donderdag 13 maart 2025

Ali Standish - Het onwaarschijnlijke verhaal van Baskerville Hall. Het teken van de vijf

Een race tegen de klok

Arthur keert voor een nieuw trimester terug naar Baskerville hall, een geheimzinnige school voor buitengewone leerlingen. Hij verheugt zich op een hereniging met zijn vrienden en hij popelt van ongeduld te beginnen aan de lessen. Er is de jonge speurder die we kennen uit Het onwaarschijnlijke verhaal van Baskerville Hall (Lemniscaat 2024) echter weinig rust gegund. Snel na zijn aankomst wordt zijn favoriete leraar, professor Sherlock Holmes, bedreigd door een gevaarlijke vijand. Is het de man die zichzelf de Groene Ridder noemt? En Holmes is niet het enige doelwit. Er vallen meer slachtoffers.
In een race tegen de klok moet Arthur oude vijanden het hoofd bieden, geesten trotseren en mysteries oplossen voor het te laat is. Mysteries die niet alleen Arthurs verstand op de proef stellen, maar ook zijn vriendschappen.

De echte Arthur Conan Doyle werd in 1859 geboren en hij was de schrijver van de wereldberoemde verhalen over Sherlock Holmes.

Dit boek van Ali Standish is het tweede deel in een toegankelijke serie over Baskerville Hall. Het teken van vijf is zelfstandig te lezen, maar enige voorkennis kan voor een juist begrip handig zijn.


De Amerikaanse schrijfster Ali Standish studeerde jeugdliteratuur aan de universiteit van Cambridge. Ze won onder meer de Jane Addams Book Award Honor voor uitmuntende jeugdliteratuur die kinderen aan het denken zet over vrede, sociale rechtvaardigheid en gelijkheid voor alle mensen. Zelf raakte Standish in haar jonge jaren geïnspireerd door De magische kronieken van Narnia van C.S. Lewis. De wereld die ze creëert in haar verhalen over Baskerville Hall doen denken aan Harry Potter en ik kan me dan ook voorstellen dat liefhebbers van het werk van Rowling smullen van deze nieuwe reeks.


Standish, A. (2024). Het onwaarschijnlijke verhaal van Baskerville Hall. Het teken van de vijf. Oorspronkelijke titel: The Improbable Tales of Baskerville Hall. The Sign of the Five. Vertaling uit het Engels door Johanna Rijnbergen. Rotterdam: Uitgeverij Lemniscaat b.v. Isbn 978 90 477 1631 0 € 18,99, 332 blz.

Mark de Groot - Rosa's reis

De dag die je leven een zwieper geeft

Op een dag vindt Rosa in de slaapkamer van haar ouders een doos met babyfoto’s. Het is de dag dat haar leven plotsklaps een totaal andere wending krijgt. Want ze herkent zichzelf. Maar op de achterzijde van de foto’s staat de naam Keeva. Dat betekent dat ze niet echt Rosa heet. Hoe is dat mogelijk? Ze ontdekt ook papieren over haar adoptie. Dat weet ze wel. Toen ze nog een baby was, zijn haar biologische ouders omgekomen bij een auto-ongeluk. Zij was de enige die het overleefde. Zo is het haar tenminste altijd verteld door David en Marie, haar adoptieouders. Maar nu vindt ze behalve die foto’s ook een brief van haar moeder Simone. Vijf maanden geschreven na haar zogezegde dood met haar adres in Zuid-Frankrijk. En dus wil Rosa ontdekken wie ze echt is. Ze laat een kort briefje achter voor haar pleegouders en pakt de fiets richting het Centraal Station. Daar hoopt ze het minst op te vallen. Bij het loket echter slaat de paniek toe. Ze vlucht en heeft een ontmoeting met een behulpzame schoonmaakster die haar op het spoor zet van een hutje aan het water van het IJ waar ze hopelijk haar gedachten verder kan ordenen. Daar aangekomen, heeft een dichte mist bezit genomen van het landschap en valt Rosa in een diepe slaap. Eenmaal ontwaakt, lijkt de echte wereld plaats gemaakt te hebben voor een magische fantasiewereld waarin ze een ontmoeting heeft met Christoffer, een sprekende meeuw. In diens gezelschap stapt ze op een vlot dat een eigen leven lijkt te leiden en vaart ze naar een vooralsnog onbekende bestemming. Een reeks van bijzondere ervaringen volgt. Zo is daar op volle zee de ontmoeting met een witte walvis, wordt ze – aangespoeld op een sprookjesachtig strand - gevolgd door het beest van het woud, wordt ze gered door een oudere vrouw in een luchtballon en vervolgt ze uiteindelijk haar reis op de rug van een vliegend zilveren paard. 

Rosa’s reis is een fantasierijk, mysterieus en filosofisch getint avontuur vol onverwachte wendingen. Het slot brengt Rosa dichterbij een antwoord in de zoektocht naar zichzelf en haar biologische familie en fungeert tevens als bruggetje naar het volgende boek. Want deel twee is in de maak.

 

Mark de Groot (1974) is naast een bevlogen docent Engels ook schrijver voor volwassenen en kinderen. In 2020 verscheen Het zoekavontuur van Geenhoorn (Godijn Publishing),  een fantasieprikkelend en grappig kinderboek. In maart 2021 volgde bij dezelfde uitgever de jeugdthriller Skygge. Rosa’s reis is zijn debuut bij Clavis Uitgeverij en werd sfeervol geïllustreerd door Helen van Vliet. Het is wat mij betreft een aanrader voor de meer geoefende lezers in de brugklas.


Groot, M, de (2024). Rosa’s reis. Hasselt-Amsterdam-New York: Clavis uitgeverij. Isbn 978 90 448 5552 4 € 16,95, 143 blz.

Jean-Claude Mourlevat - Een geheim met een geurtje

Daar zit een luchtje aan

Een nieuw avontuur met in de hoofdrol de sympathieke egel Jefferson. Wie mij volgt, herinnert zich mijn besprekingen van de eerste twee delen van deze ontzettend leuke en vooral goed geschreven misdaadverhalen van de Fransman Jean-Claude Mourlevat (Jefferson en Een verdwijning met een staartje). Vergis je niet: deze boeken waarin sprekende dieren zich gedragen als mensen zijn bepaald niet kinderachtig. Mourlevat (1952) verstaat de kunst van het vertellen, is stilistisch een begaafd auteur. Met zijn scherpe observaties en snijdende humor weet hij je vanaf de eerste bladzijde te boeien en dat is in dit derde deel, Een geheim met een geurtje, niet anders.

Net als in de eerste twee boeken hangt de schrijver zijn verhaal op aan een maatschappelijke wantoestand, in dit geval de werkzaamheden van het afvalverwerkende bedrijf Respeco waaraan letterlijk en figuurlijk een geurtje hangt. De beheerder houdt er blijkbaar dubieuze praktijken op na met verwoestende gevolgen voor het milieu. Hij deinst er niet voor terug pottenkijkers en tegenstanders naar het leven te staan en dat ervaart de kat Emiel van Dam die ijskoud en bewusteloos in een dik pak sneeuw wordt gevonden door Jefferson en diens kameraad Gijsbert, het varken. Het is de start van een uiterst onderhoudende geschiedenis waarin de twee vrienden opnieuw hun speurkwaliteiten kunnen aanwenden. De vraag is: wat doet de fotograaf Emiel in de sneeuw? En daarbij komt: wie heeft zijn camera gestolen en vooral ook: waarom?

De moeite waard voor lezers in de onderbouw.


Mourlevat, J. (2024). Een geheim met een geurtje. Oorspronkelijke titel: Jefferson se fâche. Vertaald uit het Frans door Lies Lavrijsen.Tielt: Uitgeverij Lannoo nv. Isbn 978 94 014 3446 1 € 16,99, 239 blz.

dinsdag 4 maart 2025

Maren Stoffels - Nog 27 dagen leven

De 27-club

‘Soms voelt het alsof iedereen wacht op mijn dood. Niemand zegt het, maar ik zie het in hun ogen. Zelfs mijn vriendinnen zitten braaf naast mijn bed en wachten. Maar de ochtend erna ben ik er nog steeds. Ik ga niet dood. Nog niet tenminste. (…)

Aan het einde van dit verhaal ga ik dood. Je kunt er rustig op wachten, net als alle anderen. Misschien skip je een paar bladzijdes omdat je denkt: is ze er nou nog stééds? Is het nog stééds niet afgelopen? Maar aan het einde ga ik écht dood. Dat beloof ik.’ (p. 5)


Lissa ligt op sterven. De artsen hebben haar opgegeven. De kanker zit overal. De angst is groot dat er met een volgende hoestbui een nieuwe longbloeding ontstaat en dat ze stikt. Daarom heeft ze gekozen voor euthanasie. Zevenentwintig dagen na de eerste bloeding wil ze overlijden. Zo hoort ze een beetje bij de ‘27 club’, het illuster gezelschap van muzikanten en andersoortige beroemdheden die overleden op 27-jarige leeftijd. Mensen als Jimi Hendrix, Janis Joplin, Amy Winehouse en Jim Morrison.

Lissa slijt haar laatste dagen in haar slaapkamer waar ze vanuit haar bed door het venster een perfect uitzicht heeft op de straat en de huizen aan de overkant. Ze hoort alle geluiden en ze houdt van de constante stroom mensen die onder haar raam passeren. Amsterdam op zijn best.

Lissa heeft bedacht dat ze nog iets groots wil doen. Iets van betekenis. Ze zag ooit een filmpje waarbij een ruilhandel met als inzet een muntje na verloop van tijd resulteerde in het verkrijgen van een villa. Ze is vast van plan op eenzelfde manier haar oudere broer Mio te helpen aan een peperdure scooter. Die heeft hij nodig voor de toestemming van de overbuurman die het zijn dochter verbood Mio te vergezellen naar het aanstaande schoolfeest.

Lissa krijgt hulp van een toevallige voorbijganger, de schuchtere Ellen, die vanwege een wijnvlek in het gelaat worstelt met een minderwaardigheidscomplex. Tussen de meiden ontstaat, beiden getekend door het leven, een warme vriendschap.


Maren Stoffels (Amsterdam, 1988) in een nawoord over Nog 27 dagen leven:

‘Mijn beste vriendin Laura overleed een paar jaar geleden. In die zomer kreeg ze longbloedingen als gevolg van kanker. Halsoverkop brak ik mijn vakantie af om bij haar te kunnen zijn. Na die eerste longbloeding leefde Laura nog zevenentwintig dagen.

Ik heb mijn hoofdpersoon in dit boek precies dezelfde zevenentwintig dagen gegeven. Maar dat niet alleen: ik schrééf dit boek ook in zevenentwintig dagen. Ik wilde die tijd herbeleven, deels door de ogen van Laura. Ik voelde de druk van de deadline. Ik heb ervaren hoe het is als je nog maar zo weinig tijd hebt. Ik probeerde elke vrije minuut te schrijven, want ik wilde dat mijn hoofdpersoon nog zoveel mogelijk uit haar leven kon halen.’ (p. 257)

 

Maren Stoffels debuteerde als zeventienjarige in 2005 met Dreadlocks & Lippenstift (Leopold) waarmee ze in hetzelfde jaar zowel de Prijs van de Jonge Jury als de Debuutprijs won. Ze gold toen al als een veelbelovend talent. In 2009 werd zij in Elsevier opgenomen in de lijst van ‘Vijftig grootste beloften voor de toekomst’. Sindsdien zijn er vele boeken van haar verschenen.

Wat mij betreft, is Nog 27 dagen leven het beste wat ze tot nog toe schreef. Een prestatie van formaat, gelet ook op de korte tijdspanne waarin het tot stand kwam. Zonder valse emoties, ingetogen en met heel veel gevoel geeft de schrijfster een diepgravend, goed uitgewerkt psychologisch portret van de hoofdpersonen Lissa en Ellen. Stilistisch mooi en zorgvuldig, inhoudelijk gevoelig en ontroerend. De emoties en onzekerheden van de verhaalfiguren zijn authentiek neergezet. Wat ik met name knap vind, is dat Stoffels erin slaagt het verhaal ondanks de emotionele en dramatische lading nergens onnodig zwaar te maken. Een van de betere jeugdboeken die ik de laatste tijd las en een absolute aanrader voor lezers van dertien jaar en ouder.  

 

Stoffels, M. (2024) Nog 27 dagen leven. Amsterdam: Uitgeverij Leopold. Isbn 978 90 258 8797 1 € 21,99, 258 blz.

Adam Silvera - Op het einde gaan ze allebei dood

Death Cast

Best of YA, onderdeel van Uitgeverij Unieboek | Het Spectrum, bracht in de zomer van 2024 de bestseller Op het einde gaan ze allebei dood opnieuw uit van Adam Silvera, voormalig kinderboekverkoper en boekrecensent van kinder- en jeugdromans. Clavis en Rainbow deden het eerder in achtereenvolgens 2018 en 2022.

Het is het onvergetelijke verhaal over twee jongeren, die op 5 september, iets na middernacht, worden gebeld door Death Cast. Deze organisatie is in staat de dood van mensen te voorspellen. Ben je een Dekker, dat wil zeggen aangesloten bij Death Cast, dan word je op de dag van overlijden 24 uur van tevoren geïnformeerd.

Via Last Friend, een app voor eenzame Dekkers en voor goeie zielen die Dekkers in hun laatste uren gezelschap willen houden, komen Mateo en Rufus met elkaar in contact. Ze besluiten de laatste dag van hun leven samen door te brengen in New York. Ze willen nog één groot avontuur beleven, een allerlaatste kans alles uit het leven te halen. ‘Maar maak je geen illusies’, vermeldt de tekst op de achterzijde van het omslag, ‘op het einde gaan ze allebei dood.’ Tja, dan heb je geen aanmoediging nodig, dan wil je wel lezen. Het boek bracht destijds een schokgolf teweeg op BookTok en veroverde wereldwijd de harten van lezers.

De heruitgave van Best of YA is voorzien van het Amerikaanse omslag en vormde de opmaat naar de uitgave van het tweede deel, De eerste die op het einde doodgaat. In deze prequel neemt Silvera de lezer mee naar de tijd die voorafging aan Op het einde gaan ze allebei dood. Wederom een verslavend verhaal dat aangenaam wegleest.

Het derde deel (De overlever wil aan het einde dood) verschijnt dit voorjaar gelijktijdig met de Engelse editie en daarmee is de trilogie voltooid van een opmerkelijke geschiedenis over het vieren van het leven en de liefde.


Silvera, A. (2024) Op het einde gaan ze allebei dood. Oorspronkelijke titel: They Both die at the End. Amsterdam: Van Goor. Uitgeverij Unieboek | Het Spectrum. Isbn 978 90 003 9356 5 € 12,50 341 blz.

Silvera, A. (2024) De eerste die op het einde doodgaat. Oorspronkelijke titel:  The First to die at the End. Amsterdam: Van Goor. Uitgeverij Unieboek | Het Spectrum. Isbn 978 90 003 9362 6 € 21,99 428 blz.

Silvera, A. (2025) De overlever wil aan het einde dood. Oorspronkelijke titel: The Survivor Wants to Die at the End. Amsterdam: Van Goor. Uitgeverij Unieboek | Het Spectrum. Isbn 978 90 004 0039 3 € 27,99 784 blz.

Daniëlle Bakhuis - De schreeuw van Westerdam

Morgen ben je dood

‘De lucht is blauw
Rozen zijn rood
Wij huilen om jou
want morgen ben je dood
Rust zacht, Stink-Nancy.

Geboren op de vuilnisbelt
Gestorven op 31 december 1999’

Aldus de weinig opbeurende tekst op een rouwkaart, zoals Nancy die op oudejaarsavond 1999 in het fictieve dorpje Westerdam ontvangt. Volgens de schrijver zal ze de millenniumwisseling niet meemaken. Haar beste vriend Justin is ervan overtuigd dat de kaart van een stel rotmeiden uit hun klas komt. Of is er iemand anders die wil weten dat Nancy’s laatste uur heeft geslagen?

Vakkundig werkt schrijfster Danielle Bakhuis in het bloedstollende De schreeuw van Westerdam toe naar een verrassend, onverwacht einde. Haar taalgebruik is beeldend, krachtig en voor grote groepen lezers toegankelijk. Muziek speelt een voorname rol in het boek en een aardige vondst is dat achterin een QR-code staat afgedrukt waarmee de lezer direct toegang krijgt tot de playlist van De schreeuw van Westerdam op Spotify.

Alles bij elkaar is dit compacte verhaal van 123 bladzijden bijzonder geschikt voor de onderbouw, vooral ook voor leerlingen die gewoonlijk wat lastiger zijn te motiveren tot het lezen van een boek.


Griezelverhalen zijn van alle tijden, spreken veel jongeren aan. Schrijfster Daniëlle Bakhuis heeft een duidelijke verklaring voor de populariteit van dit genre. In een slotwoord in De schreeuw van Westerdam schrijft ze het volgende:

‘Wanneer het ruk gaat met de wereld (oorlogen, klimaatveranderingen, bestaansonzekerheid) zoeken mensen graag hun toevlucht in horror. Bang zijn voor een horrorclown of de Witte Wieven is heel wat lekkerder dan bang zijn voor een Derde Wereldoorlog. En dat is waarom ik ook altijd van horror houd. Het is de veilige rit in een achtbaan, een spooktocht met een suikerspin toe.’ (p. 121)

Danielle Bakhuis (Westerhaar, 1982), studeerde journalistiek in Zwolle en werkte als redacteur voor onder meer de tijdschriften CosmoGirl!Viva en Cosmopolitan. Ze schreef de griezelverhalen Clownsnacht, Het huis zonder einde en De Bloedzomer van 1997, alle verschenen bij Van Goor in achtereenvolgens 2019, 2020 en 2022. De schreeuw van Westerdam is haar vierde jeugdhorrorboek voor lezers van 13 jaar en ouder. Voor wie de andere verhalen niet las, is er geen nood aan de man. Deze griezelgeschiedenis laat zich, ondanks meerdere verwijzingen naar de voorgaande delen, prima zelfstandig lezen.


Bakhuis, D. (2024) De schreeuw van Westerdam. Amsterdam: Van Goor. Isbn 978 90 003 9588 0 € 15,99, 128 blz.

Erik Jan Tillema - Bloedmaïs

Hoe overleef je in een dorp met afschuwelijke geheimen?

Voor de meer ervaren lezers is Bloedmais van Erik Jan Tillema een aanrader. Tillema (1983), van huis uit godsdienstwetenschapper, verwierf bekendheid met spannende boeken waarin hij de verbinding zoekt tussen eeuwenoude verhalen (mythen en legenden) en het heden. Zijn young adult-debuut, het bloedstollende Het huis in de polder (Clavis, 2022), groeide uit tot een reeks van vier delen. Het verhaal IQ (Clavis, 2023) was Leestip van het Jonge Jury Boekgenootschap 2024.

Net als Futuria van Suzanne Wouda start Bloedmais met een huiveringwekkende proloog die je onmiddellijk het verhaal intrekt. Hoofdpersonen in deze sinistere horrorgeschiedenis zijn broer en zus James en Daisy die met hun alternatieve ouders het stadse leven verruilen voor het bestaan in een klein dorp, het in de ogen van de kinderen nietszeggende maisdorp Nederkarspel. Daar moeten ze makkelijker in contact komen met de natuur en de vier jaargetijden, omdat dit beter zou zijn voor hun gestel. Eenmaal aangekomen in de nogal conservatief ingestelde buurtschap waar de griezelig hoge maisplanten een eigen leven lijken te leiden, ervaren de nieuwkomers dat ze niet zomaar worden geaccepteerd. De dorpelingen, aangespoord door de dominante familie Flintboer, stellen zich behoorlijk onverdraagzaam op. Het duurt niet lang of Daisy en James beseffen dat de zo op het oog onbeduidende gemeenschap waar hun ouders tot rust dachten te komen minder saai is dan ze hadden verwacht. Integendeel: Het wordt een strijd op leven en dood!

Bloedmais is een beklemmende thriller, niet bedoeld voor tere zieltjes. Een fascinerend verhaal dat met zijn 518 pagina’s borg staat voor flink wat fijne leesuurtjes.


Tillema, E. (2024) Bloedmais. Hasselt – Amsterdam – New York: Clavis Uitgeverij. Isbn 978 90 448 5330 8 € 26,95 518 blz.

Suzanne Wouda - Futuria

Een gruwelijk experiment


‘Libby kijkt de vrouw onderzoekend aan, want dat laatste adem uitblazen laat vast niet lang meer op zich wachten. 
Attentie: om middernacht zal madame de Bettancour haar laatste adem uitblazen. Komt dat zien, komt dat zien! Kaartjes voor de eerste rang zijn nu verkrijgbaar. Ook zijn er extra voordelige staanplaatsen. Wees er snel bij, want op is op en dood is dood.’ (p. 89)

Dit citaat komt uit Futuria, een fantasievolle griezelvertelling van Suzanne Wouda. Het is een knap geconstrueerde geschiedenis die je vanaf de eerste bladzijde bij de strot grijpt.

In een nieuwsgierig makende proloog lezen we hoe Johannes, een jutter, in 1887 het strand bezaaid aantreft met brokstukken en de stoffelijke resten van opvarenden van de vergane Katharina. Niet veel later bevalt zijn vrouw van een tweeling, een jongen en een meisje. Vervolgens maakt Wouda een tijdsprong van vijftien jaar en maken we kennis met Kraai, een van de hoofdpersonen in het verhaal. Hij en Achilles zijn gezworen vijanden. Maar als hun bendes plotseling worden opgepakt en afgevoerd door mannen in het zwart, moeten ze wel samenwerken om hun kameraden te redden. Die zijn naar het eiland Futuria gebracht, waar behalve een chic pretpark ook een oude gevangenis is en een groot huis. In dat huis woont Libby. Haar vader is dokter Gold, wetenschapper en eigenaar van Futuria.

Op de avond voor Halloween nodigt Gold de rijksten van de stad uit v
oor een bezoek aan de oude gevangenis. Daar heeft hij een geheim laboratorium en een griezelige carrousel laten bouwen. Libby ontdekt dat haar vader met een bijzonder, maar gruwelijk experiment bezig is. En dat zij een kant moet kiezen. Die van haar vader, of die van Kraai en Achilles … . 

Door de bijzondere sfeer zullen lezers niet snel afhaken. Er gebeurt veel en dit onderhoudende boek is dan ook heel geschikt voor jongeren die houden van spannende verhalen.

 

Suzanne Wouda (Kaatsheuvel, 1974) is een getalenteerd schrijfster die een voorkeur heeft voor het schrijven van historische en pakkende verhalen. Ze schrijft voor jongeren en volwassenen. Voor haar jeugdboek Sabel ontving ze in 2018 de Zilveren Griffel.


Wouda, S. (2024) Futuria. Amsterdam: Uitgeverij Leopold. Isbn 978 90 216 8577 9 € 18,99, 280 blz.