woensdag 20 oktober 2021

Gideon Samson - Zwarte zwaan

Zwarte zwaan van Gideon Samson verscheen voor het eerst in 2012 en werd een jaar later bekroond met een Griffel. Uitgeverij Leopold voorzag dit duistere jeugdverhaal van een eigentijds uiterlijk en  brengt het thans opnieuw onder de aandacht van een volgende generatie jonge lezers.


Een destructieve vriendschap

In het eerste hoofdstuk van Zwarte zwaan stelt Samson twee van de drie hoofdpersonen in zijn boek aan de lezer voor. Het zijn Duveke en Rifka (12), twee vriendinnen, twee keurige meisjes. Maar is dat wel zo? Rifka is helemaal niet zo netjes en dat blijkt al onmiddellijk op de eerste bladzijden waar zij een medewerkster van de Kindertelefoon meedogenloos op het verkeerde been zet door haar voor te liegen dat ze zwanger is en misbruikt wordt door haar broer. Het tekent Rifka. Ze is verre van lief, eerder een manipulatief kreng. Een bitcherig kind dat telkens nieuwe dingen verzint waarmee ze anderen tegen zich opzet.

Duveke vindt het allemaal prima zo, gaat er in mee, ook al is al het onaangepast gedrag van Rifka niet echt haar ding. Maar ze weet donders goed dat het de enige manier is om de vriendschap in stand te houden. En dat mag wat kosten. Want …  ‘Vriendinnen zijn met Rifka is het hoogste wat je kunt bereiken.’ En verder is Duveke in alles Rifka’s tegenpool. Een kinderlijk meisje dat onder haar bed allerlei frutsels koestert in een Heilige Doos en worstelt met een ondefinieerbaar Gevoel dat haar met enige regelmaat volledig lamslaat. Een onzeker meisje ook dat haar slechte gedachten het liefst verdringt naar een donker vakje in haar hersens, een plekje waar ze zo min mogelijk probeert te komen. Zoals die keer dat ze een zwart glazen zwaantje van haar moeders verzameling per ongeluk vernielde.

Samen hebben de meiden volgens Rifka één doel. ‘Wij twee moeten heersen over het volk der truttenkoppen en piemelpikkies. ‘En dat zullen ze weten op hun school.

Aan de oever van de Paarse Plas, een meertje in het bos, worden in het geniep de plannen gesmeed. Dat wil zeggen: Rifka bedenkt alles. Haar nieuwste idee wordt ingegeven door de dood van Mori (paardenstaartje), een ernstig ziek klasgenootje. Al die verdrietige mensen op zijn begrafenis! Hoe zou het zijn dat zelf te ervaren tijdens je uitvaart?  Rifka wil haar begrafenis bewust meemaken. Ze heeft het helemaal uitgedokterd en Duuf moet haar daarbij helpen. Ze ensceneert haar eigen ontvoering en duikt ondertussen onder in een tentje in het bos. Haar ouders kunnen onmogelijk het losgeld betalen en dus brengen de ontvoerders haar om het leven. Haar lichaam wordt niet gevonden en daarom zal ze dood worden verklaard. Het lijkt een strak plan. Maar natuurlijk loopt het anders … .

Zwarte zwaan kent een zorgvuldige compositie en vormt psychologisch een doordacht geheel. Het boek kan worden opgesplitst in drie delen. In het eerste deel ‘Voor’ maken we alle gebeurtenissen mee door de ogen van Duveke. Rifka moet met hulp van Duveke dan nog verdwijnen. In het tweede gedeelte (‘Na’) is de verdwijning van Rifka een feit en bezien we alles vanuit het perspectief van de veertienjarige broer van Duveke, Olivier. Olivier en zijn familie maken zich daadwerkelijk op voor een begrafenis, al is het niet te zeggen dat dit de uitvaart is van Rifka, omdat we in het eerste deel konden lezen dat Duveke faalde bij de uitvoering van een essentieel onderdeel van Rifka’s plan. Het wordt wel duidelijk dat er iets goed mis is met Duveke want ze heeft besloten te zwijgen en spreekt met niemand meer. Het derde deel tot slot (‘Tijdens’) verhaalt over de gebeurtenissen tijdens de verdwijning en is geschreven vanuit het perspectief van Rifka. Hier vallen alle puzzelstukjes op een macabere en onverwachte manier op hun plek. Het zou te ver gaan daar nader op in te gaan, want het haalt de spanning uit dit verrassend goed en sterk geschreven boek.

Samson (in 2010 Zilveren Griffelwinnaar met Ziek) toont zich met Zwarte zwaan van zijn beste kant. In 2013 werd het verhaal bekroond met een Zilveren Griffel. In het juryrapport werden onder meer geroemd het duizelingwekkende tempo, de sublieme stijl en de adembenemende compositie van deze door-en-door-donkere roman. Het is waar. Zwarte zwaan is niet alleen een markant, maar boven alles magistraal jeugdverhaal. Een boek met literaire kwaliteiten en tegelijk ook een spannende geschiedenis met lees bevorderende elementen en daarom geschikt voor een wat breder publiek.


Samson, G. (2012) Zwarte zwaan. Tiende druk, 2021. Amsterdam: Uitgeverij Leopold. Isbn  978 90 258 8123 8  € 18,99, 216 blz.

Morton Rhue - De golf

Oudere generaties lazen tijdens hun middelbare schooltijd The Wave (1981), in ons taalgebied De Golf van Morton Rhue. De oorspronkelijke, Engelstalige versie, of anders de Nederlandse vertaling. De roman maakte destijds een verpletterende indruk op jong en oud en werd diverse malen verfilmd. Nu, na veertig jaar, heeft het verhaal aan zeggingskracht niets ingeleverd en kwam Lannoo Uitgeverij met een heruitgave.


Tijdens de les geschiedenis kijken de laatstejaars naar een documentaire over de Tweede Wereldoorlog en het nazisme. In een verduisterd lokaal staren de leerlingen vol ongeloof naar de gruwelbeelden van de nazi’s in de concentratiekampen. Beelden van uitgemergelde mannen en vrouwen van wie de knieën het breedste deel van hun benen waren. De leerlingen zien de gaskamers en de bergen lijken die als brandhout lagen opgestapeld. De geschiedenisleraar Ben Ross spreekt zijn leerlingen  geëmotioneerd toe. Iedereen is het eens: dit kan toch nooit meer gebeuren?

Dan neemt het verhaal een bijzondere wending. De docent start een gevaarlijk klasexperiment. Hij richt een beweging op die hij ‘De Golf’ noemt. Een groepering gebaseerd op het credo: ‘orde maakt macht.’ Gaandeweg ontwikkelt zich onder de leerlingen een enorm saamhorigheidsgevoel waarbij alle klasgenoten zich gelijkwaardig voelen. Laurie Saunders vindt het maar niets. Het experiment verandert alles. Haar vrienden lijken wel gehersenspoeld. Ze roepen slogans, salueren en zoeken ruzie met niet-leden.

De Golf overspoelt de hele school en alles dreigt uit de hand te lopen. Alleen Laurie kan dit stoppen. De grote vraag is: hoe?

Morton Rhue is een schuilnaam voor de Amerikaanse tienerboekenschrijver Todd Strasser (1950). The Wave is een fictieve versie van een waargebeurd experiment op een Californische high school in 1969.

Het verhaal toont op een confronterende manier de gevaren aan van groepsdruk, laat op een pijnlijke manier zien hoe sociale druk ertoe kan leiden dat mensen afstand doen van hun individuele rechten, dikwijls ten koste van anderen.

Lannoo voorzag deze klassieker van een moderner jasje en maakt het voor jongeren van dertien jaar en ouder opnieuw toegankelijk. Wat mij betreft verplichte leeskost in de bovenbouw.


Rhue, M. (2021) De golf. Oorspronkelijke titel: The wave. Nederlandse vertaling door Finne Anthonissen. Tielt: Uitgeverij Lannoo nv. Isbn  978 94 014 7991 2 € 14,99, 150 blz.

Anna Woltz - De tunnel

Een nieuw boek van Anna Woltz (1981) is steevast een belevenis. Deze getalenteerde en veelbekroonde schrijfster weet telkens weer te verrassen en ook haar laatste jeugdroman De tunnel  - dit voorjaar verschenen - kon rekenen op de sympathie van menig recensent en lezer.

Een korte samenvatting

De gebeurtenissen spelen zich af in Londen in het oorlogsjaar 1940. Engeland wordt gegeseld door de Blitzkrieg. Gedurende hevige en aanhoudende bombardementen door de Duitsers in de nachtelijke uren moet de burgerbevolking een veilig heenkomen zoeken. De uitgebreide tunnelschachten van de metro vormen een ideale schuilplek.

Hoofdpersoon is de manke Ella, veertien jaar oud en herstellende van polio. Als lezer maak je alle gebeurtenissen door haar ogen mee. Ella zoekt ’s nachts een veilige schuilplaats voor zichzelf en haar broertje Robbie diep onder de grond in de tunnels van de Ondergrondse. Daar leert ze de belangrijkste overige verhaalfiguren kennen. Zo is daar de vijftienjarige Quinn. Deze stoere jongedame, gestoken in een mannenbroek, is van goede, adellijke komaf. Quinn wil haar eigen regels maken. Haar beschermde leven heeft zij de rug toegekeerd en bepakt met een tas vol juwelen is zij vastbesloten de wereld te verbeteren door zich nuttig te maken als verpleegster. Tegelijkertijd hoopt zij haar broer terug te vinden.

Sebastian is Quinns grotere broer, maar ze noemt zijn naam niet. Ook hij is van huis weggelopen en voor zijn familie bestaat hij niet meer, omdat hij zou sympathiseren met de vijand.

En dan is daar Jay.

‘Hij is een kop groter dan ik. Zijn armen zijn gespierd, zijn ogen hebben de kleur van de versperringsballonnen boven ons hoofd’(p.13)

De rebelse Jay (16) beneemt Ella de adem en ze wordt verliefd op hem. Hij is alles kwijt, dus regels kunnen hem gestolen worden. Jay handelt in het regelen van schuilplekken in de tunnels en daarin is hij een kei. Aan mensen die geen tijd hebben om urenlang in de rij te staan verkoopt hij een slaapplaats.

Tussen deze jongeren groeit er een vriendschappelijke relatie. Het is een dramatische vriendschapsband, omdat al bij de start van het verhaal duidelijk is dat een van hen het niet zal overleven.

‘We waren met z’n vieren, maar één van ons gaat dood. Dat kun je maar beter weten. Nu al voordat ik begin.’ (p.5)

Wat volgt is een adembenemende, ontroerende geschiedenis waarin Woltz de aandacht van de lezer vasthoudt met weergaloze beschrijvingen, prachtig taalgebruik en  knappe dialogen waarin ieder woord op zijn plek staat. Een filmisch geschreven verhaal dat werkelijk geen moment verveelt.

De afbeelding op de voorzijde van het omslag toont een meisje dat wordt opgezogen door een tunnel van licht. De tunnel is tevens een metafoor voor het beademingsapparaat waarin Ella na haar polio moest herstellen.

‘Ik voel hem weer. Het stugge rubber om mijn hals, de druk op mijn borstkas.’ (p.43)

Woltz besluit haar verhaal met een epiloog waarin ze een tijdsprong maakt van zes jaar. Ella, twintig jaar oud inmiddels, blikt terug op wat was, maar kijkt tevens vooruit. En dat kan, want na alle ellende van de oorlog, gloort er een hoopvolle toekomst.

Een onvergetelijk, spannend verhaal in een historisch decor, gebaseerd op ware gebeurtenissen. Anna Woltz slaagt er zonder enige twijfel in haar reputatie hoog te houden. Wat een geweldige schrijfster!


Woltz, A. (2021) De tunnel. Amsterdam: Em. Querido’s Uitgeverij. Isbn  978 90 451 2508 4  € 16,99, 232 blz.

Angie Thomas - De roos uit het beton

The hate u give (2017) was vier jaar geleden het debuut van de gekleurde Amerikaanse Angie Thomas (1988). In deze virtuoos geschreven geschiedenis over de lotgevallen van hoofdpersonage Starr Carter legde Thomas op een pijnlijke manier het racisme en het recente politiegeweld in haar geboorteland bloot. Het boek werd heel terecht bekroond tot Beste Boek voor jongeren 2018 en het werd verfilmd door Fox 2000 in 2019 met Amandla Stenberg in de hoofdrol.

Er zijn veel overeenkomsten tussen het leven van Starr en dat van Angie. Evenals haar hoofdpersoon groeide Thomas op in een arme buurt die voornamelijk werd bevolkt door niet-blanken en waar de criminaliteit floreerde. Dit voorjaar rolde de prequel van The hate u give van de persen: De roos uit het beton, geïnspireerd op een tekst van de rapartiest Tupac. Het is het verhaal van Maverick, de vader van Starr.

Over het verhaal

Er is één ding waar de zeventienjarige Maverick Carter zeker van is: een échte man zorgt voor zijn familie. Als zoon van een voormalig berucht bendelid doet Mav dat op de enige manier die hij kent: hij dealt voor de King Lords. Met het geld kan hij zijn moeder helpen, die zich met twee banen te pletter werkt om voor hen te zorgen terwijl zijn vader in de gevangenis zit.

Zijn leven is niet perfect, maar hij heeft een beeldschone vriendin en een neef die altijd achter hem staat, dus Mav heeft het gevoel dat hij alles redelijk onder controle heeft. Totdat hij erachter komt dat hij vader wordt...

Plotseling heeft hij een baby, Seven, die niet zonder hem kan. En hij komt er al snel achter dat drugs dealen, hard studeren en voor een pasgeboren baby zorgen moeilijker te combineren is dan hij dacht. Dus wanneer Mav de kans krijgt om het rechte pad te bewandelen, grijpt hij die met beide handen aan. Hij zal iedereen die hem bestempelt als hopeloos tuig hun ongelijk bewijzen.

Alleen is weglopen niet zomaar een optie, niet wanneer er King Lord-bloed door je aderen stroomt. Loyaliteit, wraak en verantwoordelijkheid dreigen Mav te verpletteren, zeker als er iemand van wie hij houdt op brute wijze wordt vermoord. Uiteindelijk zit er maar één ding op: Mav moet zelf ontdekken wat het betekent om een echte man te zijn.

Met haar trefzekere observaties, scherpe en rauwe dialogen trekt Thomas je ook nu weer in een verhaal dat geen moment verveelt en dat een boeiende, dikwijls onthutsende, maar wel eerlijke inkijk geeft in het leven aan de zelfkant van de Amerikaanse samenleving. Angie Thomas die zichzelf absoluut niet ziet als een activist toont zich net als in haar eerdere twee boeken (in het voorjaar van 2019 verscheen haar tweede roman Niet te stoppen, een ode aan de hiphop) een begaafd verteller en laat zien dat het mogelijk is om aan het criminele milieu te ontsnappen en een beter leven op te pakken.

Ook weer zo’n onvergetelijke Young Adult die niet op de lijst of in de boekenkast mag ontbreken.


Thomas, A. (2021) De roos uit het beton. Oorspronkelijke titel: Concrete Rose. Nederlandse vertaling door Aimée Warmerdam. Amsterdam: Moon, Overamstel uitgevers. Isbn  978 90 488 5888 0 € 21,99, 316 blz.

Erna Sassen - Zonder titel

Erna Sassen (1961) beheerst als geen ander het vermogen aansprekende verhalen te schrijven voor jongeren in de leeftijd van veertien, vijftien jaar en ouder.  Het zijn levensechte verhalen over gevoelige onderwerpen als afscheid nemen en verdriet. Met titels als Dit is geen dagboek (2009) en Er is geen vorm waarin ik pas (2017) wist Sassen haar lezers eerder te bekoren. Haar schrijfstijl laat zich nog het beste omschrijven als recht voor zijn raap, vlot en heel direct. Geen woord is teveel, haar taalgebruik steevast puur en krachtig.

In haar nieuwste jeugdroman Zonder titel toont Sassen zich wederom een briljant verteller. Het draait allemaal om de vijftienjarige Joshua die al sinds de kleuterklas bevriend is met Zivan. Zijn hartsvriendin is enkele maanden geleden teruggekeerd naar Irak, het land dat ze ooit als klein meisje met haar familie ontvluchtte.

Joshua is overgestapt van 2 havo naar 3 vmbo. De keuze destijds voor havo werd met name bepaald door de schoolkeuze van Zivan. Maar die is er nu niet meer en ze reageert zelfs niet op berichten van Joshua. De start in zijn nieuwe klas belooft weinig goeds.

‘Ik wist natuurlijk vanaf het moment  dat ik in deze kutklas werd geplaatst dat ik een keer gezeik zou krijgen met Sergio, aanvoerder van een groep kansloze hangjongeren’ (p. 7)

Sergio heeft Joshua beroofd van zijn schetsboek. Joshua tekent graag en het moet gezegd: hij heeft talent. Niet voor niets geven zijn klasgenoten hem de naam Rembrandt. Tekenen is voor hem ook een uitlaatklep en veel schetsen hebben betrekking op zijn relatie met Zivan die door hem wordt verbeeld door een geitje. Joshua zelf is de wolf.

‘Het geitje van Ziva was sterker dan je zou verwachten van een klein geitje. Het beschermde mijn wolf tegen allerlei narigheid. Tegen chaotische schoolreisjes en sinterklaasvieringen, tegen klassikale kerstdiners met kotspartijen, in de bus naar schoolzwemmen en tijdens de overblijf. Het bleef altijd dicht bij hem in de buurt.’ (p.40)

Het geitje was er ook voor Joshua toen zijn ouders gingen scheiden. Tot het moment dat alles veranderde.

‘Anderhalf jaar geleden werd ik hem echt. Die wolf. Toen Zivan vertrok naar Irak. Toen begon het huilen en het grommen.’ (p. 40 )

Joshua begrijpt dat Zivan is uitgehuwelijkt aan een neef. Maar Zivan keert terug. Niet zonder reden: haar tante zal worden behandeld aan borstkanker. De relatie met Zivan echter zal nooit meer hetzelfde zijn. Zivan duikt onder en ze verkeert duidelijk in tweestrijd. Bezwijkt zij onder de druk van haar familie?

Ondertussen is de hetze op school tegen Joshua omgeslagen in een soort van wankel wederzijds respect. Sergio en zijn vrienden zijn onder de indruk van Joshua’s tekentalent en Sergio hoopt maar dat Joshua bereid is voor hem een ontwerp te maken voor een tattoo.

De schrijfster heeft haar boek gedeeltelijk gebaseerd op het levensverhaal van Zivan en haar tante Shanya, twee buitengewoon inspirerende vrouwen van wie de echte namen om redenen van privacy niet worden genoemd. Heel bijzonder is de wijze waarop de jeugdroman net als een echt schetsboek prachtig werd geïllustreerd door Martijn van der Linden. Het is kenmerkend voor Sassen dat zij ondanks de heftigheid van de persoonlijke problemen van de verhaalfiguren de humor in het vizier houdt. Hilarisch is bijvoorbeeld het fragment waarin we lezen hoe Joshua en zijn machovrienden voor school een uitstapje maken naar het Rijksmuseum.

Zonder titel is een absolute aanrader voor lezers vanaf leerjaar drie, een boek om compleet in op te gaan.


Sassen, E. (2021) Zonder titel. Amsterdam: Uitgeverij Leopold. Isbn  978 90 258 8095 8  € 17,99, 255 blz.

dinsdag 10 augustus 2021

Sue Durrant - Het verloren meisje

Een poëtisch verhaal voor gevorderden

Bij Lemniscaat verscheen Het verloren meisje van Sue Durrant, een poëtisch geschreven verhaal over Iris – bijna elf jaar oud -  die in de tijd dat haar ouders het huis verbouwen mag logeren bij haar oma Mimi. Mimi is bepaald geen doorsnee-oma: ze bruist gewoonlijk van de energie, danst door de keuken, zwemt in zee, ook al is het koud. Iedere dag ervaart zij als een groot avontuur.

Maar Mimi doet ook rare dingen. Zo trekt ze haar kleren omgekeerd aan, omdat het ‘binnenstebuitendag’ is. En smeert ze jam op haar roerei, omdat ze denkt dat Iris dat lekker vindt. En al die spullen die zich in huis opstapelen, zijn dat nu echt allemaal dingen om te bewaren? Of is er misschien iets anders aan de hand?

Iris vindt het steeds veranderende gedrag van haar oma lastig. Ze wil absoluut niet dat de mensen om haar heen doorkrijgen wat er gebeurt, namelijk dat oma de grip op de werkelijkheid verliest. Zeker Mason niet, de nieuwsgierige nieuwkomer in haar klas.

En wie is toch Coral, het meisje van de foto boven de haard? Dat meisje dat zo ongelofelijk veel lijkt op Iris?

De Schotse S.E. Durrant heeft haar hele leven geschreven, maar ze studeerde ook Fine Art (schilderkunst), had een kraampje op Covent Garden Market, verkocht schilderijen in Venetië en gaf kunstles aan kinderen. Ze woont momenteel in Brighton en het is in deze Britse badplaats waar Het verloren meisje zich afspeelt.

Bladerend door het boek valt niet alleen op dat Lemniscaat aandacht besteedde aan de vormgeving, maar dat de geschiedenis mede door de aanwezigheid van beeldspraak, een enigszins trage start en de talloze beschrijvingen eisen stelt aan het niveau van de lezer. Als die van taal houdt, valt er veel te genieten. Kinderboekenliefhebber en kenner Jaap Friso geeft op zijn recensiesite Jaapleest.nl aandacht aan Het verloren meisje en hij is onder de indruk van deze door Margaretha van Andel uit het Engels vertaalde jeugdroman.


Durrant, S.E. (2021) Het verloren meisje. Oorspronkelijke titel: Talking tot the Moon. Nederlandse vertaling door Margaretha van Andel. Rotterdam: Uitgeverij Lemniscaat bv. Isbn  978 90 477 1252 7 € 15,99, 235 blz.

Martine Kamphuis - Dit mag niemand weten

Een kwade genius

De verkering tussen Renkse en Wouter is enkele weken uit als Renske tijdens een toneelworkshop op school door het raam van de gymzaal ziet hoe haar ex, onderweg naar de fietsenstalling, wordt aangesproken door Iris. Zij stopt hem quasi nonchalant iets toe. Een ogenschijnlijk onschuldige actie, maar het verbaast Renske wel. Want wat moet Iris, een van de meest populaire meisjes uit de vierde, met Wouter? Het laat Renske niet los, gewoon omdat ze geen goed gevoel heeft over Iris. En haar wantrouwen blijkt terecht. Want in de loop van het verhaal wordt duidelijk dat Iris kwade bedoelingen heeft.

 Iris heeft Wouter een briefje overhandigd met daarop de vraag elkaar te kunnen spreken op een afgelegen plek in een speeltuintje. Als Wouter op de uitnodiging ingaat, neemt Iris hem in vertrouwen over de problemen die ze heeft met haar gescheiden ouders. Ze mist haar vader enorm en ze hoopt dat Wouter die op zijn beurt zijn overleden vader mist haar begrijpt en haar met raad en daad kan bijstaan. Het maakt echter allemaal deel uit van een vooropgezet plan. Langzaam maar zeker wint Iris Wouters vertrouwen en sleept de geschiedenis zich voort naar een verrassende en dramatische climax.

 De stiefvader van Iris wordt neergestoken. Hij overlijdt en Wouter die op de plaats van het misdrijf wordt ingerekend door de politie is de belangrijkste verdachte. De manipulatieve Iris ontkent al haar eerdere contacten met Wouter. Op het moment dat het net zich rond Wouter sluit, zorgt Renske voor een doorbraak met bijna fatale gevolgen.

Meervoudig perspectief

Martine Kamphuis (1963) studeerde geneeskunde en werkt als psychiater. In 2006 debuteerde ze met de psychologische thriller Vrij en een jaar later verscheen haar eerste kinderboek.

Bij het schrijven van Dit mag niemand weten koos Kamphuis voor een meervoudig perspectief, een inmiddels beproefd concept in de thrillerwereld (denk in dit verband ook aan schrijfsters als Mel Wallis de Vries en Maren Stoffels). Per hoofdstuk wisselt ze van perspectief en ze gunt de lezer zo een blik in het hoofd van een zestal personages waarvan Renske, Wouter en Iris de belangrijkste zijn. Dat maakt dat je niet alleen goed kunt meeleven met de verhaalfiguren, maar het zorgt er bovendien voor dat de spanning steeds verder wordt opgevoerd in een psychologisch steekspel dat onontkoombaar afstevent op een groot drama met uiteindelijk alleen maar verliezers.

Geen boek met literaire kwaliteiten, qua gebeurtenissen hier en daar zelfs behoorlijk ongeloofwaardig. Maar in zijn soort best aardig en voor wie doorzet heel onderhoudend. Ook weer geschikt voor lezers van dertien jaar en ouder.


Kamphuis, M. (2020) Dit mag niemand weten. Amsterdam: Uitgeverij Ploegsma. Isbn  978 90 216 8022 4 € 14,99, 216 blz.


Anna van Praag - Noorderlicht

 

Een therapeutische vakantie

Ive, veertien jaar oud, reist met haar vader naar een van de waddeneilanden om daar de herfstvakantie door te brengen. Ive zelf is niet echt enthousiast. Het verblijf op een saai, regenachtig eiland is weinig aanlokkelijk. Bovendien mist ze een belangrijk voetbaltoernooi.

De heenreis is ook niet bepaald gezellig zonder de aanwezigheid van haar moeder die heeft besloten een dag later op eigen gelegenheid aan te sluiten. De verhouding tussen Ives ouders staat onder druk en het is duidelijk dat het uitje een ultieme poging is de relatie te redden. Haar ouders hebben elkaar als biologen in opleiding op het eiland leren kennen. De vonk sloeg over tijdens het wadlopen en de hoop is nu dat een bezoek aan een drenkelingenhuisje waar ze destijds moesten schuilen de liefde opnieuw doet opbloeien.

Maar alle voortekenen zijn slecht. Nog voordat Ive en haar vader hun bestemming hebben bereikt, krijgen ze een ongeluk. Ive die geen gordel draagt wordt door de botsing met een voorligger uit haar stoel gekatapulteerd en ze knalt met haar hoofd tegen de voorruit die totaal versplintert. Wanneer ze bijkomt in een glitterzee van stukjes glas heeft ze haar eerste ontmoeting met een onbekend meisje dat geruststellend op haar inpraat en er ook de dagen daarna steeds voor haar zal zijn, in ieder geval op de momenten dat Ive haar nodig heeft.

De gevolgen van het ongeluk lijken mee te vallen. Wel houdt Ive er een stevige hoofdpijn aan over. Ze heeft bijzondere dromen en het is soms moeilijk de realiteit te onderscheiden van haar eigen fantasie. Evi, het meisje van de ontmoeting, is voor haar een fijne en betrouwbare vriendin. De meiden storten zich op het spelen van een ‘truth or dare’ spel waarbij de stoere Evi steevast kiest voor de uitdagingen.

Ondertussen is de verwijdering tussen Ives ouders onomkeerbaar. Ze zijn in toenemende mate bezig met hun eigen leven en verliezen daarbij hun dochter geregeld uit het oog.  Dat heeft in het slot zelfs bijna dramatische gevolgen wanneer Ive tijdens het wadlopen met haar ouders achterop raakt en ingesloten wordt door het opkomende water.

De Sneeuwkoningin

Anna van Praag (1967) studeerde Spaans in Amsterdam en werkte bij diverse theatergezelschappen en filmfestivals. In 2003 debuteerde ze als kinderboekenschrijver. Van Praag maakte naam met haar detectiveserie over Isabel Snoek en haar jeugdroman Nooit meer lief (Leopold, 2010). Bij Lemniscaat verschenen eerder Kom hier Rosa (2012) en Een heel bijzonder meisje (2015).

Voor het schrijven van Noorderlicht waarvoor zij een projectsubsidie ontving van het Nederlands Letterenfonds liet Anna van Praag zich inspireren door De sneeuwkoningin van Hans Christaan Andersen. Niet voor niets opent het verhaal met een fragment uit het sprookje waarin de spiegel van de boze trol in honderden miljoenen, biljoenen stukjes valt, sommige niet groter dan een zandkorrel. Het is het begin van veel ellende, zoals ook het auto-ongeluk in Noorderlicht de voorbode is van weinig goeds. En de oplettende lezer ontdekt paralellen met het sprookje. Zo heeft Ive na het ongeval een glasscherfje in haar oog, een splinter die haar kijk op de werkelijkheid vertroebelt zoals dat ook het geval is met het jongetje Kay in De sneeuwkoningin.

In een vraaggesprek met Marjolijn de Cocq in Het Parool* zei Van Praag dat het schrijven van Noorderlicht een pure worsteling was en dat het manuscript meerdere versies kende alvorens het zijn definitieve vorm kreeg. Dat had alles te maken met de rol van de moeder die in het uiteindelijke verhaal daadwerkelijk fysiek aanwezig is. Maar dat was eerst niet zo.

‘Het moest gaan over een vader-dochterrelatie en hoe die verandert als kleine meisjes groot worden. (…) Nergens een scheiding, sterker, die moeder was helemaal niet aanwezig in mijn eerste versie, die had ik op een yogaretraite gestuurd.’

Het verhaal zoals we het nu lezen, gaat heel duidelijk wel over de verwijdering tussen de ouders van Ive. De vader – Sjoerd - die volledig opgaat in zijn werk, de moeder – Marente - die kiest voor zichzelf en geholpen door haar vriendin Clara een nieuw leven wil opbouwen. Met daarnaast dus de innerlijke worsteling van Ive die niet wil kiezen. Een ongelijke strijd, omdat wel duidelijk is dat een scheiding onafwendbaar is. Een eenzaam gevecht ook. Maar gelukkig is daar Evi, de naam niet toevallig een palindroom. Evi bestaat slechts in het hoofd van Ive, ze is in alles haar pendant.

De titel van het boek is ontleend aan de belofte van Ives vader om zijn dochter ooit mee te nemen naar Lapland om daar getuige te zijn van het unieke natuurverschijnsel het noorderlicht.

Anna van Praag die op latere leeftijd zelf scheidde van de vader van haar kinderen schreef met Noorderlicht een bijzonder verhaal over weglopen en terugkomen, over vasthouden en loslaten, maar ook over het klimaat, de opwarming van de aarde en het uitsterven van dieren.

Noorderlicht is geen eenvoudige roman. De structuur en de opbouw stellen eisen aan de leesvaardigheid van de lezer. Kinderboekenliefhebber en kenner Jaap Friso schrijft op JaapLeest.nl heel terecht dat Van Praag welhaast op een gekunstelde manier zoveel kwijt wil ‘dat het onmogelijk is vast te stellen waar het haar echt om is te doen. Al die motieven en themaatjes doen ook afbreuk aan de leesbaarheid van het verhaal.’

Hoe dan ook, het boek is wel een aanrader voor jongeren van dertien jaar en ouder die kunnen genieten van taal en die niet snel zullen opgeven.


* Marjolijn de Cocq, Hoe Anna van Praags moeder bepalend was voor haar jeugdroman Noorderlicht. Artikel in Het Parool, 10 maart 2021.

 

Praag, A. van (2021) Noorderlicht. Rotterdam: Uitgeverij Lemniscaat bv. Isbn  978 90 477 1253 4  € 15,99, 216 blz.

zaterdag 27 maart 2021

Sue Townsend - Het geheime dagboek van Adrian Mole 13 3/4 jaar

De Engelse schrijfster Sue Townsend (Leicester, 1946 – 2014) beleefde haar doorbraak toen ze in 1982 wereldberoemd werd met het verschijnen van het eerste dagboek over Adrian Mole: The Secret Diary of Adrian Mole, aged 13¾. Ook in ons land omarmden jongeren en volwassenen de aandoenlijke puber Adriaan Mole en de kans is groot dat u als lezer van mijn Blog Het geheime dagboek van Adriaan Mole 13 ¾ jaar destijds zelf las als tiener. Uitgeverij Condor, onderdeel van WPG Kindermedia, kwam vorig jaar zomer met een geheel nieuwe uitgave van deze bestseller en pakte het serieus aan. Het bleek nodig het nogal gedateerde taalgebruik uit de jaren tachtig te herzien. Sylvia Witteman, zelf een groot liefhebber van Adrian Mole, pakte de klus voortvarend op en zorgde voor een sprankelende nieuwe vertaling van het dagboek.

Laten we eens inzoomen op deze klassieker.

Een onvergetelijke tobber

Het leven van een puber is zwaar. Vraag dat maar aan Adrian Mole! Hij is een piekeraar en gaat gebukt onder de lasten van het leven. Het valt ook niet mee. Pukkels, lichaamsdelen die zich maar niet koest willen houden, scheuren in het huwelijk van zijn ouders (de buurman komt verdacht vaak langs bij zijn slonzige moeder), zijn werkloze vader en een irritante hond die door zijn ouders dronken wordt gevoerd. Er is daadwerkelijk veel om je zorgen over te maken. Bovendien ziet  niemand dat Adrian een intellectueel is en een dichter.

Maar er zijn ook lichtpuntjes. De veertienjarige feministe Pandora bijvoorbeeld op wie Adrian hopeloos verliefd is. En dan zijn daar ook nog een negenentachtig jarige kettingroker en zijn verwende boezemvriend Nigel die zorgen voor de vrolijke noot in Adrians bespiegelingen.

The Secret Diary of Adrian Mole, Aged 13¾ bleek een hit en werd in meer dan dertig talen vertaald. De schrijfster  Sue Townsend zou in totaal acht dagboeken schrijven waarvan de meeste in ons land in een vertaling van Huberte Vriesendorp verschenen bij Uitgeverij De Fontein. Het succes leidde tot een verfilming van de verhalen voor televisie, ook in ons land uitgezonden.

Een nieuwe vertaling

Uitgeverij Condor besloot het eerste dagboek opnieuw uit te geven, maar dan wel in een geheel nieuwe vertaling door schrijfster, journaliste en columniste Sylvia Witteman. Dat was nodig. Witteman, die het boek zelf verslond als tiener, zei hierover in een interview in Het Parool:

Er komt in de oude vertaling nogal wat gedateerd taalgebruik uit de jaren tachtig voor, zoals ‘onwijs gaaf’ en ‘een wipje maken’. Tieners zijn erg kritisch, die vinden zo’n boek al gauw oubollig. Het was een leuke uitdaging om dat soort uitdrukkingen op te frissen zonder al te modieuze woorden te gebruiken: ik wilde natuurlijk vermijden dat het boek over tien jaar opnieuw gedateerd zou aandoen. Ook was de oude vertaling hier en daar een beetje gammel. Er staat bijvoorbeeld dat Adrian bij de snackbar een ‘bakje chips’ koopt. Het Engelse woord ‘chips’ betekent ‘friet’ of ‘patat’. Kleinigheden, maar toch wel hinderlijk.

Leg je de nieuwe vertaling naast die van Vriesendorp dan valt pas echt op hoe grondig Witteman te werk ging. Een woord als bijdehand verving ze door slim, het uitscheppen van een waterputje is veranderd in het ontstoppen van de goot, de borsten van Pandora wiebelen niet langer bij het spelen van netbal, maar schudden tijdens het korfbal. En zo zijn er nog veel meer aanpassingen die het verhaal meer in deze tijd plaatsen.

Het resultaat mag er zijn. Het dagboek leest bijzonder aangenaam mede dankzij de vlotte stijl, de humor en de vaak absurde gebeurtenissen. En los daarvan is Adrian met al zijn onzekerheden en klunzig gedrag gewoon een puber met wie de opgroeiende lezer zichzelf makkelijk kan identificeren.

Een onderhoudend boek (13+) dat een boeiend inkijkje geeft in het leven van een vertederende jongen die als een soort van antiheld worstelt met zijn puberteit en identiteit.

Deze zomer verschijnt bij Condor het tweede deel uit de dagboekserie (De groeipijnen van Adrian Mole) ook weer in een vertaling van Witteman.

Het is duidelijk. Het boek kan weer even mee, zal deze en volgende generaties lezers zonder enige twijfel aanspreken. Wat mij betreft een absolute mustread voor op de leeslijsten.


Townsend, S. (2020) Het geheime dagboek van Adrian Mole 13 ¾ jaar. Nederlandse vertaling door Sylvia Witteman. Amsterdam: Uitgeverij Condor. Isbn  978 94 931 8909 6 € 19,99, 288 blz.

Meg Rosoff - Hoe ik nu leef

De in Amerika geboren schrijfster Meg Rosoff (Boston,1956) debuteerde in 2004 met de roman How I live now, in ons land een jaar later uitgebracht onder de titel Hoe ik nu leef. Het boek maakte een verpletterende indruk en werd al rap bekroond met belangrijke internationale onderscheidingen waaronder de prestigieuze Guardian Children’s Fiction Prize en de Michael L. Printz Award voor jeugdliteratuur. Sindsdien wordt Rosoff,  die al vanaf 1989 woont en werkt in Londen, gerekend tot de absolute top van de young adult-literatuur. Met titels als What I was (2007, Nederlandse vertaling: 2009 - Wat ik was) en There is no dog (2011, Nederlandse vertaling In het begin was er… Bob) bevestigde ze die reputatie ook in ons taalgebied. Uitgeverij Luitingh-Sijthoff kwam vorig jaar zomer met een heruitgave van Rosoffs eersteling, gestoken in een verfrissend nieuw jasje.

 Hoe ik nu leef – het verhaal

Volgens mijn beste vriendin Leah had D. de D. mij het liefst langzaam willen vergiftigen tot ik zwart zag en opzwol als een varken en onder helse pijnen zou sterven maar ik denk dat haar plan mislukte omdat ik het vertikte om iets te eten en ten slotte heeft ze ervoor gezorgd dat ik weggestuurd werd om duizenden kilometers verderop bij een paar neven en een nicht te gaan logeren die ik nog nooit had gezien terwijl zij en paps en het duivelsgebroed vrolijk hun gang konden gaan (p. 19)

Elisabeth, roepnaam Daisy, is vijftien jaar oud wanneer ze, gedwongen door haar stiefmoeder Davina (ze noemt haar de duivelin), overkomt uit New York om in Engeland de zomer door te brengen bij haar tante Penn op het platteland. Daar verandert alles. Ze wordt hevig verliefd op Edmond, haar neef die ze voor het eerst ontmoet op het vliegveld van Londen.

Laat ik voor ik het vergeet vertellen hoe hij eruitziet want dat is niet precies wat je van een doorsneeveertienjarige zou verwachten met zijn SIGARET en haar dat eruitziet alsof hij er in het pikkedonker in heeft zitten hakken, maar afgezien daarvan lijkt hij sprekend op zo’n straathond, je weet wel die je bij het hondenasiel tegenkomt en die iets hoopvols en liefs heeft en zijn neus meteen in je hand duwt nadat hij met een soort waardigheid naar je toe is gekomen en waarvan je gelijk weet dat je hem mee naar huis zult nemen. (p. 10-11)

Kort nadat haar tante op zakenreis gaat naar Oslo, breekt er een oorlog uit. Daisy, haar drie neven Edmond, Isaac, Osbert en haar nichtje Piper zijn vanaf dat moment geheel op zichzelf aangewezen in een – wat Daisy noemt – ‘perfect niemandsland (…) waarin twee mensen die te jong waren en te veel familie van elkaar aan het zoenen konden slaan zonder dat iets of iemand er wat van zei.’

Maar wat een droomzomer lijkt te worden, een wereld zonder volwassenen en zonder regels, verandert wanneer het huis van tante Penn door het leger wordt geconfisqueerd en de kinderen van elkaar worden gescheiden – de jongens apart van de meisjes - , ondergebracht bij gastgezinnen elders in het land.

Daisy heeft slechts één doel voor ogen en dat is haar voornemen om hoe dan ook Edmond en zijn broers op te sporen.

In een kort tweede deel verspringt de tijd enkele jaren. Daisy is wederom in New York en is na een kortstondige ziekenhuisopname terug in haar ouderlijk huis. Aangemoedigd door haar vader reist ze af naar Engeland voor een hereniging met Edmond. De oorlog heeft zijn sporen nagelaten en ook Edmond is voor altijd beschadigd. Maar Daisy weet waar ze thuishoort.

Hier bij Edmond.

En dat is hoe ik nu leef. (p. 197)

Verplichte leeskost

De gebeurtenissen worden geheel verteld vanuit het perspectief van de ik-persoon: Daisy. Dat Rosoff schrijft in een opvallende stijl blijkt al direct uit de citaten. De hoofdpersoon kletst er flink op los. Ellenlange zinnen zonder interpunctie, woorden die door de schrijfster geregeld worden geschreven met hoofdletters… . Het is even wennen. Maar wie doorzet, ondervindt al snel dat je als lezer wordt geraakt door deze authentieke manier van schrijven. De directe vertelwijze trekt je in een verhaal dat werkelijk geen moment verveelt. Deze meeslepende en tragische liefdesgeschiedenis komt echt binnen, laat niemand onberoerd. Geschikt voor de betere lezers in leerjaar drie en hoger.


Rosoff, M. (2020) Hoe ik nu leef. Oorspronkelijke titel: How I live now. Nederlandse vertaling in 2005 door Jenny de Jonge. Amsterdam: Uitgeverij Luitingh-Sijthoff bv. Isbn  978 90 245 9077 3  € 15,00, 200 blz.

vrijdag 26 februari 2021

Marlies Slegers - Briefjes voor Pelle

 

‘Hoi Pelle.’

Dit zijn de eerste woorden die mijn dode vader aan mij schrijft. Het is het briefje waar een 1 op staat.

Mensen gaan nu eenmaal dood en mijn vader is daar geen uitzondering op. Een jaar geleden stierf hij. (…)

Doodgaan hoort er nu eenmaal bij, zegt mam altijd. Niets om bang voor te zijn. Dat ben ik ook niet, maar ik vind doodgaan vooral erg stom, want het verpest je leven. (p. 7-8 )

Rupsen in een cocon

De vader van Pelle, twaalf jaar oud, is een jaar geleden overleden aan de gevolgen van kanker. Pelle heeft het over een leven Na De Dood en een leven Voor De Dood. Het is wel duidelijk dat het overlijden van Pelles vader flinke littekens nalaat in zijn gezin. Voor Pelle en zijn moeder voelt het alsof ze als rupsen in een cocon zitten. Met dit verschil dat rupsen na elf dagen veranderen in vlinders. Pelle en zijn moeder, zo lijkt het, zullen nooit meer ontpoppen.

Pelle piekert veel. Hij is hoogbegaafd en net als zijn vader muzikaal ontwikkeld. Helaas deed zijn moeder de piano weg, omdat het instrument haar teveel herinnerde aan haar echtgenoot. Pelle somt graag feiten op in zijn hoofd, vooral wanneer het verdriet te groot wordt of wanneer hij zich in het nauw gedrukt voelt. Het liefst kijkt hij de hele dag naar Eva, een klasgenote op wie hij heimelijk verliefd is.

Op een dag ga ik het haar vertellen. Als ik dat durf. Misschien voor de zomervakantie. (p.18)

Een schoenendoos met briefjes

Een jaar nadat zijn vader is gecremeerd en Pelle al die tijd al worstelt met het gevoel voor zijn moeder onzichtbaar te zijn, krijgt hij van haar een schoenendoos. In de doos bevinden zich genummerde briefjes van zijn vader, maar er zijn ook ingepakte voorwerpen. Op het eerste briefje staat dus de groet van zijn vader. Pelle mag er elke week een openmaken. Op het tweede briefje staat niet veel meer tekst dan simpelweg de vraag: ‘Hoe gaat het nu met je, lieve Pelle?’

De briefjes brengen een ommekeer teweeg. De opdracht de boomhut in de tuin af te maken brengt de plaatselijke ijzerwarenverkoper Jack in het leven van Pelle en zijn moeder. Jack helpt Pelle niet alleen met het voltooien van de boomhut, maar hij pakt voortvarend ook allerlei klussen op in het huis. En zo krijgen de dagen hun kleur terug  en kruipen moeder en zoon langzaam uit hun cocon.

Toegegeven, het gaat allemaal niet vanzelf en er zijn tegenslagen. Zoals de laffe actie van Karl, bijgenaamd Stomp,  die niet alleen Eva inpikt, maar er ook vandoor gaat met een van de briefjes uit de schoenendoos. En het gedram van Pelles mentor, meneer Henderson, die wil dat Pelle tegen zijn zin optreedt in de toneeluitvoering van een hervertelling van de Odyssee. En dan is daar na zoveel jaar ook nog de ontdekking van een opa waarvan Pelle nooit had geweten dat hij er een had.

Het besef groeit bij Pelle dat hij door moet gaan met zijn leven. Net als zijn moeder die genegenheid heeft opgevat voor Jack.

Mam heeft haar handen langzaam opengevouwen zodat het verdriet een beetje weg kan vliegen. Maar ik heb mijn handen er nog steeds omheen geklemd, alsof het een vogeltje is dat ik niet los kan laten. (p. 196)

Het slot van het verhaal heeft nog een onvoorziene gebeurtenis in petto waarmee de schrijfster op een waardige manier zorgt voor een schitterend sluitstuk van deze aandoenlijke geschiedenis.

Briefjes voor Pelle is geheel geschreven vanuit het perspectief van Pelle. Slegers slaagt er opmerkelijk goed in de hoofdpersoon uit te diepen. Daarbij staan diens gedachten en gevoelens centraal. Pelle (40 biljoen cellen, 4474 dagen oud) mag dan met zijn fascinatie voor feiten een eigenaardig kind zijn, of je wilt of niet, je gaat van deze jongen houden. Slegers kan verdraaid goed schrijven en het verhaal leest als een trein. En ook al heeft de geschiedenis een enigszins wensvervullend verloop en is het slot mierzoet, dan nog doet dit alles niets af aan het feit dat deze jeugdroman van grote klasse is. Het is een van de beste boeken die ik het afgelopen jaar las en verdient absoluut een plaats op de leeslijst in de onderbouw.


Slegers, M. (2020) Briefjes voor Pelle. Amsterdam: Uitgeverij Luitingh-Sijthoff bv. Isbn  978 90 245 8994 4  € 15,99, 231 blz.

Caja Cazemier - Blauwe dagen

Als niemand begrijpt hoe jij je voelt... 

Dat het leven je niet altijd toelacht, is in deze tijd waarin we worden gegijzeld door een pandemie een understatement. Er zijn terecht grote zorgen over het welzijn van vooral jongeren die worstelen met gevoelens van eenzaamheid. Scholen en verenigingen waar jonge mensen hun sociale leven hebben, zijn dicht.

Caja Cazemier schreef al vele jeugdverhalen over realistische onderwerpen, zaken waarmee jongeren tussen de elf en zestien jaar te maken kunnen krijgen. In haar nieuwste boek Blauwe dagen neemt ze de lezer mee in de benauwende wereld van Janna, een meisje met een depressieve stoornis.

Een donkere blauw-grauwe mist

Janna zit al een tijdje niet zo lekker in haar vel. Als haar vriendje Niels het uitmaakt, komt dat hard aan.

 ‘Zie je wel,’ denkt ze, ‘ik ben niet de moeite waard...’ Steeds dieper zakt ze weg in de leegte. Lachen lukt niet meer.

Janna, een tekentalent, drukt zich op papier enkel nog uit in sombere kleuren: donkerblauw, bruin, grijs en zwart. En zo verdwijnt haar hoofd in de donkere blauw-grauwe mist die ervoor zorgt dat zij de wereld niet kan zien. Ze kan helemaal nergens meer van genieten.

Haar vader is vol begrip, die verdraagt ze beter naast zich dan haar moeder, die vindt dat ze zich niet zo moet aanstellen en overdrijft. Hij dringt erop aan dat Janna in gesprek gaat met de huisarts. Die stelt vast dat Janna dicht tegen een depressie aan zit. Ze heeft psychologische hulp nodig en hij verwijst haar door naar een praktijkondersteuner van de GGZ.

Ondertussen lukt het Janna steeds moeilijker zich op te laden voor school. Haar cijfers zijn nog wel voldoende, maar ze kan duidelijk beter en daarover voelt ze zich schuldig naar haar ouders. Bo en Suze, vriendinnen van school, willen Janna graag steunen, maar dat is lastig omdat Janna ze op een afstand houdt. Daarnaast heeft Bo zelf problemen thuis met ruziënde ouders.

Janna krijgt opnieuw professionele ondersteuning, nu vanuit De Accolade, een Centrum voor kinderen en jongeren met psychische of psychiatrische klachten. De therapie en de gesprekken met lotgenoten werken in zekere zin bevrijdend, omdat Janna zich realiseert dat ze niet de enige is.  Maar het valt niet mee. Zo nu en dan zakt ze weer weg in de blauwe mist en het is in zo’n periode van terugval dat ze zichzelf in haar onderarm begint te snijden. Haar vriendin Bo heeft de zelfverminking ontdekt en zij dringt erop aan dat Janna haar ouders informeert. Met de komst van een hond gaat er een grote wens van Janna in vervulling en dat draagt ertoe bij dat Janna langzaam uit het dal kruipt en dat het haar zelfs lukt weer te genieten.

 Ik leer mezelf beter kennen. Ik leer steeds meer te accepteren dat het oké is zoals ik ben. (p. 213)

 Maar dan, op zekere dag, komen Janna’s ouders met een onthulling die haar leven volledig op zijn kop zet!

Een begaafd verteller

Blauwe dagen is opgesplitst in vijf delen. Na een proloog volgt Cazemier in chronologische volgorde anderhalf jaar lang de hoofdpersoon en beschrijft zij vrij gedetailleerd het gevoelsleven van de veertien-, vijftienjarige Janna. Haar moeder draagt een geheim bij zich en langere tijd blijft onuitgesproken wat er precies speelt. Het achterhouden van informatie maakt het verhaal niet alleen spannend, maar is ook een verklaring voor de nogal gestreste verhouding tussen Janna en haar moeder, alsmede tussen haar ouders. In het slot komen de gebeurtenissen in een stroomversnelling als Janna’s moeder besluit open kaart te spelen. Door haar verhaal krijgt Janna nieuwe inzichten. Het verklaart deels haar sombere stemmingen en dat helpt weer bij het acceptatieproces waardoor Janna verder kan gaan met haar leven.

Cazemier is een begaafd verteller en met haar vlotte stijl, scherpe observaties en levensechte dialogen is zij er opnieuw in geslaagd een boeiend verhaal te schrijven dat niet alleen vermaakt, maar met name ook inzicht geeft in de oorzaken en de gevolgen van een depressie. Het boek is nergens onnodig problematiserend en juist dat gegeven vind ik kenmerkend voor het werk van Cazemier die  - ook al zijn haar onderwerpen nog zo zwaar – altijd weer deuren opent naar betere tijden.

Een indringend verhaal voor jongeren van veertien jaar en ouder.


Cazemier, C. (2020) Blauwe dagen. Amsterdam: Uitgeverij Ploegsma. Isbn  978 90 216 8058 73  € 15,95, 116 blz.