zaterdag 27 maart 2021

Sue Townsend - Het geheime dagboek van Adrian Mole 13 3/4 jaar

De Engelse schrijfster Sue Townsend (Leicester, 1946 – 2014) beleefde haar doorbraak toen ze in 1982 wereldberoemd werd met het verschijnen van het eerste dagboek over Adrian Mole: The Secret Diary of Adrian Mole, aged 13¾. Ook in ons land omarmden jongeren en volwassenen de aandoenlijke puber Adriaan Mole en de kans is groot dat u als lezer van mijn Blog Het geheime dagboek van Adriaan Mole 13 ¾ jaar destijds zelf las als tiener. Uitgeverij Condor, onderdeel van WPG Kindermedia, kwam vorig jaar zomer met een geheel nieuwe uitgave van deze bestseller en pakte het serieus aan. Het bleek nodig het nogal gedateerde taalgebruik uit de jaren tachtig te herzien. Sylvia Witteman, zelf een groot liefhebber van Adrian Mole, pakte de klus voortvarend op en zorgde voor een sprankelende nieuwe vertaling van het dagboek.

Laten we eens inzoomen op deze klassieker.

Een onvergetelijke tobber

Het leven van een puber is zwaar. Vraag dat maar aan Adrian Mole! Hij is een piekeraar en gaat gebukt onder de lasten van het leven. Het valt ook niet mee. Pukkels, lichaamsdelen die zich maar niet koest willen houden, scheuren in het huwelijk van zijn ouders (de buurman komt verdacht vaak langs bij zijn slonzige moeder), zijn werkloze vader en een irritante hond die door zijn ouders dronken wordt gevoerd. Er is daadwerkelijk veel om je zorgen over te maken. Bovendien ziet  niemand dat Adrian een intellectueel is en een dichter.

Maar er zijn ook lichtpuntjes. De veertienjarige feministe Pandora bijvoorbeeld op wie Adrian hopeloos verliefd is. En dan zijn daar ook nog een negenentachtig jarige kettingroker en zijn verwende boezemvriend Nigel die zorgen voor de vrolijke noot in Adrians bespiegelingen.

The Secret Diary of Adrian Mole, Aged 13¾ bleek een hit en werd in meer dan dertig talen vertaald. De schrijfster  Sue Townsend zou in totaal acht dagboeken schrijven waarvan de meeste in ons land in een vertaling van Huberte Vriesendorp verschenen bij Uitgeverij De Fontein. Het succes leidde tot een verfilming van de verhalen voor televisie, ook in ons land uitgezonden.

Een nieuwe vertaling

Uitgeverij Condor besloot het eerste dagboek opnieuw uit te geven, maar dan wel in een geheel nieuwe vertaling door schrijfster, journaliste en columniste Sylvia Witteman. Dat was nodig. Witteman, die het boek zelf verslond als tiener, zei hierover in een interview in Het Parool:

Er komt in de oude vertaling nogal wat gedateerd taalgebruik uit de jaren tachtig voor, zoals ‘onwijs gaaf’ en ‘een wipje maken’. Tieners zijn erg kritisch, die vinden zo’n boek al gauw oubollig. Het was een leuke uitdaging om dat soort uitdrukkingen op te frissen zonder al te modieuze woorden te gebruiken: ik wilde natuurlijk vermijden dat het boek over tien jaar opnieuw gedateerd zou aandoen. Ook was de oude vertaling hier en daar een beetje gammel. Er staat bijvoorbeeld dat Adrian bij de snackbar een ‘bakje chips’ koopt. Het Engelse woord ‘chips’ betekent ‘friet’ of ‘patat’. Kleinigheden, maar toch wel hinderlijk.

Leg je de nieuwe vertaling naast die van Vriesendorp dan valt pas echt op hoe grondig Witteman te werk ging. Een woord als bijdehand verving ze door slim, het uitscheppen van een waterputje is veranderd in het ontstoppen van de goot, de borsten van Pandora wiebelen niet langer bij het spelen van netbal, maar schudden tijdens het korfbal. En zo zijn er nog veel meer aanpassingen die het verhaal meer in deze tijd plaatsen.

Het resultaat mag er zijn. Het dagboek leest bijzonder aangenaam mede dankzij de vlotte stijl, de humor en de vaak absurde gebeurtenissen. En los daarvan is Adrian met al zijn onzekerheden en klunzig gedrag gewoon een puber met wie de opgroeiende lezer zichzelf makkelijk kan identificeren.

Een onderhoudend boek (13+) dat een boeiend inkijkje geeft in het leven van een vertederende jongen die als een soort van antiheld worstelt met zijn puberteit en identiteit.

Deze zomer verschijnt bij Condor het tweede deel uit de dagboekserie (De groeipijnen van Adrian Mole) ook weer in een vertaling van Witteman.

Het is duidelijk. Het boek kan weer even mee, zal deze en volgende generaties lezers zonder enige twijfel aanspreken. Wat mij betreft een absolute mustread voor op de leeslijsten.


Townsend, S. (2020) Het geheime dagboek van Adrian Mole 13 ¾ jaar. Nederlandse vertaling door Sylvia Witteman. Amsterdam: Uitgeverij Condor. Isbn  978 94 931 8909 6 € 19,99, 288 blz.

Meg Rosoff - Hoe ik nu leef

De in Amerika geboren schrijfster Meg Rosoff (Boston,1956) debuteerde in 2004 met de roman How I live now, in ons land een jaar later uitgebracht onder de titel Hoe ik nu leef. Het boek maakte een verpletterende indruk en werd al rap bekroond met belangrijke internationale onderscheidingen waaronder de prestigieuze Guardian Children’s Fiction Prize en de Michael L. Printz Award voor jeugdliteratuur. Sindsdien wordt Rosoff,  die al vanaf 1989 woont en werkt in Londen, gerekend tot de absolute top van de young adult-literatuur. Met titels als What I was (2007, Nederlandse vertaling: 2009 - Wat ik was) en There is no dog (2011, Nederlandse vertaling In het begin was er… Bob) bevestigde ze die reputatie ook in ons taalgebied. Uitgeverij Luitingh-Sijthoff kwam vorig jaar zomer met een heruitgave van Rosoffs eersteling, gestoken in een verfrissend nieuw jasje.

 Hoe ik nu leef – het verhaal

Volgens mijn beste vriendin Leah had D. de D. mij het liefst langzaam willen vergiftigen tot ik zwart zag en opzwol als een varken en onder helse pijnen zou sterven maar ik denk dat haar plan mislukte omdat ik het vertikte om iets te eten en ten slotte heeft ze ervoor gezorgd dat ik weggestuurd werd om duizenden kilometers verderop bij een paar neven en een nicht te gaan logeren die ik nog nooit had gezien terwijl zij en paps en het duivelsgebroed vrolijk hun gang konden gaan (p. 19)

Elisabeth, roepnaam Daisy, is vijftien jaar oud wanneer ze, gedwongen door haar stiefmoeder Davina (ze noemt haar de duivelin), overkomt uit New York om in Engeland de zomer door te brengen bij haar tante Penn op het platteland. Daar verandert alles. Ze wordt hevig verliefd op Edmond, haar neef die ze voor het eerst ontmoet op het vliegveld van Londen.

Laat ik voor ik het vergeet vertellen hoe hij eruitziet want dat is niet precies wat je van een doorsneeveertienjarige zou verwachten met zijn SIGARET en haar dat eruitziet alsof hij er in het pikkedonker in heeft zitten hakken, maar afgezien daarvan lijkt hij sprekend op zo’n straathond, je weet wel die je bij het hondenasiel tegenkomt en die iets hoopvols en liefs heeft en zijn neus meteen in je hand duwt nadat hij met een soort waardigheid naar je toe is gekomen en waarvan je gelijk weet dat je hem mee naar huis zult nemen. (p. 10-11)

Kort nadat haar tante op zakenreis gaat naar Oslo, breekt er een oorlog uit. Daisy, haar drie neven Edmond, Isaac, Osbert en haar nichtje Piper zijn vanaf dat moment geheel op zichzelf aangewezen in een – wat Daisy noemt – ‘perfect niemandsland (…) waarin twee mensen die te jong waren en te veel familie van elkaar aan het zoenen konden slaan zonder dat iets of iemand er wat van zei.’

Maar wat een droomzomer lijkt te worden, een wereld zonder volwassenen en zonder regels, verandert wanneer het huis van tante Penn door het leger wordt geconfisqueerd en de kinderen van elkaar worden gescheiden – de jongens apart van de meisjes - , ondergebracht bij gastgezinnen elders in het land.

Daisy heeft slechts één doel voor ogen en dat is haar voornemen om hoe dan ook Edmond en zijn broers op te sporen.

In een kort tweede deel verspringt de tijd enkele jaren. Daisy is wederom in New York en is na een kortstondige ziekenhuisopname terug in haar ouderlijk huis. Aangemoedigd door haar vader reist ze af naar Engeland voor een hereniging met Edmond. De oorlog heeft zijn sporen nagelaten en ook Edmond is voor altijd beschadigd. Maar Daisy weet waar ze thuishoort.

Hier bij Edmond.

En dat is hoe ik nu leef. (p. 197)

Verplichte leeskost

De gebeurtenissen worden geheel verteld vanuit het perspectief van de ik-persoon: Daisy. Dat Rosoff schrijft in een opvallende stijl blijkt al direct uit de citaten. De hoofdpersoon kletst er flink op los. Ellenlange zinnen zonder interpunctie, woorden die door de schrijfster geregeld worden geschreven met hoofdletters… . Het is even wennen. Maar wie doorzet, ondervindt al snel dat je als lezer wordt geraakt door deze authentieke manier van schrijven. De directe vertelwijze trekt je in een verhaal dat werkelijk geen moment verveelt. Deze meeslepende en tragische liefdesgeschiedenis komt echt binnen, laat niemand onberoerd. Geschikt voor de betere lezers in leerjaar drie en hoger.


Rosoff, M. (2020) Hoe ik nu leef. Oorspronkelijke titel: How I live now. Nederlandse vertaling in 2005 door Jenny de Jonge. Amsterdam: Uitgeverij Luitingh-Sijthoff bv. Isbn  978 90 245 9077 3  € 15,00, 200 blz.