Een
therapeutische vakantieIve,
veertien jaar oud, reist met haar vader naar een van de waddeneilanden om daar
de herfstvakantie door te brengen. Ive zelf is niet echt enthousiast. Het
verblijf op een saai, regenachtig eiland is weinig aanlokkelijk. Bovendien mist
ze een belangrijk voetbaltoernooi.
De
heenreis is ook niet bepaald gezellig zonder de aanwezigheid van haar moeder
die heeft besloten een dag later op eigen gelegenheid aan te sluiten. De verhouding
tussen Ives ouders staat onder druk en het is duidelijk dat het uitje een
ultieme poging is de relatie te redden. Haar ouders hebben elkaar als biologen
in opleiding op het eiland leren kennen. De vonk sloeg over tijdens het
wadlopen en de hoop is nu dat een bezoek aan een drenkelingenhuisje waar ze
destijds moesten schuilen de liefde opnieuw doet opbloeien.
Maar
alle voortekenen zijn slecht. Nog voordat Ive en haar vader hun bestemming
hebben bereikt, krijgen ze een ongeluk. Ive die geen gordel draagt wordt door
de botsing met een voorligger uit haar stoel gekatapulteerd en ze knalt met
haar hoofd tegen de voorruit die totaal versplintert. Wanneer ze bijkomt in een
glitterzee van stukjes glas heeft ze haar eerste ontmoeting met een onbekend
meisje dat geruststellend op haar inpraat en er ook de dagen daarna steeds voor
haar zal zijn, in ieder geval op de momenten dat Ive haar nodig heeft.
De
gevolgen van het ongeluk lijken mee te vallen. Wel houdt Ive er een stevige
hoofdpijn aan over. Ze heeft bijzondere dromen en het is soms moeilijk de
realiteit te onderscheiden van haar eigen fantasie. Evi, het meisje van de
ontmoeting, is voor haar een fijne en betrouwbare vriendin. De meiden storten
zich op het spelen van een ‘truth or dare’ spel waarbij de stoere Evi steevast
kiest voor de uitdagingen.
Ondertussen
is de verwijdering tussen Ives ouders onomkeerbaar. Ze zijn in toenemende mate
bezig met hun eigen leven en verliezen daarbij hun dochter geregeld uit het
oog. Dat heeft in het slot zelfs bijna dramatische
gevolgen wanneer Ive tijdens het wadlopen met haar ouders achterop raakt en
ingesloten wordt door het opkomende water.
De
Sneeuwkoningin
Anna
van Praag (1967) studeerde Spaans in Amsterdam en werkte bij diverse
theatergezelschappen en filmfestivals. In 2003 debuteerde ze als
kinderboekenschrijver. Van Praag maakte naam met haar detectiveserie over Isabel
Snoek en haar jeugdroman Nooit meer lief (Leopold, 2010). Bij
Lemniscaat verschenen eerder Kom hier Rosa (2012) en Een
heel bijzonder meisje (2015).
Voor
het schrijven van Noorderlicht waarvoor zij een projectsubsidie ontving
van het Nederlands Letterenfonds liet Anna van Praag zich inspireren door De
sneeuwkoningin van Hans Christaan Andersen. Niet voor niets opent het
verhaal met een fragment uit het sprookje waarin de spiegel van de boze trol in
honderden miljoenen, biljoenen stukjes valt, sommige niet groter dan een
zandkorrel. Het is het begin van veel ellende, zoals ook het auto-ongeluk in Noorderlicht
de voorbode is van weinig goeds. En de oplettende lezer ontdekt paralellen met het
sprookje. Zo heeft Ive na het ongeval een glasscherfje in haar oog, een
splinter die haar kijk op de werkelijkheid vertroebelt zoals dat ook het geval
is met het jongetje Kay in De sneeuwkoningin.
In
een vraaggesprek met Marjolijn de Cocq in Het Parool* zei Van Praag dat het
schrijven van Noorderlicht een pure worsteling was en dat het manuscript
meerdere versies kende alvorens het zijn definitieve vorm kreeg. Dat had alles
te maken met de rol van de moeder die in het uiteindelijke verhaal
daadwerkelijk fysiek aanwezig is. Maar dat was eerst niet zo.
‘Het
moest gaan over een vader-dochterrelatie en hoe die verandert als kleine
meisjes groot worden. (…) Nergens een scheiding, sterker, die moeder was
helemaal niet aanwezig in mijn eerste versie, die had ik op een yogaretraite
gestuurd.’
Het
verhaal zoals we het nu lezen, gaat heel duidelijk wel over de verwijdering
tussen de ouders van Ive. De vader – Sjoerd - die volledig opgaat in zijn werk,
de moeder – Marente - die kiest voor zichzelf en geholpen door haar vriendin Clara
een nieuw leven wil opbouwen. Met daarnaast dus de innerlijke worsteling van
Ive die niet wil kiezen. Een ongelijke strijd, omdat wel duidelijk is dat een
scheiding onafwendbaar is. Een eenzaam gevecht ook. Maar gelukkig is daar Evi, de
naam niet toevallig een palindroom. Evi bestaat slechts in het hoofd van Ive, ze
is in alles haar pendant.
De
titel van het boek is ontleend aan de belofte van Ives vader om zijn dochter
ooit mee te nemen naar Lapland om daar getuige te zijn van het unieke
natuurverschijnsel het noorderlicht.
Anna
van Praag die op latere leeftijd zelf scheidde van de vader van haar kinderen
schreef met Noorderlicht een bijzonder verhaal over weglopen en
terugkomen, over vasthouden en loslaten, maar ook over het klimaat, de
opwarming van de aarde en het uitsterven van dieren.
Noorderlicht
is geen eenvoudige roman. De structuur en de opbouw stellen eisen aan de leesvaardigheid
van de lezer. Kinderboekenliefhebber en kenner Jaap Friso schrijft op JaapLeest.nl
heel terecht dat Van Praag welhaast op een gekunstelde manier zoveel kwijt wil
‘dat het onmogelijk is vast te stellen waar het haar echt om is te doen. Al die
motieven en themaatjes doen ook afbreuk aan de leesbaarheid van het verhaal.’
Hoe
dan ook, het boek is wel een aanrader voor jongeren van dertien jaar en ouder
die kunnen genieten van taal en die niet snel zullen opgeven.
*
Marjolijn de Cocq, Hoe Anna van Praags moeder bepalend was voor haar
jeugdroman Noorderlicht. Artikel in Het Parool, 10 maart 2021.
Praag,
A. van (2021) Noorderlicht. Rotterdam:
Uitgeverij Lemniscaat bv. Isbn 978 90 477 1253 4 € 15,99, 216 blz.