woensdag 12 augustus 2020

Ben Davis - Alles wat ik nog met Gizmo wil doen

Ik begraaf mijn neus in Gizmo’s kriebelige vacht en sla mijn armen om hem heen. Op een dag, binnenkort, kan ik hem niet meer knuffelen of uitlaten. Ik moet Gizmo een laatste, onvergetelijke tijd bezorgen.

De dertienjarige Lukas heeft het niet makkelijk. Zijn ouders zijn uit elkaar en sindsdien heeft hij last van paniekaanvallen. Lukas is gestart  op de middelbare school en hij ervaart dat het leven van een brugpieper best ingewikkeld is, zeker als het aankomt op het aangaan en onderhouden van vriendschappen. Lukas lijkt steeds de verkeerde keuzes te maken. En zijn beste vriend Max gedraagt zich plotseling totaal anders. Hij kiest partij voor de meer populaire jongeren in de klas, een vervelend groepje dat er blijkbaar behagen in schept Lukas voortdurend te kleineren en hem belachelijk te maken.

Gelukkig krijgt Lukas onvoorwaardelijke steun van Gizmo, een kruising borderterriër. Maar Gizmo is al oud, veertien jaar om precies te zijn. Als Gizmo gevloerd wordt door een stevige infectie lukt het de dierenarts nog om die met antibiotica te bedwingen. Maar hij heeft ook minder goed nieuws. Gizmo’s kwaliteit van leven zal vanaf nu snel achteruitgaan. ‘Dus maak er nog wat moois van met hem’, zo luidt de boodschap van de arts.

Dat brengt Lukas op het idee een bucketlist op te stellen voor zijn hond, om samen leuke dingen te gaan doen. Zo wil hij nog een keer kamperen, nog één avontuur beleven als wonderjongen en wonderhond (personages gebaseerd op Lukas en Gizmo), een ijsje eten, naar een feest gaan en de grote heuvel aan de andere kant van de stad beklimmen. Maar misschien is de bucketlist er ook wel een beetje voor Lukas zelf, om uit te vinden hoe hij straks verder moet zonder zijn maatje…

Ben Davis schreef grappen en sketches voor radioprogramma’s voordat hij schrijver werd van jeugdboeken. Hij woont met zijn vrouw en zoon in Staffordshire (Verenigd Koninkrijk). Net als Lukas heeft Ben zelf ook een bijzondere hond: Tommie, die deels model stond voor Gizmo.

Alles wat ik nog met Gizmo wil doen is een hartverwarmend relaas over de innige band tussen een jongen en zijn hond. Het verhaal is ontroerend en hilarisch tegelijkertijd. De schrijver laat op een knappe en integere manier zien dat humor een krachtig wapen is in de strijd tegen verlies en verdriet.

Een aardige vondst zijn de telkens terugkerende beschouwingen in het boek, opgetekend vanuit het perspectief van Gizmo. Zo maakt Davis de lezer deelgenoot van de gedachten van Lukas’ hond en dat geeft de geschiedenis een hele bijzondere sfeer. Wat mij betreft een absolute aanrader voor jong en oud!

Op YouTube staat overigens een alleraardigst filmpje waarin Ben Davis zelf alle dingen van de bucketlist doet met zijn hond. Zoek op ‘what's that in dog years ben davis’.


Davis, B. (2020) Alles wat ik nog met Gizmo wil doen. De bucketlist van mijn hond. Oorspronkelijke titel: What’s That in Dog Years? Vertaling: Emiel de Wild. Amsterdam: Uitgeverij Leopold. Isbn 978 90 258 7887 0 € 17,99, 216 blz.


Inez van Loon - Sara's walkabout

Saar, de dertienjarige hoofdpersoon in Sara’s walkabout vertrekt met haar ouders in 1959 naar Australië. Tot ongenoegen van Saar, want die heeft het in Nederland uitstekend naar haar zin met een leuke vriendengroep en mooie schoolresultaten.

Aangekomen in ‘down-under’  blijkt al snel dat het geluk en de welvaart de nieuwkomers niet komen aanwaaien. Het is heel hard werken voor Saars ouders om de eindjes aan elkaar te knopen. Ondertussen moet Saar zich als ‘Dutchie’ zien te handhaven op een school waar niet alleen de taal, maar ook de regels compleet anders zijn dan ze gewend was.

Gelukkig ontmoet ze Otis, een ‘halve’  Aboriginaljongen, die vanwege zijn afkomst als geen ander weet hoe het voelt om buitengesloten te worden. Er ontwikkelt zich een vriendschap tussen de twee. Otis is door de autoriteiten zoals duizenden andere kinderen uit een gemengd huwelijk weggehaald bij zijn familie om ‘op de blanke manier’ te worden heropgevoed.

Saar komt in de uitgestrekte outback steeds meer aan de weet over Otis’ verleden en ze leert met vallen en opstaan tegelijkertijd ook zichzelf beter kennen.

Inez van Loon kiest in haar boeken steevast voor een vrouwelijke hoofdpersoon. Haar vrouwen zijn niet alleen behoorlijk ondernemend ingesteld, maar ze weten bovendien van geen opgeven. Zoals de hoofdpersoon in Mathilda, ik kom je halen (Clavis, 2018), gebaseerd op het leven van Van Loons Vlaamse grootmoeder. Voor dit historisch verhaal is de schrijfster op het moment van schrijven genomineerd voor de Thea Beckman prijs.

Sara’s walkabout is een voortreffelijk verhaal, geheel geschreven vanuit de ogen van een dertienjarige zoals de wereld er in de jaren vijftig uitzag. Vooraf deed Van Loon grondig research naar de ervaringen van Nederlandse immigranten in Australië. Het boek is voorzien van een verklarende woordenlijst, alsmede een uitgebreid nawoord waarin de schrijfster haar verhaal voorziet van achtergrondinformatie.

 

Loon, I. van (2020) Sara’s walkabout. Hasselt – Alkmaar – New York: Clavis Uitgeverij. Isbn 978 90 448 3869 5  € 16,95, 222 blz.

Katherine Rundell - Sophie op de daken

Katherine Rundell (Kent, 1987) staat bekend als een van de belangrijkste Britse kinderboekenauteurs van dit moment. In ons land kennen we haar van  Feo en de wolven (Luitingh-Sijthoff, 2018) en De ontdekkingsreiziger (Luitingh-Sijthoff, 2019).  Rooftoppers (2013) was haar debuut en het werd in haar geboorteland bekroond met de prestigieuze Blue Peter Book  Award en de Waterstones Children's Book Prize. Het wachten was op de Nederlandse vertaling en die ligt er nu onder de titel Sophie op de daken.

Sophie overleefde als baby een schipbreuk en iedereen denkt dat ze wees is. Maar Sophie herinnert zich nog dat haar moeder om hulp zwaaide toen Sophie in een cellokist in het Kanaal dreef. Volgens haar voogd is het bijna onmogelijk dat haar moeder nog leeft. Maar ‘ bijna onmogelijk' betekent ‘nog mogelijk', vindt Sophie. Met de enige aanwijzing die ze heeft – het adres van de cellomaker – vlucht Sophie naar Parijs. Daar krijgt ze hulp van Matteo en zijn ‘daklopers’, die in geheime plekken boven de stad wonen. Maar kunnen ze haar moeder vinden voordat Sophie wordt opgepakt door de autoriteiten? Of, nog belangrijker, voordat ze de hoop opgeeft?

Rundell verrast ons met een meeslepend relaas over familie en doorzettingsvermogen, een magisch verhaal over een meisje in het Parijs van de twintigste eeuw.

Sophie is een stoere meid. Ze laat zich door niemand de kaas van het brood eten en ze is, tot ongenoegen van de autoriteiten en wars van conventies, vastbesloten haar eigen plan te trekken en haar moeder op te sporen.

Dit onderhoudende boek is heel geschikt voor jongere lezers in de brugklas, vooral ook de leerlingen met wat minder leeservaring.

 

Rundell, C.S. (2020) Sophie op de daken. Originele titel: Rooftoppers. Vertaald uit het Engels door Jenny de Jonge. Amsterdam: Uitgeverij Luitingh-Sijthoff. Isbn 978 90 245 8090 3 € 17,99, 215 blz.

Rob Ruggenberg - Offerkind

Eind vorig jaar overleed op 73-jarige leeftijd Rob Ruggenberg (Wassenaar, 1946). Als journalist werkte hij voor diverse dagbladen. Vanaf 2006 legde hij zich volledig toe op het schrijven van jeugdverhalen. Na zijn debuut Het verraad van Waterdunen (Querido, 2006) over de Tachtigjarige Oorlog volgden meerdere, veelal uitstekend beoordeelde historische romans. Offerkind is Ruggenbergs nieuwste en misschien ook beste boek. Hij voltooide het verhaal tragisch genoeg nog juist voor zijn overlijden.

De lugubere vondst van een massagraf uit de bronstijd, onderaan de oude duinen in zijn geboorteplaats Wassenaar, inspireerden Rob Ruggenberg tot het schrijven van Offerkind. Het is een plek waar hij als kind graag speelde. Onderzoek wees uit dat de twaalf kinderen en volwassenen in het graf ruim vierduizend jaar geleden met geweld om het leven waren gebracht. Voor een verteller als Ruggenberg lag hier natuurlijk een uitgelezen kans voor een mooi verhaal.

Over het verhaal Offerkind

Aïn is op de vlucht om aan een zware straf te ontlopen. Langs dreigende grafheuvels, door gevaarlijke moerassen en over wilde rivieren is ze op weg naar de zee. Ver weg aan de kust hoopt ze veilig te zijn. Een meisje alleen immers kan niet overleven in het Nederland van vierduizend jaar geleden, dus is ze blij dat Kraai met haar is mee gevlucht. Kraai voelt zich een buitenstaander omdat zijn vader van een andere stam is en hij er anders uitziet. Samen moeten ze uit handen blijven van een jongensbende en moerasmensen die kinderen offeren. Komen ze ooit aan bij de zee? Overleven Kraai en Aïn de wraak van de moerasgodin?

Zijn journalistieke achtergrond kwam Ruggenberg goed van pas bij het verzamelen van achtergrondinformatie voor de boeken die hij schreef. Zijn verhalen berustten altijd op historische informatie, waargebeurde feiten, die hij voorzag van een saus met als belangrijke ingrediënten spanning, actie en avontuur.

Ook Offerkind is weer een prachtig verhaal, een  fascinerende geschiedenis met een charismatische hoofdpersoon. Aïn is een zelfbewust meisje, een krachtige persoonlijkheid. De gebeurtenissen laten je geen moment  los en je blijft lezen omdat je wilt weten hoe het afloopt. Ruggenberg spaart de lezer niet als het gaat om de beschrijving van talloze gruwelijkheden.  Daarmee rekent hij genadeloos af met alle bestaande beelden van de zogenaamde vredige bronstijd.

Het is zuur dat er met deze uitgave een einde is gekomen aan het talent van een mooi mens. Wat rest zijn de tijdloze verhalen van een briljant verteller.

 

Ruggenberg, R. (2020) Offerkind. Amsterdam - Antwerpen: Em. Querido’s Uitgeverij. Isbn  978 90 451 2440 7  € 16,99, 294 blz.

woensdag 5 augustus 2020

Een vlucht uit de werkelijkheid. Lezen om te ontsnappen aan de waan van de dag

Dit artikel verscheen eerder in mijn rubriek over jeugdliteratuur in 'Levende Talen Magazine', het vijfde nummer van deze jaargang, mei 2020. 

Op het moment dat ik deze woorden typ, wordt ons dagelijks leven volledig beheerst door de wereldwijde crisis rond corona. Onder meer de scholen zijn dicht en we doen ons best de leerlingen op afstand te betrekken bij ons vakgebied. Dat valt nog niet mee. Je merkt dat opgroeiende jongeren in de war raken door de ware stortvloed van corona-nieuwsberichten. Eenzaamheid, depressieve gedachten en gevoelens van onzekerheid liggen op de loer. Dan is het fijn, maar ook nodig je hoofd leeg te maken. Een goed geschreven, spannend verhaal kan uitkomst bieden. Heerlijk wegdromen, jezelf aangenaam verliezen in een totaal andere wereld.

Ik bestudeerde de inhoud van mijn boekenkast en koos voor verhalen die de fantasie in hoge mate prikkelen. Verhalen ook die niet onnodig problematiserend zijn. Ze hoefden niet per se van recente datum te zijn, maar nog wel goed verkrijgbaar. Zo kwam ik tot een keuze, die zich vanwege afspraken over de omvang van dit artikel beperkt tot een viertal titels. Het zijn deels klassiekers, verhalen van alle tijden. Wat ze gemeen hebben, is de strijd tussen goed en kwaad. De liefde overwint uiteindelijk. En dat is in deze verwarrende tijd een mooie en troostrijke gedachte!

De selectie is uiteraard subjectief. Inderdaad, een kwestie van smaak. Maar dat is onvermijdelijk het voorrecht van de recensent.

 

Een Gouden Griffel

… en dit’, zei dr. Simiak, ‘is dan de materie-transmitter.’

Dolf Wega was behoorlijk onder de indruk. Hij keek met ontzag naar het geweldige apparaat dat de gehele achterwand van het laboratorium besloeg.

Er zullen weinig mensen zijn, in ieder geval van mijn generatie, die deze openingsscène niet direct herkennen. In de jaren zeventig van de vorige eeuw was dit verhaal verplichte leeskost op de middelbare school. Ik heb het over Kruistocht in spijkerbroek van de ‘Grand Old Lady’ van het historische jeugdverhaal, wijlen Thea Beckman (1923 -2004). Deze jeugdroman is dan ook onvergetelijk, een ware klassieker.

Wie herinnert zich niet de illustratie op de voorzijde? Een blonde jongen, gestoken in jeans, loopt te midden van een groep armzalig geklede en schichtig om zich heen kijkende kinderen door een bergpas. Deze tekening, op zich al een monument, prikkelt de fantasie en nodigt absoluut uit tot lezen. En wie eenmaal is begonnen, kan niet meer stoppen.

De vijftienjarige Dolf Wega haalt twee wetenschappers over hem als proefkonijn te gebruiken voor hun uitvinding: een materie-transmitter. Daarmee is het mogelijk te reizen door de tijd. Dolf belandt in het jaar 1212, in de omgeving van Spiers. Maar op het moment dat hij terug wordt geflitst, gaat het mis. Een voorbijtrekkende stoet kinderen belemmert hem tijdig de gemerkte steen te bereiken en in zijn plaats verdwijnt een middeleeuwse jongen. Dolf vergezelt vervolgens de dertigduizend kinderen naar Jeruzalem waar zij het Heilige Land willen bevrijden van de Saracenen. Onderweg staan ze bloot aan talloze gevaren.

De schrijfster heeft haar verhaal doorspekt met allerlei wetenswaardigheden over het fenomeen Kinderkruistochten. Daarnaast besteedt ze aandacht aan de cultuur en laat ze zien welke voorname rol het geloof in het dagelijkse leven van de middeleeuwer speelde. Geschiedenis hoeft niet saai te zijn. Dat bewees Thea Beckman.

Kruistocht in spijkerbroek werd vele malen herdrukt. Beckman kreeg er in 1974 een Gouden Griffel voor en het verhaal werd in 1976 uitgeroepen tot het beste Europese historische jeugdboek. De auteur heeft dit succes, ondanks een omvangrijk oeuvre, nooit meer kunnen evenaren.


Een sympathieke tovenaarsleerling

In de Ligusterlaan, op nummer 4, woonden meneer en mevrouw Duffeling. Ze waren er trots op dat ze doodnormaal waren en als er ooit mensen waren geweest van wie je zou denken dat ze nooit bij iets vreemds of geheimzinnigs betrokken zouden raken waren zij het wel, want voor dat soort onzin hadden ze geen tijd.

Wederom een legendarisch openingsfragment, afkomstig uit het eerste deel van een wereldwijde hit: de zevendelige fantasyserie over de belevenissen van Harry Potter, bedacht en geschreven door de Britse schrijfster J.K. Rowling (1965). Het succes begon met Harry Potter en de steen der wijzen.

Harry is een doodgewone, maar ongelukkige jongen die sinds de dood van zijn ouders woont in een bezemkast onder de trap in het huis van zijn oom en tante. Op zijn elfde verjaardag verandert zijn leven ingrijpend dankzij de komst van een geheimzinnige brief. Hij wordt uit het huis van zijn oom en tante gered door een woeste figuur op een vliegende motorfiets en hij komt erachter wie zijn overleden ouders waren. Met een speciale trein belandt hij op Zweinsteins Hogeschool voor Hekserij en Hocus-Pocus waar hij alles leert over bezemstelen, toverdranken en monsters. En niet onbelangrijk: Harry moet de strijd aangaan met zijn aartsvijand Voldemort, een levensgevaarlijke tovenaar!

De boeken over de sympathieke tovenaarsleerling werden door jong en oud omarmd en maakten van Joanne Rowling een vermogende vrouw. De fantasierijke, magische en sprookjesachtige verhalen spreken behoorlijk tot de verbeelding en lezen heerlijk weg.

 

Altijd winter, nooit kerst

C.S. Lewis (1898 – 1963) werd vooral bekend als schrijver van christelijke boeken, zowel fictie als verhandelingen. In 1950 verscheen The Lion, the Witch and the Wardrobe, het eerste deel van de zeven Kronieken van Narnia. Met deze kinderboeken verwierf Lewis grote faam onder jong en oud.

De schrijver creëert op papier een magische wereld bevolkt door faunen en pratende dieren. De heks Jadis heeft het er voor het zeggen. Zij zorgde er voor dat het in Narnia altijd winter is, maar nooit kerst. De komst van vier kinderen brengt daar verandering in. Peter, Susan, Edmund en Lucy belanden tijdens een logeerpartij bij toeval via een kleerkast in het betoverde land. Volgens de overlevering zal de ban worden gebroken op het moment dat twee zoons van Adam en twee dochters van Eva de troon bestijgen. De witte heks wil het uitkomen van deze voorspelling tegenhouden en krijgt Edmund zover zijn zussen en broer te verraden. Maar wat zij niet weet is dat de leeuw Aslan terug is gekomen naar Narnia. Samen met Aslan en diens handlangers nemen de kinderen het in een grootse veldslag op tegen Jadis. In deze strijd wordt de tovenares uiteindelijk gedood, waarna de kinderen de troon bestijgen en de zomer terugkeert in Narnia.

Wie van fantasy houdt – en dat zijn er blijkens de enorme verkoopcijfers van de boeken in de Potterreeks en de hernieuwde belangstelling voor het werk van Tolkien velen – smullen van de Kronieken van Narnia.

 

Een eigentijds sprookje

Thomas verhuist met zijn jongere broers Joost en Maurits en de tweelingzussen Emma en Lisa naar het afgelegen plattelandsdorp Ravenhorst. Hun ouders hebben daar een oude herberg gekocht. Thomas moest niet alleen zijn vrienden in de stad verlaten, maar was ook gedwongen afscheid te nemen van de band waarin hij gitaar speelde. Het saaie leven in Ravenhorst verandert al snel in een groot avontuur wanneer de kinderen, gelokt door raven en een geheimzinnige stem een oude stadspoort in het nabij gelegen bos ontdekken met de inscriptie: ‘Raveleijn, waar Raven Ruiters zullen zijn.’ Zodra ze door de poort lopen, veranderen de kinderen in volwassen ruiters en de raven in hun paarden. Raveleijn blijkt bevolkt door Graffers, agressieve wezens van hout en metaal. Ze worden gemaakt door de mensen in Raveleijn, die leven als bannelingen in een enclave, en gebukt gaan onder het schrikbewind van graaf Olaf Grafhart. Er is een voorspelling die luidt dat er ooit vijf kinderen naar Raveleijn zullen komen om de stad te bevrijden. De broers en zussen begrijpen dat zij die kinderen zijn. Het lot van Raveleijn ligt in hun handen. Ze blijken te beschikken over eigen, speciale krachten, gekoppeld aan de elementen metaal, hout, water, aarde en vuur. Alleen wanneer ze hun krachten beheersen en goed samenwerken, is het mogelijk de boosaardige graaf te verslaan. Uiteindelijk staan ze tegenover Olaf Grafhart, die met zijn meerkoppige draak zorgt voor een heftige finale, een strijd op leven of dood.

Paul van Loon (1955) kennen we vooral van zijn griezelboeken. Verhalen als Vampier in de school (1990) en de reeks De griezelbus (vanaf 1991) waren met name onder jonge lezers razend populair. Het genre dat Van Loon beoefent, noemt hij zelf grumor: griezelen met humor.

Toen hij door de leiding van het attractiepark De Efteling werd gevraagd het verhaal van Raveleijn te schrijven, ontstonden er onmiddellijk beelden in zijn hoofd. Het boek Raveleijn is voorzien van fraaie illustraties, geheel in de stijl van het sprookjespark. Daar is de parkshow Raveleijn te zien en te beleven.

De geschiedenis vertoont veel overeenkomsten met de boeken van Lewis over De Kronieken van Narnia. Raveleijn is misschien niet het beste van Van Loon, maar het is wel een heerlijk boek om te lezen. Het verhaal is spannend en jongeren zullen genieten van de magie, de onverwachte wendingen en de actie. Eindelijk ook weer eens een titel waarmee leerlingen in het vmbo, van huis uit niet de meest enthousiaste lezers, zonder enige twijfel worden gegrepen!

 

  • Beckman, T. (2003) Kruistocht in spijkerbroek. Rotterdam: Lemniscaat b.v. Isbn  978 90 606 9167 0  € 17,95, 307 blz.
  • Lewis, C.S. (2015) De kronieken van Narnia. Originele titel: The Chronicles of Narnia. Vertaald uit het Engels door M. van den Bovenkamp-Gordeau. Utrecht: Kok Boekencentrum. Isbn 978 90 435 2591 6 € 34,99, 1184 blz.
  • Loon, P. van (2011) Raveleijn. Amsterdam: Leopold/Efteling: Isbn 978 90 258 5781 3  € 18,99, 246 blz.
  • Rowling, J.K. (2000) Harry Potter en de steen der wijzen. Oorspronkelijke titel: Harry Potter and the Philosopher’s stone. Vertaald uit het Engels door Wiebe Buddingh’. Amsterdam: Uitgeverij De Harmonie. Isbn 978 90 761 7410 5 € 18,99, 228 blz.

Sandy Stark-McGinnis - Zo vrij als een vogel

‘Ik stuif tussen de Aasgieren door, mijn t-shirt flappert in de wind. Jenny stopt met voorlezen. De hele speelplaats valt stil. Als ze geïnteresseerd zijn in vogels, dan proberen ze nu misschien te determineren bij welke soort ik hoor en concluderen dat er geen enkel ander exemplaar is zoals ik. Of ze zeggen bij zichzelf: Dat is December, dat rare meisje dat in de pauze altijd onder een boom zit. Ze praat nooit met iemand.
Maar het doet er niet toe wat ze van me denken. Het enige wat ertoe doet is dat mijn verhaal geheim blijft.
Ik ben geboren om te vliegen.’

December is elf, bijna twaalf jaar oud. Met een weggelopen moeder heeft ze een groot deel van haar leven in pleeggezinnen gewoond en heeft ze talloze scholen bezocht. Geen fijne tijd. Maar het kan haar niet schelen. Want ze weet zeker dat ze binnenkort vleugels krijgt en dat ze de wijde wereld in zal vliegen, haar vrijheid tegemoet. Zo staat het ook geschreven in Vogelmeisje: een uitzonderlijk verhaal. Het is Decembers levensverhaal, haar biografie, en ze neemt het boek overal mee naar toe. Het litteken op haar rug is het bewijs dat ze uiteindelijk zal uitvliegen. Ze weet het zeker: op die plaats zullen straks haar vleugels doorbreken.

‘Wanneer het zover is, zal het litteken op mijn rug tintelen en zullen mijn vleugels eindelijk door mijn huid heen barsten. Ik hoef me alleen maar af te zetten. Ik ben geboren om te vliegen. Springen is nog maar het begin.’ (p. 12)

Tot die tijd moet December oefenen en springt ze uit steeds hogere bomen. En ze eet zo weinig mogelijk want wie wil vliegen, moet licht zijn.

Haar laatste pleegmoeder is Eleanor, een alleenstaande vrouw die ook van vogels houdt en wilde dieren opvangt. Eleanor weet langzaam maar zeker door de muur te breken die December om zich heen heeft opgetrokken. En December krijgt een vriendin: Cheryllynn, een vrolijke meid die haar schouders ophaalt bij tegenslagen. Wil December eigenlijk nog wel wegvliegen?

Ze blijft voor de zekerheid flink oefenen…

Uitgever Lemniscaat heeft het juiste gevoel als het gaat om het vertalen van buitenlands werk. Helemaal in de lijn van de boeken van Susin Nielsen, Paul Mosier, Leslie Connor en Barry Jonsberg is dit ook weer zo’n geweldig mensenboek, een wonderschone geschiedenis over een kwetsbaar, door het leven getekend meisje. Het is een verhaal over relaties, over tegenslag en jezelf weer oppakken.

Zo vrij als een vogel is het debuut van de in Californië geboren Sandy Stark-McGinnes. Ik hoop dat we nog veel van deze schrijfster gaan horen, want ze heeft het schrijven absoluut in haar vingers.

Echt een juweel van een verhaal, heel geschikt voor de meer ervaren lezers in de onderbouw.

Sandy Stark-McGinnis werd geboren in Californië. Ze schrijft het liefst over al die kleine, bijzondere gebeurtenissen in een kinderleven, en over hoeveel moed en doorzettingsvermogen ervoor nodig is om op te groeien. Zo vrij als een vogel is haar debuut.

 

Stark-McGinnis, S. (2020) Zo vrij als een vogel. Oorspronkelijke titel  Extraordinary Birds. Vertaald door Lydia Meeder. Rotterdam: Lemniscaat b.v. Isbn 978 90 477 1192 6 € 15,95, 204 blz.

Linda van de Pol - Not so perfect

Madeleine van Breukelum, leerling in de vierde klas van het vwo, heeft het allemaal goed voor elkaar. Op haar slaapkamer hangt haar ‘MaddiePlan’, een planbord waarop ze haar toekomst zorgvuldig heeft uitgestippeld. In het nieuwe schooljaar wil ze naar 5-atheneum, dan volgt in leerjaar zes het eindexamen en aansluitend wil ze een studie rechten voltooien. Daarna komt er ongetwijfeld een goedbetaalde baan op haar pad bij het meest prestigieuze advocatenkantoor en ligt de weg open om zich te binden aan een knappe man. Hij weet nog van niets, maar Madeleine wil zich verloven en trouwen met haar aantrekkelijke leraar Engels, meneer Hamilton. Het leeftijdsverschil neemt ze op de koop toe. Want wat is nu negen jaar op een heel mensenleven?

Als er iemand wordt gevraagd om het jaarlijkse schoolfeest te organiseren op het Michiel de Ruyter College meldt Madeleine zich direct aan. Zij is natuurlijk de perfecte kandidate om dat te doen. Althans, dat vindt ze zelf. Ze is een organisatorisch talent, een financieel wonder, creatief, kan goed leiding geven, noem maar op. Maar dan, als Madeleine hoort dat ze assistentie krijgt van Oscar Breedveld, de grootste chaoot van de school, de wereld en het universum, ziet ze al haar plannen in duigen vallen. Of..., toch niet?

Not so perfect kreeg dit humoristisch en confronterend verhaal als titel mee. Het woordje ‘not’ op de cover is met een kruis doorgehaald. Dat is bepaald niet zonder reden, want de hoofdpersoon Madeleine maskeert haar faalangst en onzekerheid door honderd procent controle te willen bewaren over haar doen en laten. Mede om die reden wordt ze telkens in verlegenheid gebracht en belandt ze in situaties die ze juist probeert te vermijden.

Een vlot geschreven, eigentijds verhaal met een wensvervullend einde dat vooral opgroeiende tienermeiden zal aanspreken. Een typisch Jonge Jury-boek.

Schrijfster Linda van de Pol (1973) schreef met Dieuwertje Boeren eerder Alleen als je durft (Holland, 2017) een bundel met twaalf toegankelijke griezelverhalen voor middelbare scholieren. In 2018 leverde ze een bijdrage aan Door dik en dun (Holland), een verzameling verhalen over vriendschap, speciaal geschreven voor het thema van de Kinderboekenweek dat jaar. Voor meer informatie kijk op haar website: www.lindavandepol.nl.

 

Pol, van de, L. (2020) Not so perfect. Haarlem: Holland. Isbn 978 90 251 1464 0 € 14,99, 140 blz.

Jean-Claude van Rijckeghem - IJzerkop

Jean-Claude van Rijckeghem (Gent, 1963) is een markante persoonlijkheid met meerdere talenten. Hij is niet alleen een schrijver van (jeugd)boeken, maar hij timmert bovendien aan de weg als scenarioschrijver, stripboekmaker en filmproducent. Eerder verschenen van hem Jonkvrouw (2005) en Galgenmeid (2010), twee historische jeugdverhalen die hij schreef samen met Pat van Beirs (Gent, 1954). Genoemde titels ontvingen destijds zowel in ons land als bij onze zuiderburen voortreffelijke kritieken en wonnen meerdere prijzen waaronder de Boekenleeuw (in 2006 en 2011), de voornaamste Vlaamse literatuurprijs voor het beste Nederlandstalige jeugdboek van het voorbije jaar. Met IJzerkop is Van Rijckeghem nu op de solotoer gegaan. Het boek werd door verschillende recensenten juichend omarmd. Terecht, want IJzerkop is een magnifiek verhaal. Het is het relaas over een meisje in het leger van Napoleon, een jonge zelfbewuste vrouw, die er op een opmerkelijke manier, dwars tegen alle conventies in, voor heeft gekozen te ontsnappen aan een gedwongen huwelijk.

Over het verhaal

De achttienjarige Stans houdt nooit haar mond, liegt als de pest en doet dingen die verboden zijn zoals een heimelijk bezoek aan een bokswedstrijd tussen twee vrouwen. Stans droomt ervan Gent achter zich te laten en iets van de wereld te zien. Die gedachte moet ze abrupt laten varen als haar vader failliet dreigt te gaan en Stans wordt gedwongen zich te binden aan een rijke, opdringerige geldschieter, een jeugdvriend van haar vader, die verwacht dat zijn jonge vrouw hem enkele gezonde zonen zal schenken. Stans stort zich in een liefdeloos huwelijk. En ook al heeft haar man een bad met warm water en schenkt hij haar zijden kleren, haar huwelijk is een gouden kooi. Zelfs het leven van een soldaat in het leger van Napoleon lijkt haar aantrekkelijker. Ze neemt dan ook een drastisch besluit. Stans loopt weg, onherkenbaar, gestoken in de kleren van haar echtgenoot. Ze komt in Parijs terecht bij Napoleons veertiende compagnie. Daar moet ze tot elke prijs verborgen houden dat ze eigenlijk een meisje is. Tegelijkertijd zit haar jongere broer Pier haar op de hielen. Pier is in alles Stans’ tegenpool. Hij is onnozel, volgzaam en vastbesloten zijn zuster op te sporen en haar terug te brengen naar haar man. Niet zonder reden: zodra Pier Stans uitlevert aan haar verbolgen echtgenoot, zal die de opleiding betalen die zijn vader niet meer kan betalen. Daarnaast heeft Pier nog een missie. Hij heeft met zijn vader bekokstoofd dat hij diens schetsen voor een nieuw kanon voor de marine aan de keizer, Napoleon Bonaparte, zal verkopen. Een ontwerp waarmee zijn vader eigenlijk Lieven, de echtgenoot van Stans, schadeloos had moeten stellen.

Ondertussen dwingt Stans in het leger, mede dankzij haar moed en slimheid, respect af bij haar kameraden. Die hebben geen idee in werkelijkheid te maken te hebben met een vrouw. En als haar ware identiteit aan het licht komt, heeft Stans zich inmiddels een vaste plek verworven in de compagnie. Daar voelt zij zich helemaal thuis.

De titel van het boek is ontleend aan de bijnaam die Stans krijgt nadat ze tijdens een duel zwaargewond raakt en er een kogel uit haar hoofd moet worden verwijderd.

Van Rijckeghem heeft gekozen voor een wisselend perspectief. Beurtelings komen Pier en Stans aan het woord en als lezer krijg je een goed beeld van wat er in deze twee hoofdpersonen omgaat. Dat is belangrijk, want broer en zus zijn heel verschillend. Niet alleen qua karakter, maar ook in de keuzes die ze maken. Zo ontstaat er ruimte voor begrip en begrijp je beter dat Stans met haar plotselinge vertrek haar achtergebleven familieleden voor flinke problemen plaatst. Psychologisch zit het allemaal doordacht in elkaar en het verhaal krijgt daarmee flink diepgang.

Ook stilistisch valt er veel te genieten. Van Rijckeghem is een briljant verteller en hij verwent de lezer met zijn bloemrijk en beeldend taalgebruik. Zinnen als:

Ze laten hun haar loshangen en hebben een diepe halsuitsnijding alsof hun borsten ook moeten ademhalen. (p.13)

Haar mond lacht ook. Hij is groot genoeg om de zon in één hap door te slikken. (p. 170)

De buffetkast staat imposant te wezen. Het hele interieur van de kamer lijkt erop gericht om de kast te behagen. (p. 226)

Kortom, een heerlijke roadnovel die je vanaf de eerste bladzijde in zijn greep krijgt om je vervolgens bijna vierhonderd pagina’s lang aangenaam te verpozen.

Dit boek stelt wat hogere eisen aan de leesvaardigheid van de leerling. Ik zou zeggen: een aanrader voor de meer geoefende lezers in leerjaar drie en hoger.

 

Rijckeghem, van, J. (2019) IJzerkop. Amsterdam - Antwerpen: Em. Querido’s Uitgeverij. Isbn 978 90 451 2287 8 € 18,99, 367 blz.

Caja Cazemier - Roes

Van Caja Cazemier (Spijkenisse, 1958) verscheen onlangs haar vijftigste (!) boek. Roes is een verhaal met een boodschap, zoals we die vaker meekrijgen in het werk van deze geroutineerde schrijfster. Haar oeuvre wordt door leerlingen in de onderbouw gretig gelezen en kan met name rekenen op de sympathie van de Jonge Jury-stemmers. Het zijn in de regel toegankelijke verhalen over actuele, voor jongeren heel herkenbare gebeurtenissen. Onderwerpen zoals eenzaamheid, verliefdheid, seksualiteit, onzekerheid, angst, online pesten, internetverkering, je anders voelen, echtscheiding van ouders en rouwverwerking komen in haar boeken voorbij.

Cazemier spreekt de taal van haar jonge lezerspubliek. Ze doet er ook alles aan om met haar doelgroep in contact te blijven. Zo combineert ze het schrijven sinds jaar en dag met bezoeken aan scholen en ze is daarnaast actief als jongerencoach.

Voor haar nieuwste boek Roes trekt Cazemier de lezer mee in de wereld van het blowen, lachgas en alcohol.

Ze voert Yvar en Lola ten tonele, beiden leerlingen in de vierde klas van de havo. Cazemier beschrijft de gebeurtenissen beurtelings vanuit deze twee hoofdpersonen. Yvar en Lola maken deel uit van een flinke, hechte vriendengroep. Vooral Maas valt op. Hij heeft de nodige ervaring op het gebied van het gebruik van drugs en alcohol en de anderen volgen hem maar al te graag in het experimenteren met blowen en soms een ballonnetje lachgas. Het leven is immers een feestje dat gevierd moet worden! Althans, zo beleven de vrienden het, alle avonden dat ze zich te buiten gaan aan het gebruik van softdrugs en drank. Het begint met een lolletje. Maar gaandeweg nemen de onderlinge spanningen toe en wordt duidelijk dat de roes waarin de vrienden zich bevinden, hun kijk op de werkelijkheid vertroebelt. En die is ontluisterend! Vernielingen, slechte schoolresultaten, leugens en bedrog, conflicten in de thuissituatie met hun familie…

Roes is een realistische geschiedenis over de verwoestende gevolgen van het gebruik van verdovende middelen en alcohol. Daarnaast is het vooral ook een verhaal over groepsdruk. Tot hoever ga je om erbij te horen?

Jongeren vanaf dertien, veertien jaar worden mede dankzij de directe manier van vertellen beslist geraakt. De gebeurtenissen maken indruk, komen binnen en dat is ook precies de bedoeling van Cazemier. Het gaat haar niet alleen om leesplezier, maar ze biedt haar lezers – zonder belerend over te willen komen – bovendien stof tot nadenken.

Wat mij betreft heel geschikt voor lezers in het vmbo.


Cazemier, C. (2019) Roes. Amsterdam: Uitgeverij Ploegsma. Isbn 978 90 216 7962 4 € 14,99, 227 blz.


dinsdag 4 augustus 2020

Tanja de Jonge - De moord op Queen-T

De titel, De moord op Queen-T, verklapt dat we hier te maken hebben met een thriller. Volgens de tekst op het omslag is het verhaal een verslag van een moordzaak, een whodunnit. Zo heeft de schrijfster het boek ook geschreven. De Jonge beschrijft in chronologische volgorde de gebeurtenissen vanaf het moment (woensdag 10 oktober) van de vondst van het levenloze lichaam van een mooi jong meisje tot de ontknoping van de zaak op zondag 21 oktober.

De verteller van het verhaal is Stijn (14). Hij treft zijn twee jaar oudere broer Lucas aan in het stadspark bij het lichaam van een vooralsnog onbekend meisje. Lucas reageert onbewogen, maar dat heeft vooral te maken met zijn autisme. Hij meldt wel dat het slachtoffer Quinty heet. Een bezorgde Stijn schraapt de spullen van Lucas bijeen zoals hij die vindt op diens verstopplaats in de nabijheid van het lijk. Daaronder de harde schijf van een computer en een sieradendoosje met – naar het zich laat aanzien -  kostbare oorbellen. Stijn, nogal beschermend naar zijn oudere broer, wist alle sporen uit en hij neemt zich voor op een later moment de politie in te lichten. Zover komt het niet, want het meisje wordt door de politie gevonden en geïdentificeerd. Het blijkt te gaan om Quinty Soenen, een dertienjarige brugklasser, leerling van de school van Stijn. Ze is gewurgd. Stijn besluit eigenhandig een onderzoek in te stellen naar het omgekomen meisje dat op Instagram door het leven gaat als Queen-T. Wie was zij, wat voor leven leidde zij? Waarom werd Quinty vermoord? Heeft zijn broer iets te maken met haar dood? Stijn wordt benaderd door Dunya, een vriendin van Quinty. Dunya meldt dat Quinty werd geholpen door Lucas. Ze had Lucas voor haar dood in vertrouwen genomen. Waarover is vooralsnog onduidelijk, behalve dan dat Quinty iets belangrijks had ontdekt over iemand. Stijn en Dunya besluiten samen te werken. Tijdens hun speurtocht vallen langzaam maar zeker de puzzelstukjes op hun plaats en heeft De Jonge in het slot nog een onverwacht en heel verrassend plot in petto.

Tanja de Jonge (Uden, 1968) kan goed vertellen. Ze spreekt de taal van jongeren en weet precies hoe zij ook de minder geoefende lezer aan zich kan binden. Dat doet ze met fantasierijke verhalen waarin veel gebeurt. De moord op Queen-T vormt daarop geen uitzondering. Het boek is zo geschreven dat je alle gebeurtenissen meemaakt door de ogen van Stijn. Dat maakt dat je je prima kunt inleven in het innerlijk van de hoofdpersoon. De snelheid waarmee De Jonge vertelt, ligt hoog, maar stoort niet. Integendeel. De vele onverwachte en verrassende gebeurtenissen houden je als lezer scherp en maken De moord op Queen-T tot een fascinerend leesboek waarbij je je geen moment verveelt. De Jonge plaatste op haar website een alleraardigste lesbrief voor de docent die met het boek aan de slag wil. De moord op Queen-T is naar mijn mening geschikt voor leerlingen in de brugklas.

               

Jonge, T. de (2019) De moord op Queen-T. Haarlem: Uitgeverij Holland-Haarlem. Isbn 978 90 251 1450 3 € 14,99, 171 blz.


maandag 3 augustus 2020

Rom Molemaker - Apollo's ondergang

Rom Molemaker (Harderwijk, 1945) is een ervaren schrijver. Na een tijd voor de klas te hebben gestaan, is hij vanaf het einde van de vorige eeuw actief als fulltime schrijver. Voor De eerste steen (Unieboek, 2002), een verhaal over het geweld rond voetbalwedstrijden, ontving hij in 2004 de Debuutpijs van de Jonge Jury. Voor Een gang met gele deuren (Unieboek, 2005) kreeg hij in 2007 de Tip van de Jonge Jury-onderscheiding. Molemaker slaagt er, ondanks zijn leeftijd, nog altijd in jonge lezers te verrassen met goed geschreven, dikwijls meeslepende verhalen.

Ook zijn nieuwste boek, Apollo’s ondergang, is weer zo’n pageturner vol onverwachte wendingen. Al bij het bekijken van de illustratie op het omslag bekruipt je een gevoel van onbehagen. We zien de contouren van een spookachtig, nachtelijk landschap met een priemend oog dat de lezer onheilspellend aanstaart. Bij het lezen van de achterkanttekst neemt de dreiging verder toe zodra de hoofdpersoon aan het woord komt:

Als iemand me had kunnen garanderen dat ik Apollo nooit meer zou tegenkomen, echt mijn héle leven niet, dan zou ik dat van harte toegejuicht hebben. Want hij is de gevaarlijkste misgeboorte die bestaat. De kans dat ik hem ombreng is groter dan de kans dat ik hem alleen maar in elkaar sla. En als er iemand is die denkt dat dit bij wijze van spreken is, heeft hij het mis…

Na een nieuwsgierig makende proloog waarin een vooralsnog onbekende jongen na een aanrijding met een auto overlijdt, maakt de lezer kennis met Lester, een vijftienjarige puber met gedragsproblemen. De moeder van Lester (zijn vader koos ooit het hazenpad richting tropische oorden) stuurt haar zoon ten einde raad naar een jeugdinstelling. Lester belandt op het particuliere internaat Dr. Predikman in de hoop dat hij hier met de juiste begeleiding zijn leven op orde krijgt. Maar het wordt al snel duidelijk dat Lester geheel in beslag genomen raakt door andere zorgen. Problemen waarbij hij uiteindelijk zelfs moet vrezen voor zijn leven. Lester wordt gekoppeld aan een ouderejaars, Apollo Vrieling, een jongen met een duister randje. En ook al heeft Apollo als taak zijn protegé wegwijs te maken binnen de instelling, Lester blijft het liefst bij hem uit de buurt. Apollo geniet namelijk een bedenkelijke reputatie, iedereen is bang voor hem. Er klopt iets niet aan deze jongen. Heeft hij wellicht iets te maken met de dood van Ylias, een andere bewoner van Dr. Predikman? Was diens dood wel een ongeluk? Lester wil het liefst onder de radar blijven, maar gaandeweg het verhaal raakt hij steeds verder verstrikt in intriges, geheimen en vetes. Dr. Predikman is duidelijk niet de plek waar je wilt zijn…

Het tempo van vertellen ligt hoog in deze jeugdthriller die geheel werd geschreven vanuit het perspectief van Lester. Molemaker is erin geslaagd het verhaal evenwichtig op te bouwen zonder overbodige passages. Hij heeft een vlotte, directe manier van vertellen en de dialogen zijn heel herkenbaar. De geschiedenis is buitengewoon spannend. Ben je eenmaal begonnen, dan laten de gebeurtenissen je niet meer los en wil je vooral verder lezen om te weten hoe het afloopt. Een meeslepend verhaal dus. Dat alles maakt Apollo’s ondergang bijzonder geschikt voor de minder ervaren lezer. Wat mij betreft een absolute aanrader voor lezers van veertien jaar en ouder.


Molemaker, R. (2019) Apollo’s ondergang. Haarlem: Uitgeverij Holland-Haarlem. Isbn 978 90 251 1449 7 € 14,99, 157 blz.


Roberto Innocenti - Rose Blanche

Het gebeurt niet vaak dat ik op deze plaats aandacht geef aan een prentenboek. Ik maak nu graag een uitzondering voor een uitgave van Clavis, een uitgever die ons geregeld weet te verrassen met de meest prachtige prentenboeken, dikwijls geschikt voor jong en oud.

Van de Italiaanse illustrator Roberto Innocenti verscheen Rose Blanche, een aangrijpend verhaal over een meisje in oorlogstijd. De geschiedenis speelt zich af in Duitsland in de eerste helft van de jaren veertig. De nazi’s hebben het voor het zeggen. We zien de jonge Rose Blanche die met haar stadsgenoten, jubelend en wapperend met vlaggen met daarop het hakenkruis, de mannen uitzwaait die als soldaten de stad verlaten in hun vrachtwagens en tanks. Zonder echt te begrijpen, ziet Rose op een dag hoe een kleine jongen ontsnapt uit een van de vrachtauto’s. Hij wordt tegengehouden door de nazi-burgemeester die hem onmiddellijk uitlevert aan de soldaten. De nieuwsgierigheid van Rose is gewekt en ze besluit de vrachtwagen te volgen. Ze loopt een heel eind de stad uit. Langs de velden, verderop in het bos, belandt ze op een open plaats die is omheind met elektrisch prikkeldraad. Ze ontdekt er lange houten huizen die worden bewoond door mensen in gestreepte kleding. Rose spreekt de hongerige kinderen achter het draad aan en ze schenkt hun een stuk brood. In de periode die volgt, neemt Rose van huis naar school veel meer eten mee dan ze zelf op kan. ‘s Middags glipt ze steevast het schoolgebouw uit en ze brengt al het voedsel naar de mensen achter het prikkeldraad. Maar dan, op een ochtend, vluchten alle mensen de stad uit. Rose zoekt met een schooltas vol etenswaren opnieuw de open plek op. Daar is echter niemand meer aanwezig. Het slot van het verhaal gaat vervolgens door merg en been en blijft nog lang in je hoofd nadreunen.

Bij het lezen van Rose Blanche is een vergelijking met De jongen in de gestreepte pyjama (2006, John Boyne) snel gemaakt. In beide verhalen maken we mee hoe een Duits kind op een naïeve manier getuige is van de verschrikkingen in de vernietigingskampen en opkomt voor de Joodse gevangenen. Elk verhaal heeft een dramatische afloop. Beide verhalen ook zijn geschreven vanuit dezelfde gedachte: niet alle kinderen van nazi’s stonden aan de kant van hun ouders.

Dit aangrijpende verhaal met teksten van Christophe Gallaz verscheen eerder in 1985 en laat ons in de meesterlijke en realistische stijl van Innocenti kijken naar de totale waanzin en gruwel van de oorlog, bezien vanuit het perspectief van een onschuldig kind. Op die manier komen de gebeurtenissen extra hard binnen.

Een klassieker voor alle leeftijden die wat mij betreft in geen enkele boekenkast mag ontbreken!


Innocenti, R. (2019) Rose Blanche. Met tekst van Christopher Gallaz. Hasselt – Alkmaar – New York: Clavis Uitgeverij. Isbn 978 90 448 3702 5 € 16,95, 32 blz.

zaterdag 1 augustus 2020

Emma Carroll - Geheimen van de vuurtoren

De hoofdpersoon in het oorlogsverhaal Geheimen van de vuurtoren is nog maar een jong meisje. Olivia, dertien jaar oud, woont met haar ouders, haar jongere broertje Cliff en haar zeventienjarige zus Sukie in Londen. Het is 1941 en de Engelse hoofdstad heeft het zwaar te verduren onder de Duitse bombardementen. Tijdens een bezoek van de kinderen aan een bioscoop gaat het luchtalarm af en er volgt een hevige luchtaanval waarbij Olivia het bewustzijn verliest. Zodra ze in een ziekenhuis weer tot haar positieven is gekomen, blijkt Sukie verdwenen. Het laatste wat Olivia zich kan herinneren, is dat ze haar zus, die om onduidelijke redenen de jas van haar moeder droeg, achterna ging toen ze plotseling de schuilkelder ontvluchtte. In een steeg was Olivia daarna getuige van een ontmoeting met een onbekende jongeman.

En nu is Sukie dus vermist. Het is onzeker of ze is omgekomen bij het bombardement. Olivia wil het niet geloven. Alleen de jas van haar moeder is teruggevonden tussen het puin. Onwetend van het lot van Sukie, worden Olivia en Cliff van het onveilige Londen geëvacueerd naar Budmouth Point, een idyllisch dorpje aan de kust. De enige bewoner daar die nog ruimte heeft voor onderdak voor de evacuees is Ephraim, de stille vuurtorenwachter. Hij is een enigszins zonderlinge man die duidelijk niet gewend is aan de aanwezigheid van kinderen en die zich nogal geheimzinnig gedraagt. Olivia ontdekt in een van de zakken van haar moeders jas die zij nu mag dragen een briefje met een onleesbare boodschap, een reeks cijfers en letters. Ze vermoedt dat dit een notitie is van haar zus en Olivia is vastbesloten de betekenis van de code te achterhalen. Ze gaat op onderzoek uit en ze maakt al snel mee dat de norse dorpelingen in Budmouth Point er geheimen op nahouden. Olivia ontdekt dat er een groep joodse vluchtelingen per boot aan zal komen vanuit Frankrijk. De vraag is: heeft het mysterieuze briefje uit de jas van haar moeder hier iets mee te maken? En zal Olivia haar grote zus Sukie ooit nog terugzien?

Emma Carroll is werkzaam als docent Engels aan een middelbare school. Ze schreef  meerdere (bekroonde) kinderboeken, die zich dikwijls afspelen in het verleden.

Carroll  kan goed schrijven en ze slaagt erin de lezer door haar directe manier van vertellen al vanaf de eerste bladzijde aan zich te binden. De geschiedenis is ontroerend, meeslepend en de hoofdpersoon Olivia wordt door de schrijfster voldoende uitgediept waardoor ze echt gaat leven, los komt van het papier. De gebeurtenissen volgen elkaar in een stevig tempo op en dat zorgt door het mysterie rond de verdwijning van Sukie, de raadselachtige notitie en het bijzondere gedrag van de dorpsbewoners voor de nodige spanning.

Tussen de regels door krijgt de lezer een treffend beeld van het leven van de gewone burger, van een geëvacueerd stadskind ten tijde van de Tweede Wereldoorlog dat, ondanks alle vooroordelen, moet zien te aarden in een vreemde, bijna vijandige omgeving. Ook de verhaallijn over de Joodse vluchtelingen biedt de nodige aanknopingspunten voor een gesprek over de huidige problematiek rond asielzoekers en  laat zien dat er anno 2020 helaas weinig nieuws is onder de zon.

Een zeer geslaagd verhaal in een historisch decor, geschikt voor lezers van twaalf jaar en ouder.


Carroll, E. (2019) Geheimen van de vuurtoren. Oorspronkelijke titel: Letters from the Lighthouse. Vertaald door Marije Kok. Utrecht: KokBoekencentrum Uitgevers. Isbn 978 90 266 2324 0 € 16,99, 288 blz.

Pas op: politie, niet betreden!

Uitgeverij De Fontein doet de laatste tijd van zich spreken met de zogeheten ‘Politie niet betreden-serie’, titels bedoeld voor lezers van dertien jaar en ouder. Wat de delen met elkaar gemeen hebben, is dat er een misdaad wordt gepleegd, niet zelden met dodelijke afloop, waarbij de identiteit van de dader tot op het laatste moment knap verborgen blijft. De snelheid van vertellen in deze verhalen ligt hoog en er is altijd een verrassende ontknoping. Het zijn al met al boeken met flink wat leesbevorderende elementen en ze zijn mede om die reden zeer geschikt voor leerlingen in het vmbo, van huis uit niet de meest gretige lezers.

Heel bekend in dit crime genre is schrijfster Mel Wallis de Vries. Nadat zij in 2005 debuteerde met de young adult Uitgespeeld verschenen van haar in een gestaag tempo ettelijke jeugdthrillers waarmee de publiekslieveling liefst zeven keer de Prijs van de Jonge Jury won. Het moge duidelijk zijn dat De Fontein met Wallis de Vries goud in handen heeft. Haar werk gaat grif over de toonbank en aan haar populariteit lijkt voorlopig geen einde te komen nu Vals (2010), het boek waarmee ze in 2012 de Prijs van de Jonge Jury in de wacht sleepte, werd verfilmd met onder andere Abbey Hoes en Holly Mae Brood in de hoofdrollen.

In het kielzog van Mel Wallis de Vries proberen ook anderen een graantje mee te pikken van het succes van de jeugdthriller. Bij De Fontein verschijnen in een rap tempo misdaadverhalen, door de uitgever gepromoot middels een uitgekiende publiciteitscampagne. Zo zijn alle uitgaven (hardcovers) voorzien van het bekende ‘Politie niet-betreden’ - elastiek, hebben ze een onweerstaanbaar uiterlijk en heeft elk boek ook nog eens zijn eigen boektrailer, te bekijken op YouTube.

Hoewel de verhalen veelal door tienermeiden worden gelezen, lijkt ook de belangstelling van jongens toe te nemen.

Vier delen zet ik hierna op een rijtje. Drie boeken van Nederlandse bodem, een vertaald uit het Engels.


Eva Burgers, Wanhoop

De zeventienjarige Olivia Parker twijfelt over haar relatie met Roan en ze besluit tot zijn wanhoop om een halfjaar naar Parijs te gaan. Daar vindt ze onderdak in het huis van haar tante. Als ze een baantje vindt in de Parijse boekwinkel Shakespeare and Company en daar bevriend raakt met Susan en Lily, is Olivia hem al bijna vergeten.Tot het moment dat ze anonieme dreigberichtjes ontvangt. Wanneer ze op weg naar huis wordt gevolgd, voelt ze zich niet langer veilig. Maar juist als de politie wil ingrijpen, verdwijnt Olivia spoorloos.


Burgers kan goed schrijven. Ze besteedt de nodige aandacht aan de gevoelens en de gedachten van Olivia, de hoofdpersoon, die daardoor heel echt overkomt. De vertrouwelijke fragmenten uit de politierapporten van de Amsterdamse recherche dragen bij aan de sfeer van een fascinerend verhaal dat lekker en vlot leest.

Eva Burgers (Voorburg, 1969) werkte jarenlang als rechercheur op de afdeling zware criminaliteit. Daarnaast heeft ze als journalist bij verschillende kranten gewerkt en als redactiemedewerker bij een uitgeverij. Naast het schrijven van boeken is Burgers bedenker van televisieformats.

Haar liefde voor schrijven en kennis van justitiële zaken combineert ze in haar boeken. Ze schreef de Spotlight-trilogie (Clavis) over de vriendschap tussen zes jongeren die gaan studeren aan de Academie voor Uitvoerende kunsten. Bij Kluitman In Alkmaar verscheen in 2014 haar eerste jeugdthriller: Stille getuige. De verhalen Flashback en Sneeuwstorm volgden snel.

Bij De Fontein verschenen van Burgers eerder Fataal (2017) en Complot (2018).


Sophie McKenzie, Geloof me

Het leven van Carey staat op zijn kop wanneer haar beste vriendin Amelia doodsbedreigingen krijgt. Volgens de politie komen de dreigberichten namelijk van háár laptop. Dat zou ze Amelia toch nooit aandoen? Waarom gelooft de politie haar niet? Het ergste is nog dat Amelia haar niet meer wil zien.
Wanneer Amelia plotseling verdwijnt, wijst iedereen meteen naar Carey. In paniek slaat ze op de vlucht.
Kan Carey de dader ontmaskeren voor het te laat is?


Spannend, geloofwaardig en tragisch verhaal over een actueel onderwerp: cyberpesten. Zal door de herkenbaarheid menig lezer niet onberoerd laten en biedt daarom stof tot bezinning in de vorm van een gesprek thuis of op school. Het nawoord ‘Veilig online’ met praktische tips en verwijzingen naar nuttige adressen kan daarbij goed van pas komen. Zal vooral tienermeiden aanspreken, niet in de laatste plaats door de illustratie op de voorzijde van het omslag.

Sophie McKenzie woont en werkt in Londen (Engeland). Haar debuut Vermist (2015) won bijna elke juryprijs in Engeland en was twee keer genomineerd voor de Carnegie Medal. Met Vermist won McKenzie zelfs een Japanse prijs, namelijk de Sakura Medal Award. Behalve Vermist verschenen van haar bij De Fontein Zusje vermist (2016) en Meisje vermist (2017).


Cis Meijer, Dark mind

Een schoolfeest loopt volledig uit de hand: na een challenge met aartsrivale Claire vlucht Desi in paniek naar huis. De volgende dag wordt Claire dood gevonden in een weiland. Haar zus Jara is spoorloos. Omdat Desi voor haar tv-stage een misdaadreportage maakt, denkt ze de raadselachtige zaak te kunnen onderzoeken. Thom helpt Desi bij haar zoektocht naar Jara, maar hij verzwijgt zijn ware motieven. Wie heeft Claire vermoord? Vertrouwen Thom en Desi elkaar genoeg om de zaak op te lossen voordat er meer slachtoffers vallen?


Grimmig, meeslepend verhaal met een zorgvuldige compositie, mede dankzij het wisselend perspectief en de vetgedrukte fragmenten waarin de schrijfster de lezer een blik gunt in het brein van de dader. Bereid je voor op een uiterst verrassend slot!

Cis Meijer (1970) studeerde film- en televisiewetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Ze werkte als beeldeditor, maar heeft zich tegenwoordig volledig toegelegd op het schrijven. In 2014 verscheen bij De Fontein haar eerste jeugdthriller Verdoofd, waarmee ze werd genomineerd voor de Hebban Award voor beste YA-thriller in dat jaar. Daarna volgden Val (2015), Moordspel (2016) en Knock-out (2018).


Margje Woodrow, Buitenspel

Nynke en Jimmy gaan met hun voetbalteams op trainingsweekend. De pranks zijn voorbereid. Er wordt van alles meegesmokkeld in de tassen. Maar tijdens de eerste nacht gaat het gruwelijk mis: in het bos vindt Jimmy het dode lichaam van zijn vriend Mattias. De politie tast in het duister.Dan blijkt ook Soraya, Nynkes vriendin, spoorloos. Waar is ze? Volgen er nog meer slachtoffers?Nynke en Jimmy ontdekken dat niet iedereen de waarheid spreekt. Was de teamspirit wel zo goed? Kunnen ze elkaar eigenlijk wel vertrouwen?


Ook dit is weer een verhaal met een wisselend perspectief. Woodrow laat beurtelings beide hoofdpersonen aan het woord en voert de dreiging subtiel op door de lezer deelgenoot te maken van de gedachten en de daden van een vooralsnog onbekende dader.

Margje Woodrow (1975) was jarenlang werkzaam in het basisonderwijs. Tegenwoordig richt ze zich volledig op het schrijven van jeugdthrillers en het geven van lezingen en workshops op middelbare scholen.

Eerder verschenen van Woodrow bij Gottmer Examendeal (2013), Geraakt (2014) en Kater (2015). Bij De Fontein verscheen in 2017 Verwoest en een jaar later Snitch waarvoor de schrijfster werd genomineerd voor de Prijs van de Jonge Jury 2019. Margje Woodrow schreef dit jaar ter gelegenheid van de Boekenweek voor jongeren een verhaal voor 3PAK, een geschenkbundel met korte verhalen van drie auteurs. Tijdens de Boekenweek voor Jongeren is het geschenk verkrijgbaar bij boekhandels en bibliotheken. Daarnaast wordt 3PAK ook op scholen cadeau gedaan aan docenten Nederlands en is er bij het boekje speciaal lesmateriaal door Malmberg ontwikkeld waarmee scholieren en docenten klassikaal aan de slag kunnen.


  • Burgers, E. (2019) Wanhoop. Utrecht: Uitgeverij De Fontein. Isbn 978 90 261 4822 4 € 14,99, 239 blz.
  • McKenzie, S. (2019) Geloof me. Oorspronkelijke titel: SweetFreak. Vertaald door Marie-Louise van Dongen. Utrecht: Uitgeverij De Fontein. Isbn 978 90 261 4937 5 € 15,99, 340 blz.
  • Meijer, C. (2019) Dark Mind. Utrecht: Uitgeverij De Fontein. Isbn 978 90 261 4813 2 € 14,99, 244 blz.
  • Woodrow, M. (2019) Buitenspel. Utrecht: Uitgeverij De Fontein. Isbn 978 90 261 4780 7 € 14,99, 229 blz.