De mobiele telefoon die mijn schedel verbrijzelde was een iPhone 3GS, 32 GB. Hij woog 135 g, was 115,5 mm x 62,1 mm en had op het moment van de inslag een snelheid van ongeveer 124 km/u. (p. 5)
Je moet er als schrijver maar opkomen. Een bizarre gebeurtenis. Een ongeval ook met onvermoede, fantastische gevolgen.
Tom, onderweg naar zijn
vriendin Lucy Walker, belandt in het ziekenhuis. Het ongeluk met de iPhone, door een onverlaat van de bovenste
etage van een torenflat geworpen, kost hem bijna het leven. Hij ligt zeventien
dagen in coma. Zodra hij bijkomt, ontwaart hij de vertrouwde gestalte van zijn
oma, die hem grootbracht sinds zijn moeder overleed toen hij nog maar een baby
was. Maar er is nog iets. Er gebeuren rare dingen in zijn brein, zaken die zich
lastig laten omschrijven.
Ik mankeerde niks. Er was wel wat, maar ik mankeerde niks. (p. 13)
In de dagen die volgen pakt Tom zijn leven weer op. Maar hij bekijkt de wereld op een andere manier. Achtergebleven fragmenten van de iPhone beïnvloeden zijn brein, nemen enkele centrale functies van zijn hersenen over en geven hem zo bijzondere krachten. Tom weet en ziet meer dan hij zich ooit voor kon stellen!
Deze fenomenale
krachten komen Tom uitstekend van pas als hij besluit het op te nemen voor Lucy
die is verkracht door een groep gewelddadige jongeren. De bendeleden mogen
terecht vrezen voor zijn wraak!
Brooks, K. (2025). iBoy. Oorspronkelijke titel: iBoy. Vertaling uit het Engels door Jenny de Jonge. Amsterdam: Uitgeverij De Harmonie. Isbn 978 94 633 6238 2 € 20,00, 255 blz.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten