vrijdag 28 april 2017

Susin Nielsen - Optimisme is dodelijk

(Lemniscaat, 2017)


De zestienjarige Petula voelt zich schuldig aan de dood van haar kleine zusje Maxine. Sindsdien sluit ze zich zoveel mogelijk af van haar omgeving, omdat ze er ook van overtuigd is dat het gevaar haar elk moment kan bespringen. Ze loopt liever een flink eind om dan dat ze langs een steiger wandelt. Desinfecterende gel is haar beste vriend. Wekelijks bezoekt ze verplicht ‘Knutselen voor Krankzinnigen’, een therapeutisch kunstklasje voor hopeloze stumpers. Het is voor haar ouders een goedkoop alternatief voor de dure een-op-een sessies met een in rouwverwerking gespecialiseerde therapeut. Jongeren met problemen komen op deze plek samen met alle kneuzen van de school om middels creatieve therapie los te komen van hun verleden. Het is hier dat Petula Jacob ontmoet, een soort van ongeleid projectiel met een bionische arm. Jacob slaagt erin Petula met een bizar en hilarisch project langzaam maar zeker weer de gewone wereld in te trekken. Maar ook hij, al laat hij daar tegenover niemand ook maar iets over los, worstelt met een verleden. Wanneer Petula ontdekt wat er met Jacob is gebeurd stort haar wereld in.

Nielsen besteedt de nodige aandacht aan de gedachten en de gevoelens van de ik-persoon – Petula - die daardoor voor de lezer echt lijkt te gaan leven. Al haar onzekerheden en emoties worden door de schrijfster op een treffende manier verwoord, inhoudelijk gevoelig en ontroerend, zonder dat het verhaal onnodig zwaar wordt.

De Canadese Susin Nielsen die nog niet zo lang geleden debuteerde met het ook in ons land uitstekend ontvangen We zijn allemaal moleculen deed onlangs ons land aan om haar nieuwste boek te promoten. Nielsen werkte voor de televisie en ze had in haar geboorteland een belangrijk aandeel in veel series. Optimisme is dodelijk is dus haar tweede boek en ze laat hiermee zien dat ze een getalenteerd schrijfster is. Het verhaal doet in de verte denken aan Een weeffout in onze sterren van John Green. Ook hier twee jonge hoofdpersonen, beschadigd en door het leven getekend. Ze vinden elkaar door een speling van het lot en groeien langzaam maar zeker steeds verder naar elkaar toe.

Ransom Riggs - Bijzondere vertelsels

(Clavis, 2017)

Een uniek kijkje in de geschiedenis van het bijzonderdom

Ransom Riggs schreef de trilogie over De bijzondere kinderen (Clavis 2012 – 2015), inmiddels ook  verfilmd door Tim Burton. In Bijzondere vertelsels, samengesteld en van aantekeningen voorzien door Millard Nullings, onzichtbare leerling van mevrouw Peregrine en onderzoeker van alles wat bijzonder is, staan tien prachtig geïllustreerde verhalen die - zoals we dat van Riggs meer dan gewend zijn - grenzen aan het absurde. ‘Elk verhaal een mengeling van geschiedenis, verzonnen feiten en morele lessen voor bijzondere kinderen.’ Daar is bijvoorbeeld het verhaal over de welgestelde, loffelijke kannibalen, menseneters die ledematen als een ware delicatesse beschouwen. Ze halen de bescheiden inwoners van het moerasdorp Swampmuck over om voor goed geld  alle lichaamsdelen die ze kunnen missen te amputeren en af te staan. Iedereen bezwijkt voor de verleiding, stopt met het oogsten van moeraskruid en de huizen in Swampmuck worden almaar groter en luxer. Bijna iedereen… Alleen boer Hayworth blijft zichzelf, tevreden met wat hij heeft. De moraal van het verhaal lijkt meer dan duidelijk.

Een prinses met een slangentong, de herkomst van de eerste ymbryne, de duiven van St. Paul’s, het meisje dat nachtmerries kon temmen...  Het is een greep uit de bizarre en angstaanjagende vertelsels van een geniaal schrijver in een bundel ‘gedrukt in een nomadentent nabij het ondiepe zoutmeer Lob Nor’ en ingebonden ‘tegen hoge kosten in een basis diep onder de grond.’

Tja, je moet er maar opkomen. Leuk is het wel. Of om de fictieve samensteller Nullings aan te halen: ‘Geniet van deze Vertelsels – het liefst op een koude avond voor een knisperend haardvuur, met een snurkende grimbeer aan je voeten – maar vergeet niet dat ze vertrouwelijk zijn, en als je ze hardop voorleest (wat ik ten zeerste aanraad), zorg er dan voor dat je publiek bijzonder is.’
Tot slot een welgemeende raad van de uitgever: ‘Gelieve dit boek niet als onderzetter of deurvanger te gebruiken.’ Maar wie zou dat willen? Daar is deze met goudopdruk gebonden bundel toch net iets te bijzonder voor!

Zeer de moeite waard voor leerlingen van alle leeftijden, ook zij die wat meer aansporing nodig hebben om eens een boek te pakken.

Ransom Riggs (1979) groeide op in het zuiden van Florida. Hij studeerde literatuur aan Kenyon College  en film aan de University of Southern California. Hij woont in Los Angeles met zijn vrouw, bestsellerauteur Tahereh Mafi.

Ursula Poznanski - Layers

(Lemniscaat, 2017)

Kun je je eigen ogen vertrouwen? De waarheid is complex

De zeventienjarige Dorian is van huis weggelopen en leeft sindsdien een uitzichtloos bestaan. Het leven op straat gaat hem eigenlijk prima af...  Tot hij op een ochtend wakker wordt naast een vermoorde zwerver! Dorian kan zich met de beste wil van de wereld niet herinneren wat er is gebeurd en hij slaat op de vlucht. Een aardige welzijnswerker ontfermt zich over hem en neemt hem op in een leefgemeenschap, een toevluchtsoord ook voor andere ontspoorde jongeren. Hij geeft hem kleding, eten, onderwijs én houdt hem voor de politie verborgen. Dorian leert er Stella kennen en hij wordt op slag verliefd. De enige tegenprestatie die van Dorian gevraagd wordt, is het afleveren van goed verzegelde relatiegeschenken. Het lijkt een geweldige deal, totdat Dorian na een onverwacht incident een van de pakketjes zelf houdt. Het pakje bevat een Visionar, een soort van Googlebril. De bril biedt de drager een poort naar een virtuele wereld, een wereld die als een laag over de werkelijkheid heen is gelegd. Vanaf dat moment is Dorian zijn leven niet meer zeker en is hij genoodzaakt opnieuw te vluchten. Op wie kan hij nu nog bouwen? En nog belangrijker: kun je vertrouwen op datgene wat je ziet?

Layers is een knap geconstrueerde Young Adult en net als in Erebos gebruikt de schrijfster het thema virtuele realiteit om te komen tot een fascinerend verhaal. Poznanski slaagt er op kundige wijze in de spanning die voortkomt uit de verhaalgebeurtenissen samen te brengen met de psychologische spanning zoals die continu aanwezig is in het hoofd van de hoofdpersoon Dorian. Dat maakt Layers tot een uiterst beklemmende geschiedenis met een opmerkelijk plot.
Het boek valt ook qua uiterlijk op, is op een bijzondere manier gedrukt. Geheel in de lijn van het verhaal kreeg de voorzijde van het  omslag dankzij verschillende lagen een driedimensionaal uiterlijk.

De Oostenrijkse Ursula Poznanski werkte als medisch journalist en brak met Erebos door bij het grote publiek. De jeugdroman werd in liefst vijfentwintig landen vertaald en ontving de prestigieuze Deutscher Jugendliteraturpreis van de jeugdjury. De thriller voor volwassenen Vijf (Cargo, 2013), het eerste deel over de rechercheurs Kaspary en Wenninger, vergrootte haar groep van aanhangers verder. Vandaag de dag is Poznanski fulltime schrijfster.

Lara Avery - Het geheugenboek

(Luitingh-Sijthoff bv., 2017)

Ze zeggen dat ik alles zal vergeten. Dus schrijf ik op om te herinneren…

Sammie McCoy, zeventien jaar oud,  weet precies wat ze wil: met de hoogste cijfers haar eindexamen halen en het kleine plaatsje in de USA waar ze woont voorgoed de rug toekeren. Maar het mag niet zo zijn. Ze hoort dat ze Niemann-Pick Type C heeft, een zeldzame aandoening die haar hersenfuncties, motorische functies, geheugen en stofwisseling aantast. De ziekte zal onvermijdelijk geleidelijk al haar herinneringen stelen tot ze overlijdt. Een remedie, een medicijn om te genezen, bestaat niet.  Zo wordt het geheugenboek geboren. Sammie neemt zich voor om alle gebeurtenissen, belevenissen, maar ook al haar dromen toe te vertrouwen aan het papier. Want ze weet dat ze het zich op een dag niet zal herinneren.

Sammie schrijft in het geheugenboek aan haar toekomstige zelf: over waar ze haar studieboeken opbergt, over Stuart, die als schrijver de wereld wil veroveren, over haar enige goede vriendin Maddie, met wie ze debatkampioen wil worden. Over Cooper, die er alles aan doet haar aan het lachen te maken en haar tot het einde toe te steunen. Kortom: Sammie schrijft en schrijft, zelfs als haar geheugen haar in de steek laat, zo nodig met hulp van anderen.

Zonder valse emoties, maar steeds recht uit het hart vertelt Sammie McCoy over haar veel te korte leven. Over de mensen die haar dierbaar zijn. Over de grappige en minder leuke momenten. Over het ziek zijn. Over haar toekomstdromen. De wetenschap dat er voor haar geen later is, maakt het verhaal heftig, grijpt je voortdurend naar de strot. Kortom, een hartverscheurend, tragisch verhaal dat niemand onberoerd laat. Heel mooi geschreven.

Lara Avery verliet het ouderlijk huis met alleen een basketbalbeurs op zak. Ze wilde rechten studeren, maar kwam al snel tot de ontdekking dat ze liever schrijft. Avery woont in Minneapolis (Minnesota) en schrijft voor het literaire tijdschrift Revolver.

donderdag 23 februari 2017

Susin Nielsen - Wij zijn allemaal moleculen

(Lemniscaat, 2016)

Soms doet mijn buik pijn als ik aan mijn moeder denk, en aan hoe anders alles zou zijn als papa's verliefde blikken voor haar waren bestemd. Maar zoals Dr. Elizabeth Mos- Covich me duidelijk heeft gemaakt: ik moet niet in het verleden blijven hangen. Caroline maakt mijn vader gelukkig, en dat is goed.
 En het beste is dat ze een dochter heeft. Ze heet Ashley en is een jaar ouder dan ik. Ik heb Ashley nog maar een paar keer ontmoet. Ze is erg mooi, maar ik denk ook dat er iets mis is met haar oren, want als ik een gesprekje probeer aan te knopen, loopt ze altijd weg of zet ze het geluid van de televisie heel hard.
Misschien is ze gewoon verlegen.
En nu trekken we bij hen in.

Ashley en Stewart zijn twee tieners die elkaar normaal gesproken niet zouden tegenkomen. Stewart, dertien jaar en hoogbegaafd, is sociaal gesproken - laten we het voorzichtig zeggen - wat onhandig. De veertienjarige Ashley daarentegen is de populaire (en niet bepaald aardige) beauty queen van school, die, behalve de sociale contacten die ze er heeft, werkelijk niets met school en studeren heeft.
Zij kan zich dan ook geen grotere ramp voorstellen dan dat Stewart en zijn vader bij haar en haar moeder in huis trekken. Terwijl Stewart het eigenlijk wel leuk vindt dat hij zo'n grote zus krijgt (hoewel dat het verlies van zijn moeder niet verzacht).
Alsof het allemaal al niet moeilijk genoeg is, wordt Ashleys bestaan helemaal omgegooid als haar droomvriendje een heel andere jongen blijkt te zijn dan ze zich had voorgesteld, en haar grote geheim uitkomt: haar ouders zijn gescheiden omdat haar vader homoseksueel is. Haar leven is voorbij, denkt ze. Maar dan heeft ze buiten Stewart gerekend!

Susin Nielsen vertelt het verhaal van Ashley en Stewart door hun beider ogen, ieder met hun eigen stem.  Het geeft de geschiedenis een extra dimensie, maakt het mogelijk dat je uitstekend kunt meeleven met beide hoofdpersonen. De schrijfster besteedt de nodige aandacht aan de gedachten en de gevoelens van de verhaalfiguren die zo echt lijken te gaan leven, als het ware los komen van het papier. Nielsen schiet hier en daar wel wat door in haar beschrijvingen en dat haalt op dergelijke momenten de  vaart uit het verhaal. Dat maakt ze dan weer goed met haar dikwijls voortreffelijk geschreven  dialogen, scherp, levendig en voor tieners zeker herkenbaar. Mede ook dankzij het wisselend perspectief en niet in de laatste plaats het boeiende thema is Wij zijn allemaal moleculen absoluut een geslaagd verhaal waarvan opgroeiende jongeren  van dertien jaar en ouder zeker zullen genieten.

Nielsen wilde altijd schrijfster worden. Ze werkte voor de Canadese televisie en had daar een aandeel in veel series. Wij zijn allemaal moleculen (We are all made of molecules) werd in Canada lovend ontvangen en het is haar eerste boek bij de Rotterdamse uitgever Lemniscaat.

Jelmer Soes - Lichaam van licht

(Querido, 2016)

Met enige regelmaat verschijnen er bij Kinderboeken Uitgeverij Querido titels in de serie Slash. Het zijn boeken van dikwijls gerenommeerde schrijvers, geschreven op basis van het waargebeurde levensverhaal van een bijzondere jongere. Auteur en  jongere werken daarbij heel nauw samen, de een als ‘verteller’, de ander als schrijver. Beide namen staan op het omslag, met een grote Slash ertussen.

De reeks is ooit bedacht door Edward van de Vendel. Hij deed in 2008 de aftrap met De gelukvinder (2009 Glazen Globe, 2010 Jenny Smelik-IBBY prijs) samen met Anoush Elman. Daarna volgden nieuwe verhalen, onder meer van Mirjam Oldenhave en Cynthia van Eck, Anke Kranendonk en Lieke Kranendonk, Bibi Dumon Tak en Castel. Per jaar verschijnen er twee of drie nieuwe titels.

Het nieuwste boek in de Slashreeks is Lichaam van licht. Jelmer Soes heeft zich in de voorbereiding op dit verhaal gestort in de wereld van de gameverslaving. Hij ontdekte al snel dat het best lastig was een jongere te vinden die hierover wilde praten. Daarom ontstond zijn verhaal uiteindelijk niet vanuit één persoon, maar van meerdere: een ‘anonymous’, waarin zijn samengebracht de (ex-) gamers die hij ontmoette, aangevuld met delen van zichzelf. Zij kregen samen een gezicht in de persoon van de fictieve verhaalfiguur Jonas en diens game-character Sanoj.

Het verhaal vertelt hoe Jonas tijdens zijn studentenleven steeds meer tijd besteedt aan het gamen en in toenemende mate gefascineerd raakt door de virtuele wereld van The Rift, de thuisbasis van Sanoj. Zijn studie raakt volledig op het tweede plan. Jonas komt niet meer thuis en liegen wordt zijn tweede natuur met slechts één doel: door kunnen gaan met gamen. Een doorbraak als profgamer zo zou maar kunnen. Waarom zou hij ’s nachts nog slapen?

Jelmer Soes publiceerde jeugdpoëzie in bloemlezingen. Naast dichter is hij toneelschrijver, redacteur/corrector, recensent en schrijfdocent. In 2012 verscheen van hem bij Gottmer Risk.

Lichaam van licht is een boeiend, vlot geschreven verhaal dat aanleiding kan geven tot een levendige discussie in de klas over de gevaren rond gamen.

Erna Sassen - Er is geen vorm waarin ik pas

(Leopold - 2017)

De zeventienjarige Tessel stort compleet in wanneer er een einde komt aan haar relatie met haar docent Nederlands Parcival. Tessel , leerling in de vijfde klas van het vwo, bracht buiten schooltijd veel tijd door met P, zoals ze de leraar noemt. Als zijn persoonlijke assistente reisden ze samen het land door met diens cabaretvoorstelling.  In die tijd ontwikkelde Tessel steeds meer gevoelens voor de getrouwde man, veel meer dan ze zelf durft toe te geven.

Tessel belandt in een burn-out, weet zich absoluut geen raad met zichzelf. In deze depressieve, miserabele gemoedstoestand ontmoet ze min of meer bij toeval  Evelien die nog maar kort geleden haar zestienjarige dochter Sanne moest loslaten na een oneerlijke strijd tegen kanker.

Het zijn de openhartige, dikwijls confronterende gesprekken met Evelien die ervoor zorgen dat de perfectionistisch ingestelde Tessel geleidelijk een andere kijk ontwikkelt op alle gebeurtenissen, op de niet beantwoorde liefde van P. Op haar beurt lijkt ook Evelien troost te putten uit de omgang met Tessel, helpt het haar in de verwerking van het rouwproces om haar overleden dochter.

Het verhaal is geheel geschreven vanuit Tessel en dat maakt dat je je als lezer goed kunt identificeren met de hoofdpersoon die als opgroeiende puber worstelt met haar gevoelens en langzaam maar zeker haar zelfvertrouwen hervindt.
Sassen slaagt erin Tessel met al haar onzekerheden geloofwaardig neer te zetten. Ze geeft een goed uitgewerkt psychologisch portret van de hoofdpersoon en het is onvermijdelijk dat haar authentieke schrijfstijl, gekoppeld aan het dramatische onderwerp, de lezer raakt.

Erna Sassen schrijft ook voor jonge kinderen, maar ze bewees al eerder haar vorm met name te hebben gevonden in het schrijven van verhalen voor adolescenten.  Zo verscheen van haar in 2014 Kom niet dichterbij, net als Er is geen vorm waarin ik pas een geschiedenis over een verstoorde liefdesrelatie. En vijf jaar eerder deed ze van zich spreken met Dit is geen dagboek (Leopold, 2009, genomineerd voor de Dioraphte Jongerenliteratuurprijs en Deutscher Jugendliteraturpreis), een indringend verhaal over de zwaar depressieve Boudewijn die rouwt na het overlijden van zijn moeder en een uitlaatklep vindt in het luisteren naar klassieke muziek en het schrijven in een dagboek.

Jenny Valentine - Door het vuur

(Luitingh-Sijthoff, 2016)


Iris heeft enkel nog gevoelens van diepe minachting voor haar ouders. Haar moeder, een levende barbiepop en haar stiefvader, een mislukte soapacteur, staan haar enorm tegen. Lang geleden, toen Iris nog een klein meisje was, verdween haar biologische vader Ernest uit haar leven.
Maar dan brengt een onverwacht bericht hen weer samen: de schatrijke Ernest ligt op sterven en hij wil zijn dochter maar wat graag nog één keer zien. Iris’ moeder ruikt geld, maar ze weet niet dat haar ex en haar dochter een groot geheim met zich meedragen…

Groots is Valentine in de wijze waarop ze de bijzondere, totaal verschillende verhaalfiguren beschrijft en los laat komen van het papier. Het zijn, evenals in haar eerdere werk mensen, dikwijls door het leven getekend.

Zo is daar in Door het vuur de eigenzinnige Iris met haar fascinatie voor vuur waarmee ze zichzelf als het ware zuivert van nare gevoelens en gedachten.

Haar vriend Thurston, een zwerver en levenskunstenaar, die niet van plan is zich aan te passen aan de algemeen geldende omgangs- en gedragsvormen.

Hannah, Iris’ alcoholistische en egoïstische moeder, die als een aasgier wacht op het overlijden van haar ex met slecht één reden: het opeisen van diens fortuin.

Ook stilistisch valt er veel te genieten in dit meesterlijk geschreven verhaal over hebzucht, liefde en verraad.

We kenden de auteur al van onder meer Op zoek naar Violet Park (Moon, 2009), Mierenkolonie (Moon, 2010) en Het dubbelleven van Cassiel Roadnight (Moon, 2011), boeken voor jongeren van veertien jaar en ouder die destijds stuk voor stuk uitstekend werden beoordeeld. Zo won Op zoek naar Violet Park in 2007 de Guardian Children’s Fiction Prize, een belangrijke Engelse prijs voor het beste jeugdboek, vergelijkbaar met onze Griffel.

Echt een aanrader voor de meer ervaren lezers van veertien jaar en ouder.

Ga voor meer besprekingen naar www.eenboekjeopen.nl.

Esther Sprikkelman - Bijenvader

(Lemniscaat - 2017)

Zomer 1985. Hoofdpersoon Johanne is met haar kunstzinnige moeder Kat en haar broertje Paulie verhuisd vanuit de grote stad Utrecht naar Warsum, een klein dorp in het oosten van het land. Daar ontmoet ze de zoon van de plaatselijke snackbarhouder, de onweerstaanbare Henrico.

Het liefdesgeluk is echter geen lang leven beschoren. Door een ongeluk raakt Henrico in coma. Johanne is bang dat hij zich niets zal herinneren van hun tijd samen en ze besluit daarom – voor het geval hij wakker wordt - zijn geheugen op te frissen middels het afspelen van ingesproken cassettebandjes over de lange, broeierige zomer die volgde op hun eerste ontmoeting. Over Henrico’s vrienden, de knappe Dora en haar strenggelovige familie. Over buurman Lomme en zijn bijenkasten waardoor Paulie geïntrigeerd raakt. En over de geheimen die de dorpsbewoners en families met elkaar verbinden.

Debutante Sprikkelman kiest voor een manier van vertellen waarbij ze via terugblikken verhaalt over de zinderende zomer die volgde op de eerste ontmoeting tussen de hoofdpersoon en Henrico. Vanaf de eerste blik in de snackbar (‘Ik doe mijn best door te ademen, maar ik denk dat je zag dat ik schrok. Ja, toch?’) tot aan de rampzalige dag waarop Henrico in het ziekenhuis belandt.

Muziek, voornamelijk uit de jaren tachtig, speelt een voorname rol in deze interessante liefdesgeschiedenis die de lezer langzaam maar zeker meevoert naar een tragische climax, een slot dat je nog lang bijblijft.  Een knap geconstrueerde roman die smaakt naar meer.

Esther Sprikkelman was zangeres en liedjesschrijver. Met haar band reisde ze door Europa en Amerika. Nu is ze tekstschrijver en docent Nederlands op een hogeschool. Het liefst leest ze gedichten voor, schrijft en regisseert ze schoolmusicals.

Hopelijk gaan we in de toekomst nog meer mooie verhalen lezen van Sprikkelman.

Tjibbe Veldkamp - De lovebus

(Querido - 2017)


Op zaterdagavond 7 februari 1976 werden in Medum en omgeving twee mensen vermoord, er viel één zwaargewonde en acht personen hadden medische zorg nodig voor lichtere verwondingen. Al dat geweld draaide om seks.
Dit is het verhaal van die avond.

Aldus de openingszinnen van De lovebus. Wat volgt is één lange terugblik waarin we, beschreven door de ogen van vier verschillende verhaalfiguren,  lezen over de gebeurtenissen die uiteindelijk leidden tot de climax van dit nieuwste boek van Tjibbe Veldkamp, zijn eerste verhaal  overigens voor jongeren van vijftien jaar en ouder.

De geschiedenis speelt dus in de jaren zeventig en is geheel gesitueerd op het Groningse platteland waar bar-dancing Boerema het uitgaanscentrum is voor de jeugd die de bloemetjes wil buitenzetten.
Voor wie meer wil dan alleen een avondje muziek en drank in de dorpsdiscotheek is er de lovebus, een oude verbouwde Amerikaanse bus voor intieme seks. Te boeken voor dertig gulden per half uur via J.J.
Cathelijn heeft de bus gereserveerd maar ze is nog op zoek naar een partner. Tammo verlangt naar een meisje dat ‘kerelsgek’ is, zo een die niet vies is van ongeremde seks. En dan is daar de verliefde Mina die tot haar verbijstering vaststelt dat de jongen die ze aanbidt een onbekend meisje het hof maakt. Zie hier de hoofdpersonen en  de ingrediënten voor een broeierige avond die zijn slotakkoord beleeft in een dubbele moord.

De schrijver speelt met de tijd en wisselt voortdurend van perspectief. Psychologisch zit dat alles knap en doordacht in elkaar, maar als lezer moet je wel bij de les blijven. Veldkamp zegt hierover in een interview met zijn uitgever:
 ‘Als lezer ben ik niet altijd dol op een wisseling van perspectief. Het mag een handig trucje zijn om spanning mee op te bouwen, maar als je niet oppast werkt het storend, omdat een perspectiefwissel snelt voelt als een onwelkome onderbreking van het verhaal. Ik heb me dus wel drie keer bedacht. Wat uiteindelijk de doorslag gaf, was dat ik als lezer wel dol ben op wendingen die wat je dacht te weten in een nieuw licht zetten. Daarbij kan een wisseling van perspectief natuurlijk goed van pas komen. Dat was wat me voor ogen stond.’

Groninger Veldkamp zelf was in februari 1976 nog maar dertien jaar oud. Te jong voor de disco. Maar oud genoeg om elke week Toppop te kijken en een levenslange interesse voor de jaren zeventig op te lopen. Naar zijn zeggen is dit verhaal ontstaan na een visioen en heeft hij zeven jaar lang gewerkt aan De lovebus. Evenals Tiffany Dop (Lemniscaat,2009) een fascinerende geschiedenis waar Veldkamp een heftig onderwerp bepaald niet schuwt. Zijn directe, bijna filmische manier van vertellen lijkt  inmiddels te behoren tot zijn handelsmerk en geeft het verhaal extra cachet. Gelardeerd met een dosis expliciete seks zal dit boek bij veel jongeren zeker in de smaak vallen.