripboek. Scenario Ahmad Resh, tekeningen Ralf van der Hoeven. Amsterdam: Carry Slee. Carry Slee is een imprint van Overamstel Uitgevers bv. Isbn 978 90 488 6308 2 € 9,99 48 blz.

Yorick Goldewijk - Films die nergens draaien

Succes voor Yorick Goldewijk (1979) uit Alkmaar. Begin september werd bekend dat zijn boek Films die nergens draaien is bekroond met de Gouden Griffel, de prijs voor het beste kinderboek.

De jury noemt Films die nergens draaien een buitengewoon pakkend verhaal. ‘Elke bladzijde grijpt je vast en laat je niet los voordat je aan de volgende begonnen bent.’ Goldewijk schrijft volgens de jury beeldend en roept verwondering, plezier en ontroering op.

 Dwars door de tijd

Hoofdpersoon is de twaalfjarige Cato. Op de dag dat zij ter wereld kwam, is haar moeder overleden. Haar vader is sindsdien alleen maar stil en afwezig. Hij bemoeit zich weinig met zijn dochter. Als Cato een geheimzinnig kaartje vindt van een verlaten bioscoop, besluit ze te gaan kijken. Daar ontmoet ze mevrouw Kano, de eigenzinnige eigenaresse van het theater. Ze ontdekt dat er iets vreemds is met de bioscoop. Het zijn geen gewone films die er draaien. De bioscoop lijkt in verbinding te staan met het verleden.

Op zoek naar avontuur en de waarheid over haar moeder wordt Cato meegesleurd op een gevaarlijke reis dwars door de tijd en herinneringen, recht naar een plek diep in haar hart. Een plek die ze voor altijd voor zichzelf verborgen had weten te houden. Tot ze voor een keuze staat die het leven van haar en haar vader voorgoed zal veranderen.

Goldewijk vertelt niet alleen een meeslepend verhaal, maar laat de lezer ook nadenken over filosofische kwesties als het begrip tijd. Want wat is tijd nu feitelijk?

De illustraties alsmede de magische cover werden getekend door Goldewijks partner Yvonne Lacet. Films die nergens draaien is een wonderschoon verhaal, een boek waarvan jong en oud zal genieten en dat je niet terzijde legt eer ‘alle puzzelstukjes op hun plaats zijn gevallen en de lezer met natte ogen het boek dichtslaat’, aldus het juryrapport.


Goldewijn, Y. (2022) Films die nergens draaien. Amsterdam: Uitgeverij Ploegsma. Isbn 978 90 216 8182 5 € 16,99, 246 blz.

Marjolijn Hof - De regels van drie

Marjolijn Hof (Amsterdam, 1956) is een ervaren schrijfster. Zij won in het verleden onder meer een Gouden Griffel en een Gouden Uil voor Een kleine kans (2006). Het boek werd in liefst vijftien talen vertaald en kreeg in 2011 een verfilming, getiteld Patatje Oorlog. In 2013 verscheen van Hof De regels van drie. Ook deze jeugdroman met als belangrijke thema’s ouder worden en de dood werd lovend ontvangen en won een jaar later de Woutertje Pieterseprijs. Nu, bijna tien jaar later, staat deze tijdloze geschiedenis opnieuw in de belangstelling nadat bekend werd dat het verhaal is uitverkoren als boek voor Nederland Leest Junior 2022 dat als thema 'Oud worden, jong blijven' heeft.

Over het verhaal

Opi Kas, de overgrootvader van de tweeling Linde en Twan woont al jaren in IJsland. Hij leefde daar ooit een leven als visserman. Hij bewoont een oud krakkemikkig huisje en is helemaal op zichzelf aangewezen. Zijn gezondheid laat hem echter in toenemende mate in de steek. Mag het ook als je dik over de negentig bent? Svanna, een buurvrouw, helpt hem daarom zo goed en zo kwaad als het gaat. Maar ze heeft besloten dat het zo niet langer kan en ze heeft zijn Nederlandse familie ingelicht. En dus zijn opa’s dochter, zijn kleindochter en de twee achterkleinkinderen naar IJsland gereisd met het doel hem mee te nemen naar Nederland.

Dat ziet opi Kas helemaal niet zitten. Hij laat zijn achterkleinzoon weten dat hij niet van plan is te eindigen in een verzorgingstehuis of ziekenhuis. Hij wil baas zijn over zijn eigen leven. Bovendien: zo lang heeft hij niet meer! Opi heeft een plan. En Twan moet hem daarbij helpen. Hij wil op een onbewaakt moment de naburige bergen in trekken om daar te sterven.

Langzaam wint hij het vertrouwen van zijn achterkleinzoon. Het zijn de mannen die samenzweren tegen de takketrutten. Het geheim drukt zwaar op het geweten van Twan en hij besluit een van de takketrutten, zijn tweelingzus, in vertrouwen te nemen. Die geeft zich schoorvoetend gewonnen. Vanaf dat moment spannen de kinderen met hun overgrootvader samen en worden in het geheim voorbereidingen getroffen voor de vlucht.

Zie hier in grote lijnen het verhaal zoals Marjolijn Hof het vertelt in De regels van drie. De titel van het boek verwijst naar een belangrijke regel in Het Grote Survival Handboek dat Twan als een soort van bijbel voortdurend bij zich draagt. Een mens neemt meestal binnen drie seconden een besluit. Daar hangt je leven van af. Tegen beter weten in leest Twan zijn overgrootvader geregeld voor uit het Handboek. Stel je toch eens voor: de tips kunnen hem straks in de zombiebergen, zoals Twan het loerende en onheilspellende gebergte aan de rand van het dorp noemt, mogelijk van pas komen.

Marjolijn Hof bewijst wederom dat ze geweldig kan schrijven. De wijze waarop ze de verschillende verhaalfiguren neerzet is meesterlijk gedaan. Ontroerend is de vriendschap die zich al rap ontwikkelt tussen de kreukelige oude man en de jonge jongen. Mooi ook hoe Hof de onderlinge relaties verder uitdiept. Aanvankelijk mist Twan zijn zus die voor het eerst ongesteld is geworden en daarom een kamer moet delen met haar moeder en oma.

‘Ik miste Linde. Zij en ik begrepen elkaar meestal. Ik zei iets en Linde zei iets en het leek op gooien en vangen, zo snel dat niemand ons kon volgen.’

Prachtig ook zijn de sfeerbeschrijvingen van het IJslandse landschap en het barre klimaat. Vlak voordat opi uit het leven van zijn familie verdwijnt, laat hij de tweeling nog weten:

‘Aan het eind van de regenboog staat een pot met goud. Daar wil iedereen naartoe. Ik doe het op mijn manier. Ik ga niet naar het eind van de regenboog, maar naar het eind van het noorderlicht!’ Waarop Linde fijntjes antwoordt: ‘U denkt zeker dat we alles geloven, (…) We zijn geen kleine kinderen meer. ‘

En daarmee maakt Hof duidelijk dat haar verhaal niet alleen gaat over vriendschap, familie en de dood maar ook over volwassen worden. Afscheid nemen, sterven, het hoort bij het leven. Opi Kas verkiest het te doen op zijn manier. Of zijn keuze het beste is?

‘Hij wil niet gevonden worden,’ laat Twan zijn zus aan het eind van de geschiedenis weten.

‘En ze weten niet op welke berg ze moeten zoeken,' zei Linde.

‘Het barst hier van de bergen.'

Ik zei iets en Linde zei iets en het leek op gooien en vangen.

‘Weet jij wat het beste is?’ vroeg ik.

‘Weet jij het?’ vroeg Linde.

‘Ik denk dat het beste niet bestaat,' zei ik.

Marjolijn Hof op haar best. Met De regels van drie toont zij zich een groot schrijfster met een scherp inzicht.

Een boek met ontegenzeggelijk literaire kwaliteiten.

Zeer de moeite waard voor lezers vanaf tien jaar. Liefst met enige leeservaring.


Hof, M. (2013) De regels van drie. Amsterdam/Antwerpen: Querido. Isbn 978 90 451 1467 7 € 13,50, 120 blz.

Jean-Claude Mourlevat - Jefferson

‘In het land waar dit verhaal zich afspeelt, wonen dieren die rechtop lopen, praten, naar de bibliotheek gaan, verliefd worden, elkaar berichtjes sturen en naar de kapper gaan. Het buurland wordt bewoond door mensen, de intelligentste van alle dieren.’ (p. 5)

Aldus de inleiding op een alleraardigst verhaal van de Fransman Jean-Claude Mourlevat.

Een korte samenvatting

De jonge, sympathieke egel Jefferson ten Bosch van Berckebeek geniet van een zorgeloos leven. Een bezoek aan de kapper – een das - voor de periodieke knipbeurt van zijn kuif zet zijn leven volledig op zijn kop. Aangekomen in kapsalon De Scherpe Schaar vindt hij de kapper languit op de grond. Dood, met een schaar in zijn borst. De enige getuige mevrouw Kristiansen, een hysterische geit, beschuldigt Jefferson van de moord.

In paniek gaat Jefferson er vandoor. Gelukkig kan hij rekenen op de onvoorwaardelijke steun van zijn beste vriend, het varken Gijsbert. Die overtuigt hem om niet bij de pakken neer te gaan zitten. Terwijl de kranten groots uitpakken over de moord op meneer Edgar de das en de politie koortsachtig op zoek is naar de moordenaar duikt Jefferson onder in een hut in een afgelegen hoek van het bos. Via Karolien, leerling-kapster en nichtje van Edgar, trekken de twee vrienden een spoor na dat leidt naar Stedeburg, een stad in het land van de mensen waar Edgar om vooralsnog onduidelijke redenen wekelijks enkele dagen verbleef. In de hoop de echte dader te kunnen ontmaskeren sluiten de twee vrienden zich aan bij een groepsreis naar de mensenstad. Daar aangekomen doen ze na enig speurwerk een gruwelijke ontdekking.

 Dit verhaal heeft werkelijk alles. Het is een boek om helemaal in op te gaan, spannend, origineel, vlot geschreven en doordrenkt met veel humor. De plot is sterk, wensvervullend, maar geeft je als lezer wel stof tot nadenken.

Mourlevat won met Jefferson de Astrid-Lindgren Memorial Prize, een belangrijke prijs voor jeugdliteratuur, ook wel de Nobelprijs voor Kinderliteratuur genoemd. In ons taalgebied werd deze prestigieuze prijs eerder gewonnen door Guus Kuijer en Bart Moeyaert in respectievelijk 20212 en 2019.

Uit het juryrapport: ‘Jean-Claude Mourlevat vernieuwt het traditionele sprookje op briljante wijze, met aandacht voor zowel gruwel als schoonheid… Hij behandelt grote thema’s als liefde, gemis, kwetsbaarheid en vriendschap in een zorgvuldige, maar tegelijk dromerige taal.’

Een absolute aanrader voor jonge leerlingen in de onderbouw, maar zeker ook onweerstaanbaar voor de wat oudere lezers.

 

Mourlevat, J. (2022) Jefferson. Oorspronkelijke titel: Jefferson. Vertaald door Lies Lavrijsen en Els Dumez-Blocken. Amsterdam: Uitgeverij Lannoo nv. Isbn  978 94 014 8496 1 € 16,99, 237 blz.

Jacques Vriens - Strijd om de kathedraal

De vader van Thies is een belangrijk man. Als bouwmeester heeft hij de leiding over de bouw van een kathedraal. De grootvader van Thies had ook al in die functie gewerkt aan dit grootse project dat Trichterbosch straks meer aanzien moet geven. Als Thies eenmaal volwassen is, ligt het voor de hand dat hij het werk van zijn vader voortzet. Maar Thies heeft daar helemaal geen zin in. Hij heeft andere plannen. Hij droomt van een toekomst als toneelspeler, iets wat hij zijn ouders nog niet heeft durven vertellen. Voorlopig volgt hij onderwijs bij de monniken in de plaatselijke abdij, de voornaamste geldschieters. Met tegenzin ondergaat Thies de vernederingen door de strenge broeder Daniël, om daarna weer troost te vinden bij de veel zachtaardiger broeder Wees die de scepter zwaait in de tuinen bij het klooster.

Op een dag ontmoet Thies Mette, een blind meisje. Ze is de dochter van Otto, een weduwnaar, die als sjouwer is aangesteld op de bouwplaats bij de kathedraal. Mette wil alles weten over het bijzondere gebouw en ze vraagt Thies het haar te beschrijven. Aanvankelijk ergert Thies zich aan de opdringerige Mette, maar na verloop van tijd gaat hij haar steeds meer waarderen en hij laat zich zelfs overhalen haar mee te nemen voor een riskante rondleiding op de hoge steigers rond de kathedraal.

Niet iedereen in Trichterbosch is blij met de komst van de kathedraal. De voormalige bewoners van het terrein waarop de kerk verrijst, hebben zich verenigd en aangevoerd door bedelmonnik Mattias wordt er geregeld gedemonstreerd. De protesten verharden zich en het ouderlijk huis van Thies moet op een zeker moment zelfs door de schout en zijn rakkers worden ontzet. Maar ook op de bouwplaats is het onrustig en er vinden sabotageacties plaats met uiteindelijk brand en zelfs een dodelijk ongeluk tot gevolg. De vader van Mette komt om het leven. Mette wordt overgebracht naar haar tante Rennewief die als hoerenmadame een herberg bestiert, even buiten de poorten van de stad. Zij deinst er zelfs niet voor terug haar jonge nichtje in te zetten als prostituee. Rennewief heeft daarbij echter niet gerekend op Thies, die zijn vriendin niet is vergeten. Dat betekent wel dat Thies zich de toorn van zijn vader op zijn hals moet halen.

Jacques Vriens, voormalig kinderboekenambassadeur (2013 – 2015), is een groot verteller die kan terugblikken op een tot nog toe succesvolle loopbaan als schrijver. Hij schreef talloze verhalen, vooral voor kinderen die op de basisschool zitten. Dat is niet vreemd wanneer je bedenkt dat Vriens jarenlang zelf werkzaam was als onderwijzer. Heel bekend zijn diens verhalen Achtstegroepers huilen niet (1999) en Oorlogsgeheimen (2007), beide verfilmd en ook bekend van de bewerkingen voor het theater. Strijd om de kathedraal verscheen eerder in 2012 bij dezelfde uitgever Van Holkema & Warendorf. Ook dit verhaal is weer bewerkt tot een theaterproductie. Op het moment van schrijven zijn de voorbereidingen in volle gang voor een groot theaterspektakel in Den Bosch in de open lucht waarbij het publiek zich letterlijk kan onderdompelen in de middeleeuwen.

De geschiedenis speelt zich af in de zomer van het jaar 1422. Alleen voor het laatste hoofdstuk maken we een tijdsprong en vernemen we hoe het de inmiddels volwassen geworden hoofdpersonen, Mette en Thies, dertig jaar later vergaat.

 Het taalgebruik van Vriens is vlot, beeldend en voor grote groepen leerlingen toegankelijk. Hier ligt meteen ook de grootste verdienste van het boek. Het verleden komt op een aansprekende manier tot leven en tussen de regels door komt de lezer in deze spannende jeugdroman veel aan de weet over het dagelijks leven van onze voorouders in de vijftiende eeuw. Daarnaast krijgen we een aardig beeld van de bouw van een kathedraal. Voorin het boek vinden we daartoe een schets van een dwarsdoorsnede van een kathedraal, door de hoofdpersoon qua vorm ook wel vergeleken met het lijf van een reus.

Een mooi, ontroerend verhaal over vriendschap en volwassen worden dat veel brugklassers zal bekoren.


Vriens, J. (2012, 2022) Strijd om de kathedraal. Amsterdam: Van Holkema & Warendorf,  imprint van Uitgeverij Unieboek | Het Spectrum. Isbn  978 90 003 8117 3  € 12,99, 192 blz.

vrijdag 20 mei 2022

Joris Chamblain en Anne-Lise Nalin - Dagboek van een maankind

Morgane, zestien jaar oud, is zeer tegen haar zin met haar ouders en broertje verhuisd. Ze is dan ook nauwelijks gemotiveerd de dozen uit te pakken en haar kamer in te richten. Wanneer er een fotolijstje van de vensterbank achter de radiator valt, ontdekt ze daar een dagboek. Het is geschreven door de zeventienjarige Max Lebuisson, een vorige bewoner. Uit diens voorwoord blijkt dat Max het dagboek expres had achtergelaten. Hij wil zijn verhaal graag delen met de vinder. Max lijdt aan de zeldzame ziekte Xeroderma pigmentosum. Daglicht is voor hem levensgevaarlijk. Hij is een ‘maankind’. Dat wil zeggen dat hij overdag alleen buiten kan komen wanneer hij zich middels een soort van astronautenpak goed beschermt tegen de uv-stralen van de zon. Die maken zijn huid kapot met als resultaat bruine vlekken en zelfs ernstige wonden.

Morgane raakt gefascineerd door het verhaal van Max. Vanaf het dak naast de schoorsteen probeert ze zich in te leven in de eenzame wereld van Max die daar in de hoogte een uitkijkplek voor zich zelf had ingericht en als nachtmens de maan en de omgeving bewonderde. In gedachten voert ze hele gesprekken met hem. Naarmate ze verder leest in het dagboek wordt niet alleen duidelijker welke impact de ziekte van Max heeft op hem en zijn familie, maar groeien ook de gevoelens van Morgane voor de mysterieuze jongen. Samen met haar beste vriendin Lucie besluit ze Max op te sporen …

 

Uitsnede pagina 15

Dagboek van een maankind is geschreven door dezelfde schrijver als die van de dagboeken van Cerise, Joris Chamblain. Ook hier overheerst, ondanks de heftigheid van het thema, het optimisme. Nergens wordt de geschiedenis echt zwaar. Op die manier lukt het de schrijver de problematiek van Max en zijn slopende ziekte op een overtuigende, sympathieke manier inzichtelijk te maken zonder de jongen als een totale zonderling te portretteren.

De tekeningen van Anne-Lise Nalin zijn van een grote schoonheid. De warme en zachte kleuren waarmee die zijn ingekleurd dragen in belangrijke mate bij aan de bijzondere sfeer van het verhaal dat ontroert en vermaakt.

De uitgever en de auteurs hebben besloten een deel van de opbrengst te doneren aan ‘Enfants de la Lune’, een Franse organisatie die zonder enig winstoogmerk opkomt voor de belangen van XP-kinderen en die in het boek ook een rol speelt. 

Een aanrader voor leerlingen vanaf leerjaar twee in het voortgezet onderwijs.


Chamblain, J. en Anne-Lise Nalin (2021). Dagboek van een maankind. Gerpinnes: Uitgeverij Kennes. Isbn 978 94 640 0621 6 € 12,95, 57 blz.

Joris Chamblain en Aurélie Neyret - Het dagboek van Cerise

Cerise is elf jaar oud en het is haar ultieme droom om schrijfster te worden. Als klein meisje is ze daarom begonnen met het bijhouden van een dagboek. Daarin doet ze verslag van haar waarnemingen van mensen. Ze is ervan overtuigd dat iedereen een geheim heeft, ergens diep vanbinnen. Een geheim dat je maakt tot wie je bent. Cerise probeert vanuit haar observaties die geheimen te doorgronden in een poging de mensen zo beter te begrijpen.

Haar onderzoeken worden afwisselend weergegeven als strip en als handgeschreven dagboekfragmenten voorzien van tekeningen van de hand van de ik-persoon.

Op het moment van schrijven telt de serie Het dagboek van Cerise vijf delen. Alle boeken werden oorspronkelijk in het Frans uitgebracht. In het eerste verhaal, De stenen dierentuin, volgen Cerise en haar vriendinnen Lindsey en Erica meneer Vraagteken. Elke zondag duikt deze oude man het bos in met zware potten verf in zijn handen. Wat doet hij daar de hele dag? En waarom ziet hij er zo verdrietig uit als hij ’s avonds terugkomt? Uiteraard brengt het onderzoek van de meisjes zoals ook in alle andere delen uiteindelijk de waarheid aan het licht. Maar dat gaat niet vanzelf, daar gaat de nodige research van de verhaalfiguren aan vooraf.

Fragment deel 1 - De stenen dierentuin


De strips zijn zeker niet kinderachtig en stellen zo’n tachtig pagina’s lang absoluut eisen aan de leesvaardigheid van de lezer die geboeid blijft dankzij de betoverende illustraties van Aurélie Neyret en de vlot geschreven teksten van de bedenker van de reeks, scenarioschrijver Joris Chamblain. Mede dankzij de vele onverwachte wendingen en de scherpe blik van de hoofdpersoon vervelen de gebeurtenissen geen moment. De wereld van Cerise is er een waar mensen oog hebben voor elkaar, een luisterend oor bieden. Een wereld die niet wordt overheerst door de terreur van mobiele telefoons en spelcomputers. De kinderen spelen buiten, vermaken zich in een geheime hut verborgen ergens in het bos en zijn blij met weinig.

De volwassenen zijn echte, dikwijls kwetsbare mensen die dankzij de positieve aandacht van Cerise en haar vriendinnen opbloeien, door kunnen gaan met hun leven. Zoals in deel twee – Het boek van Hector - de oude mevrouw Ronsin die al twintig jaar lang elke week hetzelfde boek uit de bibliotheek leent. Waarom is dat boek zo belangrijk voor haar?

En in deel 3 – De laatste van de vijf schatten – Sandra die in haar boekbinderswerkplaats vol met oude boeken een niet gerestaureerd exemplaar bewaart. Waarom doet ze dat? Cerise, Lindsey en Erica zoeken het uit en proberen zo aan Sandra terug te geven wat ze jaren geleden is kwijtgeraakt.

Uitsnede deel 1 - De stenen dierentuin


D
e boeken zijn bij uitstek geschikt voor leerlingen in de brugklas.


Chamblain, J. en Aurélie Neyret (2021). Het dagboek van Cerise. Boek 1 – De stenen dierentuin. ‘s Hertogenbosch: Silvester Strips. Isbn 978 94 630 6552 8 € 9,95, 80 blz.

Andere delen: Boek 2 – Het boek van Hector; Boek 3 – De laatste van de vijf schatten; Boek 4 – De godin zonder gezicht; Boek 5 – De eerste sneeuw op de Perseïden.

zaterdag 7 mei 2022

Floor de Goede e.a. - Bestemming: Canada

 

Stel je eens voor: meer dan een miljoen Canadezen hebben Nederlandse voorouders. Dit betekent dat vele Nederlanders familie hebben wonen in Canada. Wanneer, waarom en hoe verlieten die destijds hun geboortegrond? Wat waren hun verwachtingen en kwamen die uit? Kortom: wat zijn hun verhalen? In de graphic novel Bestemming: Canada komen tien migranten aan het woord. Samen schetsen ze een bijzonder beeld van het nieuwe leven dat de eerste generatie immigranten opbouwde in de wildernis of in de opkomende steden van het uitgestrekte Canada. Het zijn stuk voor stuk aangrijpende en zonder uitzondering persoonlijke documenten van mensen die ‘the big move’ waagden. Hun verhalen werden op een artistieke en vooral ook toegankelijke manier verbeeld door verschillende stripauteurs, ieder in zijn eigen karakteristieke stijl.

Het boek kwam tot stand in opdracht van de Nederlandse consul in Canada. Die benaderde Aimée de Jongh en zij wist op haar beurt een team samen te stellen met klinkende namen als Hanco Kolk (1957), Paul Teng (1955), Floor de Goede (1980) en Mei-Li Nieuwland (1988).

De tien beeldverhalen worden voorafgegaan door een korte inleiding met daarin een tijdlijn over de migratie naar Canada door de jaren heen. In het slot vinden we een goed gedocumenteerd essay over de naoorlogse emigratie naar Canada door John M. van Immerseel, schrijver van het boek For a better life (2019) over de geschiedenis van de Nederlandse emigratie vanuit de Rotterdamse haven richting Québec.

Een prachtig en waardevol document voor jong én oud dat in geen enkele boekenkast zal misstaan!

Mei-li Nieuwland, Tayebeh Farooqi-Wahedi

Goede, F. de, en anderen (2022). Bestemming: Canada. Amsterdam: Scratch Books. Isbn 978 94 931 6655 4 € 27,50, 136 blz.


Lida Dijkstra - Schaduw van Toet

2022 is het jaar dat precies honderd jaar geleden het graf van Toetanchamon werd ontdekt, de farao die dankzij de goed bewaarde schatten wereldberoemd werd. Lida Dijkstra dompelt ons onder in de wereld van het oude Egypte en schreef met Schaduw van Toet een meeslepend verhaal over het leven van Toet (Toetanchamon) die, zoals bekend, niet erg oud werd. Het interessante is dat zij dit doet vanuit het perspectief van diens halfzusje Amany (voluit Anchesenamon), dochter van de wonderschone Nefertiti en farao Achnaton aan wiens hof ze opgroeide. Ondanks de luxe van een mooi nieuw paleis is haar leven niet gemakkelijk. Haar vader maakt zich niet geliefd bij het volk en haar opa heeft honger naar macht. Amany heeft al vijf zusjes als ze er een halfbroertje bij krijgt: Toetanchamon, een zwak jongetje met een scheef voetje, de toekomstige farao van Egypte.

Ze werpt zich op als zijn beschermer en leert hem alles wat hij moet weten om in leven te blijven. Als een schaduw leeft ze aan zijn zij en alles lijkt goed te gaan. Tot het noodlot toeslaat en haar eigen leven in groot gevaar is.

Dijkstra schreef een meeslepend verhaal over mensen en goden, list en bedrog, goud en armoede, maar bovenal over een doortastend en moedig meisje dat haar eigen weg zoekt in een tumultueuze tijd vol gevaar. De sublieme illustraties zijn gemaakt door Djenné Fila die diverse materialen gebruikte om het oude Egypte tot leven te brengen. Dit is niet de eerste keer dat Dijkstra en Fila hun talenten bundelen. Eerder werkten ze samen aan de totstandkoming van Het beest met de kracht van tien paarden (2019) een hervertelling voor jong en oud over Theseus en de Minotaurus.

Een juweel van een verhaal, in beeld en tekst, dat het verdient om gelezen te worden.


Dijkstra, L. (2021). Schaduw van Toet. Illustraties van Djenné Fila. Amsterdam: Uitgeverij Luitingh-Sijthoff. Isbn 978 90 245 9578 5 € 18,99, 160 blz.

Els Pelgrom - De eikelvreters

2022 is het jaar van Els Pelgrom. De schrijfster die op 2 april de leeftijd van 88 jaar bereikte, is dan wel bejaard, maar bepaald nog niet afgeschreven en al helemaal niet uitgeschreven. Op het moment van schrijven ziet eenieder reikhalzend uit naar de verschijning van een gloednieuw jeugdverhaal van deze veelbekroonde auteur: Het levende hoofd. En Luitingh-Sijthoff brengt het werk van Els – dit jaar zestig jaar schrijfster - als eerbetoon opnieuw uit. Zo verscheen eind maart een heruitgave van de klassieker De eikelvreters (1989), gestoken in een eigentijds jasje. Dit boek is net als De kinderen van het achtste woud (1977) en Kleine Sophie en Lange Wapper (1984) bekroond met een Gouden Griffel.

Els die enige tijd in Spanje woonde, schreef het verhaal aanvankelijk met haar tweede man Salvador op basis van diens jeugdherinneringen en na diens overlijden alleen. Het is een magistrale geschiedenis over armoede en veerkracht tegen het decor van het zuiden van Spanje vlak na de burgeroorlog. De hoofdpersoon is de achtjarige Curro, een straatarme Andalusische jongen die opgroeit in de jaren veertig en zijn school niet kan afmaken, omdat hij moet gaan werken als varkenshoeder. Zijn familie woont in een grot aan de voet van een berg en moet werkelijk elke cent bij elkaar schrapen om te overleven. Ook Curro lijdt onder de armoede. Hij is zo hongerig dat hij naar eikels zoekt om te eten. Vindingrijk bedenkt hij telkens weer een of ander handeltje. Vol optimisme vertelt hij over zijn leven. Over de zigeunermuziek waar hij zich aan kan warmen, over de arme dorpsgenoten die voor eikelvreters worden uitgemaakt en over zijn eerste verliefdheid. Hoewel hij elke dag weer op zoek moet naar eten, bezit hij iets wat onbetaalbaar is: het talent om uit de kleinste dingen geluk te putten.

Deze nieuwe uitgave kreeg een schitterende omslagillustratie van illustrator Ludwig Volbeda en is helemaal klaar voor een nieuwe generatie lezers.

Een fascinerend leesboek dat op geen leeslijst mag ontbreken!


Pelgrom, E. (2022). De eikelvreters. Amsterdam: Uitgeverij Luitingh-Sijthoff. Isbn 978 90 245 9732 1 € 17,99, 208 blz.

Inez van Loon - De voorlezer van de sultan

Inez van Loon heeft een voorkeur voor verhalen die zich afspelen in het verleden. Ze heeft veel gereisd en na een bezoek aan het Topkapi Paleis in Istanbul rijpte bij haar de gedachte te schrijven over de harem in de nadagen van het Ottomaanse rijk aan het begin van de vorige eeuw.

Zo ontstond De voorlezer van de sultan waarvoor Van Loon vooraf de nodige research deed. Ze voert ons mee naar het einde van de regeringsperiode van sultan Abdülhamid II, die leefde van 1876 tot1909.

De sultan woont in grote weelde in zijn paleis in Constantinopel (het tegenwoordige Istanbul), waar men al eeuwenlang vasthoudt aan dezelfde Ottomaanse tradities. Lilit, een meisje van de Anatolische hoogvlakte en Bilal, een jongen uit de Afrikaanse woestijn belanden tegen hun zin in de harem van de sultan. Ze worden beste vrienden. De harem is een gouden kooi en vooral ook een web van intriges. Iedereen dingt er naar de gunst van de sultan, behalve Lilit. Ze snakt naar een vrij leven, droomt van de wind door haar haren en de zon op haar gezicht.

Zie hier de ingrediënten voor een avontuurlijke geschiedenis met natuurlijk als voornaamste vraag: slagen de twee jongeren erin hun vrijheid te heroveren? Het antwoord laat zich raden. Maar voordat het zover is, slaagt Inez erin de lezer aangenaam te verpozen met een verslavende (let op de woordspeling) mix van fictie en historische werkelijkheid. Daarbij besteedt ze de nodige aandacht aan de gedachten en de gevoelens van de verhaalfiguren die daardoor voor de lezer echt gaan leven, loskomen van het papier.

Wat kan die Van Loon toch voortreffelijk schrijven! Weer zo’n fascinerend leesboek waarbij je je werkelijk geen moment verveelt. Samen met de helaas te jong overleden Rob Ruggenberg mag Inez zich mijns inziens rekenen tot de absolute top van auteurs van historische fictie voor jongeren in ons land.

Een aanrader voor lezers van twaalf jaar en ouder.


Loon, I. van (2022). De voorlezer van de sultan. Hasselt – Alkmaar – New York: Clavis Uitgeverij. Isbn 978 90 488 4486 3 € 16,95, 242 blz.

donderdag 24 februari 2022

Tjibbe Veldkamp - Tiffany Dop

Tiffany Dop verscheen voor het eerst in 2009 bij Lemniscaat. De auteur, Tjibbe Veldkamp, won er een jaar later een Zilveren Griffel mee.

Onlangs verscheen bij dezelfde uitgever een herziene uitgave van deze onvergetelijke geschiedenis, gehuld in een eigentijds jasje. De illustratie van Erik Faas met daarop het silhouet van een stoer meisje dat met gebalde vuist laat weten dat ze de hele wereld aan kan, past stukken beter bij het verhaal dan de nogal zoetsappige foto op het omslag van de eerste editie.

Geen makkelijk leven

De eerste zinnen van het boek trekken de lezer onmiddellijk in het verhaal.

Ik was dertien en wilde een baby. Ik trok de deur van de flat achter me dicht en dacht: als ik straks thuiskom ben ik zwanger. (…) Ik had nooit geweten dat ik dat wilde. Eigenlijk was het ook niks voor mij. Ook kinderen die niet zelf met mij gevochten hadden, kenden mijn naam: Tiffany Dop, bats veur de kop. (p. 5)

Tiffany Dop heeft bepaald geen makkelijk leven. Sheila, haar moeder, ontvangt in haar flat mannen en bedrijft tegen betaling met hen de liefde. Zij bekommert zich nauwelijks om haar kinderen. Tiffany heeft nog twee criminele halfbroertjes, Danny en Bruce, die hun zus respecteren vanwege het feit dat ze behoorlijk van zich af kan slaan. Daaraan ontleent Tiffany ook haar bijnaam: ‘bats veur de kop’. Tiffany is rijk. In een bergplaats bewaart ze een trommel met daarin een dikke vierenveertighonderd euro. Ze heeft het geld in het grootste geheim geërfd van juf Daan van de basisschool en gebruikt het zonder argwaan te wekken voor onvoorziene uitgaven. Nadat Tiffany in een winkelgebied op uitnodiging van een vreemde vrouw even haar kindje heeft mogen vasthouden, wordt ze overvallen door een gelukzalig gevoel:

Ineens snapte ik wat ik had. Ik voelde liefde. (p. 21)

Tiffany weet het zeker. Het hebben van een eigen kind zal haar gelukkig maken en zo uitzicht bieden op een beter leven. Ze gaat daarom op zoek naar een man die haar zwanger kan maken. Ze schaft kleren aan die haar vrouwelijker maken en maakt Sheila wijs dat ze die gestolen heeft. In de bibliotheek ontmoet ze Olivier. Hij is niet bereid aan haar kinderwens mee te werken, maar wil wel bemiddelen. Voor een bedrag van drieëndertig euro vijfennegentig zal hij een relatie inschakelen. Tiffany doet er echter verstandig aan deze ‘seksmachine’ te bezoeken op het moment dat ze in haar menstruele cyclus het meest vruchtbaar is. Tot die tijd doet de nieuwe Tiffany Dop alvast van zich spreken. Ze is veel rustiger en ze bekommert zich zowaar om Danny die zijn pols heeft gebroken. Ook betaalt ze een zekere Harris Boerema de forse schuld van haar ondergedoken broers terug. Ondertussen meent Sheila dat haar dochter de hoer uithangt en ze wil daar maar al te graag van meeprofiteren. Op de dag dat Tiffany het meest vruchtbaar is, blijkt haar seksdate op niets uit te lopen. Olivier heeft haar bewust misleid om haar zo te  behoeden voor een mogelijke zwangerschap. Tiffany belandt op het politiebureau waar haar broers worden verhoord omdat die Harris hebben mishandeld. Inmiddels weet Sheila dat Tiffany beschikt over veel geld en ze eist ‘haar deel’ op. Als Tiffany weigert, sluit ze haar op en eist dat ze haar betaalt door zichzelf te prostitueren. Zodra een eerste man zich meldt, slaat Tiffany haar moeder neer en gaat er vandoor. Ze zoekt een veilig onderkomen bij Olivier voor wie ze gaandeweg steeds meer genegenheid heeft opgevat. Samen reizen ze naar Terschelling waar Oliviers tante Odette een vakantiehuisje bewoont. Telefonisch contact met Sheila stelt haar gerust. Ze heeft haar moeder niet vermoord. Het geeft ook duidelijkheid. Haar moeder wil niets meer met haar te maken hebben. En dus verlaat ze definitief het huis.

In een leven zonder Sheila, Danny en Bruce kon ik worden wie ik wilde. Met of zonder baby. (p. 118)

Tragisch, meeslepend en hilarisch

Tiffany Dop ontroert en raakt de lezer recht in het hart. Het verhaal is zo geschreven dat je alle gebeurtenissen meemaakt door de ogen van Tiffany. Dat maakt dat je je prima kunt inleven in het innerlijk van de hoofdpersoon.

Ondanks alle misère en tegenslagen slaagt Tiffany erin zichzelf te blijven en zich geleidelijk te ontworstelen aan haar ellendige thuissituatie. Veldkamp geeft een goed uitgewerkt psychologisch portret van de hoofdpersoon in een verhaal dat tragisch, meeslepend en bij vlagen ook weer hilarisch verloopt.

Het is knap dat Veldkamp in dit op zich heftige relaas nergens onnodig problematiseert. Het verteltempo blijft aangenaam vlot. Vooral stilistisch toont Veldkamp zijn vakmanschap. Zijn taalgebruik is krachtig, steeds verzorgd, beeldend en voor grote groepen leerlingen toegankelijk. Wat te denken van zinnen als:

Het werd licht. Vroege zonnestralen schenen door de gordijnen en toverden de kamer oranje. De vogels kwetterden nog harder dan net, met z’n allen door elkaar. Ik wilde een baby. Het was heerlijk om dat te weten. En het gaf me meteen iets te doen vandaag. (p. 31)

Het boek speelt zich in z’n geheel af in Groningen, de woonplaats van de schrijver. In de flat waar Tiffany woont (zie illustratie) heeft hij zelf jarenlang gewoond.

‘Ik weet hoe de vuilstortkoker ruikt. En wat ik interessant vond: toen ik het boek bijna afhad kwam in het nieuws dat in Amerika een aantal (ik geloof 17) meisjes van één school, waaronder meisjes van 14, 15 en 16 expres zwanger was geworden - een van hen kreeg een kind van een zwerver. Dus het gebeurt!’

Flat Tiffany Dop

De verschillen

Ik vroeg de schrijver naar de verschillen die er zijn tussen deze herziene editie en de eerste uitgave in 2009.

‘Het verhaal is hetzelfde gebleven. Alleen keek Tiffany in de vorige versie naar porno op dvd's, tegenwoordig vind je dat op internet. Er werd in de vorige versie gesproken over 'mobiele telefoons', tegenwoordig noem je zo'n ding gewoon een 'telefoon'. Er werd in het boek ook een keer gebeld met een munttelefoon, tegenwoordig zijn die uit het straatbeeld verdwenen. Afijn, dit soort dingen zijn aangepast, in de hoop dat het lijkt alsof het verhaal in 2022 zou kunnen spelen.

Er was één spannender aanpassing. In de vorige versie verklaarde een personage, Waailap, meermaals dat hij 'negroïde tandvlees' had (iets wat een onbekende naast wie ik toevallig een keer aan tafel was beland mij vertelde en in mijn hoofd was blijven hangen). De vraag was of het nog wel correct wordt gevonden om dit bijvoeglijke naamwoord te gebruiken. We hebben besloten het woord weg te halen, ook omdat dit een goed effect had. In de nieuwe versie zegt Waailap steeds: 'Ik heb tandvlees', waarmee hij, naar mijn smaak, laat doorschemeren in een eigen wereld te leven, wat precies was zoals ik hem wilde neerzetten.’

Tjibbe Veldkamp, geboren in Groningen (1962), is een getalenteerd en bovenal veelzijdig schrijver. Vanaf het begin van de jaren negentig verschijnen van zijn hand in een gestaag tempo verhalen voor verschillende leeftijdsklassen. En dat zijn bepaald niet de minste boeken! Zijn werk valt geregeld in de prijzen. Behalve voor Tiffany Dop waren er ook Zilveren Griffels voor Agent en Boef (2009),  Kom uit die kraan! (2016), Handje (2018), Maar eerst ving ik een monster (2022).

 

Tiffany Dop is in deze vernieuwde vorm klaar voor een volgende generatie lezers. Ik zou zeggen: zeer de moeite waard voor leerlingen in de onderbouw.

 

Omslag eerste editie 2009

Veldkamp, T. (2021) Tiffany Dop. Rotterdam: Lemniscaat b.v. ISBN 978 90 477 1367 8  €14,99, 118 blz.

Jenny Jordahl - Wat is er eigenlijk met jou gebeurd?

Janne valt op. De overige gezinsleden zijn slank. Janne daarentegen is fors gebouwd. De mensen in haar omgeving maken flauwe opmerkingen. Is zij er misschien een van de melkboer? Janne trekt het zich aan, het ondermijnt haar zelfvertrouwen. Het liefst zou zij onzichtbaar zijn, maar iedereen ziet haar, je kunt gewoon niet om haar heen. De docente op school plaatst haar zelfs tussen de drukke kinderen, omdat er zo letterlijk afstand ontstaat! Uit pure frustratie gaat Janne veel snoepen en zondert zich af. Dan komen haar ouders met een voorstel: voor elke kilo die Janne afvalt, krijgt ze geld. Janne gaat akkoord en langzaam maar zeker wordt ze dunner en dunner. Maar Janne wordt er niet gelukkiger door. Het afvallen wordt een obsessie. Ze verliest zichzelf en de grip op haar omgeving. Haar onzekerheid groeit en zelfs de prille vriendschap met klasgenoot Brage bevriest, omdat ze hem er ten onrechte van verdenkt gevoelens te hebben voor een ander. Een goed gesprek met haar ouders die een notitieboek vinden waarin Janne heimelijk haar gewichtsverlies bijhoudt, blijkt een keerpunt. Janne zoekt opnieuw toenadering tot Brage en raakt zelfs bevriend met twee meiden in haar klas. Voor het eerst laat ze zich ook weer verleiden tot het eten van iets lekkers.

In Wat is er eigenlijk met jou gebeurd? vertelt Jordahl het verhaal van een jong meisje dat te maken krijgt met vooroordelen vanwege haar gewicht. Jordahls tekeningen zijn trefzeker, hebben een grote uitdrukkingskracht. Zo tekent zij de hoofdpersoon op de momenten dat zij door anderen wordt getreiterd in grauwe grijstinten en ontstaat er een fel contrast met haar omgeving, wordt de dreiging bijna tastbaar. En zodra Janne overspoeld wordt door emoties is daar een allesoverheersende schaduw met de contouren van haar alter ego, de depressieve Janne die dieper wegzinkt in een verstikkend isolement.

 


Deze full colour graphic novel werd  bekroond met twee belangrijke Noorse prijzen: de Brage-prijs voor het Beste Kinderboek en de Pondus-prijs voor de Beste Graphic Novel van 2020. Uitgeverij Luitingh-Sijthoff bracht het voor ons taalgebied op de markt in een kloeke, stevig gebonden uitgave. Een aandoenlijk verhaal over belangrijke thema’s als anders zijn, vriendschap en de moed om jezelf te zijn.


Jordahl, J. (2021) Wat is er eigenlijk met jou gebeurd? Oorspronkelijke titel: Hva skjedde egentlig med deg? Nederlandse vertaling door Bernadette Custers. Amsterdam: Uitgeverij Luitingh-Sijthoff. Isbn  978 90 245 9769 7 € 17,99, 216 blz.

Susin Nielsen - Iets heel bijzonders

Een zorgeloze kindertijd? Dat wens je iedereen toe. Maar de overgang naar volwassenheid gaat niet vanzelf. Sterker nog, voor menig schrijver geldt dat een jeugdboek er pas toe doet wanneer er een enorme bak met ellende over de jonge verhaalfiguren wordt uitgestrooid. Anders zijn, (seksueel) geweld, verslaving, gescheiden ouders, ziekte, dood, pesterijen, noem maar op. Niets is te gek. De lezer moet tegen een stootje kunnen, de hoofdpersoon wordt er sterker door en het verhaal wint aan zeggingskracht.

Sommige auteurs lijken het schrijven over problemen en kwetsbare jongeren tot een soort van standaard te hebben verheven. Carry Slee is daarvan in eigen land een goed voorbeeld. Haar verhalen zijn dikwijls opgebouwd rond een maatschappelijk thema en bevatten een boodschap. In Fake! (2021) bijvoorbeeld dreigt de hoofdpersoon Levi ten onder te gaan na de verspreiding van een filmpje op YouTube met nepnieuws. Pas dus op voor de gevaren van fake news!

De in Canada geboren Susin Nielsen (1964)  heeft een sterke voorkeur voor mensen die anders zijn, zeg maar de outcasts in de samenleving. Ook zij heeft een boodschap, beter gezegd missie. Ze hoopt dat haar lezers leren in andermans schoenen te lopen, dat er ruimte ontstaat voor begrip. Hierna meer over haar nieuwste boek voor veertien jaar en ouder: Iets heel bijzonders.

Het verhaal

De veertienjarige Wilbur Alberto Thüringer- Jiménez, roepnaam Wilbur, is niet bepaald moeders mooiste.

Farah, een van mijn thuisles-vrienden in Vancouver, zei dat ik de jonge Marty Feldman zou kunnen spelen als er ooit een biopic over hem werd gemaakt, wat ik opvatte als een compliment, tot we naar Young Frankenstein keken. (p. 11)

Opgevoed door twee prachtige moeders (de mampa’s zoals hij ze noemt) hoopt Wilbur zijn oude leven achter zich te laten als hij op de middelbare school start. Het helpt niet wanneer zijn brief voor de tijdcapsule – een nogal persoonlijk en openhartig relaas waarin Wilbur zijn doelen ontvouwt voor de komende jaren – door een onverlaat wordt gepost op alle social media en gelezen wordt door de hele school. Met daarin ambities als ‘een grotere Jeremiah’ (Wilburs koosnaam voor zijn geslachtsdeel) en het mogen aanraken van een van de borsten van een meisje op wie hij hopelijk ooit smoorverliefd wordt, kan hij eigenlijk maar beter direct onderduiken.

Tot overmaat van ramp heeft zijn beste vriend, de homoseksuele Alex, net een relatie met Fabrizio, waardoor hij minder tijd heeft voor Wilbur. Gelukkig is daar Sal, zijn oude buurman van 85 jaar bij wie hij altijd terecht kan en met wie hij stoom kan afblazen door samen in het natuurhistorisch museum onder het geraamte van een kolossale dinosaurus te liggen.

Als Wilburs klas via een uitwisselingsproject een groep Franse leerlingen ontvangt, komt Charlie bij hem in huis. Charlie blijkt geen jongen maar een meisje, Charlotte. Een erg leuk meisje bovendien, met ook nog eens dezelfde naam als de hoofdpersoon in zijn lievelingsboek Charlotte’s web.

Nielsen verwijst in haar verhaal meerdere keren naar dit boek van E.B. White over een meisje dat de dieren kan verstaan en bevriend is met het biggetje Wilbur en diens beste vriendin Charlotte, een beeldschone grote grijze spin.

Wilbur echter durft Charlie niet te vertellen wat hij van haar vindt. Dat is het moment waarop Sal, Alex en Fabrizio besluiten om Wilbur eens goed onder handen te nemen als een echt Queer Eye-team (vernoemd naar de gelijknamige metamorfose-shows op Netflix, momenteel een absolute hit).

 

Susin Nielsen bewijst opnieuw dat ze geweldig kan schrijven. Schijnbaar moeiteloos haalt ze het hoge niveau van eerder verschenen werk. Ze blijft doen waar ze goed in is en dat is het schrijven over kwetsbare mensen, in het bijzonder jongeren die om allerlei redenen onzeker in het leven staan en geholpen door hun omgeving groeien in hun zelfbewustzijn.

Het moet raar lopen wil de lezer de hoofdpersoon Wilbur niet in het hart sluiten. Weer zo’n verhaal dat op een weldadige manier onder je huid kruipt en waar je mede dankzij de droge humor van de auteur werkelijk geen genoeg van krijgt.

 

Nielsen, S. (2021) Iets heel bijzonders. Oorspronkelijke titel: Tremendous Things. Nederlandse vertaling door Lydia Meeder en Barbara Zuurbier. Rotterdam: Uitgeverij Lemniscaat. Isbn 978 90 477 1326 5 € 15,99, 236 blz.