woensdag 10 september 2025

Elin Meijnen - De blauwe vinvistemster

Blauwe vinvistemster

Monica (13) vertrekt in de zomervakantie naar Terschelling. Ze kent het Waddeneiland goed. Haar oma en opa van moederskant zijn er de uitbaters van Theetuin de Houtzagerij en ze logeert er vaak.

Monica reist voor het eerst alleen. In Harlingen Haven raakt ze aan de praat met jongeren die zich opmaken voor een verblijf  op de populaire jongerencamping De Fruitmand. Op de boot bladert Monica in haar moeders fotoalbum. Het is mama’s laatste boek voordat ze tijdens een skivakantie verongelukte. Op een van de foto’s ziet Monica zichzelf zitten bij haar moeder op schoot. Samen lezen ze het boek De blauwe vinvis.

Hier werd ze vijf (…) Monica kende het helemaal uit haar hoofd. (…) Mama heeft er een gesprekje bij getypt.

 Monica: Kun je alle dieren temmen?

Mama: Ik denk het wel

Monica: Ook vissen?

Mama: Dolfijnen kun je temmen, verder weet ik het niet

Monica: De blauwe vinvis is de allergrootste vis van de wereld

Mama: De allergrootste ..

Monica: Dan word ik later blauwevinvistemster (p. 24)

Chillen op het strand

Aangekomen op Terschelling ontmoet Monica dezelfde vriendengroep en liegt ze over haar leeftijd. Een van de jongens nodigt haar uit hen op te zoeken en samen te chillen op het strand. Het is een aantrekkelijk voorstel omdat ze zo voor even kan ontsnappen aan haar jongere nichtje Silke en neefje Pim die eveneens in de Theetuin logeren en die voortdurend al haar aandacht opeisen.

In de dagen die volgen zijn er zorgen om opa die bij de reddingsactie van een jonge kat ten val komt. Nu oma haar man vergezelt naar het ziekenhuis op het vasteland hebben Monica, haar neefje en nichtje voor even het rijk alleen. Monica laat zich door haar nieuwe vrienden verleiden en sluit zich met Pim en Silke aan bij een kampvuur op het strand waar ze zich tot diep in de nacht vermaken. Monica voelt zich aangetrokken tot Teun (16), ze vindt hem meer dan aardig.

Jezelf zijn

Als opa en oma terugkeren op het eiland worden ze vergezeld door tante Aaf, opa’s oudere zus. De sfeer is gespannen en oma gedraagt zich nogal kribbig. Opa en zijn zus leggen het Monica uit. Monica’s moeder was een nogal rebelse tiener. Op de leeftijd van Monica begon ze te veranderen. Jelena deed alles stiekem, spijbelde van school en trok op met oudere vrienden. Oma ziet veel van haar kind terug in Monica, is bang dat haar kleindochter dezelfde kant opgaat.

‘Ik denk,’ zegt tante Aaf, ‘dat jouw oma nog heel veel verdriet heeft om Jelena. En dat ze de schuld bij zichzelf zoekt.’ (…)

‘Dat begrijp ik niet,’ zegt Monica.

‘Dat Greet vindt dat Jelena’s energie de oorzaak is van haar dood,’ zegt tante Aaf. ‘En dat het haar niet gelukt is om die energie in te dammen. (…) Jelena was roekeloos. Ze wilde altijd iets van avontuur beleven. Daarom ging ze offpiste skiën.’ (p. 130)

Diezelfde middag fietst Monica naar het strand. Ze realiseert zich dat ze lijkt op haar moeder, maar ze bedenkt dat ze toch ook vooral zichzelf is en dat zij het liefst wil blijven op het eiland waar ze zich verheugt op een ontmoeting met Teun. Het wordt voor deze zomer hun laatste samenzijn. De volgende morgen is hij voor dag en dauw vertrokken, maar Teun laat via zijn vriend Sebas een souvenir (een knuffel van de blauwe vinvis) met een briefje achter dat de deur opent voor een hereniging volgend jaar.


Elin Meijnen (Amsterdam, 1971), studeerde muziek en Nederlands. Ze staat voor de klas en heeft een passie voor jeugdliteratuur. Ze is enorm gedreven en doet er alles aan haar leerlingen aan het lezen te krijgen. In 2021 debuteerde ze als schrijfster met De tweede stem waarvoor ze de Jonge Jury Debuutprijs 2022 ontving. Huisje 13, leestip voor de Jonge Jury 2023, verscheen een jaar later. Daarna volgden nog Vanavond bij de rivier (2024) en De blauwe vinvistemster (2025). Voor een bespreking van Vanavond bij de rivier klik hier.

De blauwe vinvistemster is een echt meidenboek, vooral geschikt voor jongere leerlingen in de onderbouw. Teder en herkenbaar, grappig en gevat maakt Elin de lezer deelgenoot van de belevenissen van de hoofdpersoon op de drempel naar de puberteit.

Eigenlijk gebeurt er in de boeken van Elin Meijnen niet heel erg veel. Dat de schrijfster er evengoed in slaagt de aandacht van de lezer vast te houden zegt iets over haar vakmanschap. Het zijn haar scherpe observaties en de directe manier van vertellen waardoor jongeren beslist worden geraakt. Nergens onnodig problematiserend gaan haar verhalen over echte mensen. Ik ben fan!


Meijnen, E. (2025). De blauwe vinvistemster. Amsterdam: Uitgeverij Leopold. Isbn 978 90 258 8868 8 € 16,99, 181 blz.

Elin Meijnen - Vanavond bij de rivier

Een vakantie zonder zorgen?

Ik haat de treurigheid van gezinnen die aankomen op een camping. Mensen die na een lange dag rijden met gekreukte kleren uit de auto stappen en verdwaasd om zich heen kijken, meestal voor een vol terras waar iedereen ze aanstaart. Ongemakkelijker wordt het niet. (p. 5)

Het zijn de openingszinnen in Vanavond bij de rivier. De schrijfster laat Jay (16) aan het woord die met zijn ouders de Franse camping bezoekt waar ze sinds jaar en dag komen. Jay hoopt dat het inchecken snel klaar is zodat hij kan aansluiten bij zijn vakantievrienden.

Jay heeft alle reden uit te zien naar een vakantie zonder zorgen. Zijn vader kampt met de verschijnselen van post-covid en de ziekte beheerst niet alleen zijn leven, maar ook dat van zijn gezin. Jay en zijn moeder konden met heel veel inzet een faillissement van de sportschool niet voorkomen. Het huurhuis hoefden ze niet te verlaten, maar geldzorgen zijn er volop.

Lilou

De aanhoudende vermoeidheidsklachten van Jay’s vader en het gedoe over geld veroorzaken veel spanningen. Jay vindt afleiding bij zijn vrienden, maar zijn gedachten gaan vooral naar Lilou, de mooie jonge Française die werkt op de camping. Vooralsnog lijkt zij voor hem onbereikbaar. Ze spreekt geen Nederlands, is drie jaar ouder en niet onbelangrijk: ze heeft al een vriend. Toch is er een klik en als Lilou hem vraagt haar te helpen met Nederlandse lessen, omdat ze naar de kunstacademie wil in Nederland, ziet Jay een opening.

Onder de overkapping wordt het amusement opgebouwd. (…)

‘O jongens, dit wordt weer smullen,’ zeg ik lachend. ‘Lekkere Franse lulligheid waar we allemaal op gaan dansen vanavond.’

‘Franse luuligheid? Wat betekent dat?’

Betrapt.

Lilou staat naast me en kijkt naar me op met een dubbelzinnig lachje. ‘Ik heb Nederlandse les nodig, Zjay. “Luuligheid”. Ik ken jouw woorden niet.’ Ze draagt geen make-up, en haar haren zijn nat van het douchen.’ (…)

‘En vanavond wij gaan dansen. Vanavond ben ik vrij.’

Ik zweef. (p. 71-72)

Maar dan gooien Jay’s ouders roet in het eten en lijken zijn kansen verkeken. Of kan zijn ondernemende oma nog iets voor hem en zijn ouders betekenen?


Het verhaal is zo geschreven dat je alle gebeurtenissen meemaakt door de ogen van Jay. In een interview met Frits Spits (De Taalstaat - NPO1, 1 juni 2024)  legde Elin uit dat ze het een uitdaging vond het innerlijk van een zestienjarige jongen te beschrijven. Daar is ze heel goed in geslaagd. Jay maakt met al zijn onzekerheden een authentieke en geloofwaardige indruk en het zal de meeste pubers weinig moeite kosten zich te identificeren met deze sympathieke hoofdpersoon.

Een meeslepend verhaal dat leest als een trein en dat jongens van veertien jaar en ouder absoluut zal aanspreken.


Elin Meijnen (Amsterdam, 1971), studeerde muziek en Nederlands. Ze staat voor de klas en heeft een passie voor jeugdliteratuur. Ze is enorm gedreven en doet er alles aan haar leerlingen aan het lezen te krijgen. In 2021 debuteerde ze als schrijfster met De tweede stem waarvoor ze de Jonge Jury Debuutprijs 2022 ontving. Huisje 13, leestip voor de Jonge Jury 2023, verscheen een jaar later. Daarna volgden nog Vanavond bij de rivier (2024) en De blauwe vinvistemster (2025).  Voor een bespreking van dat laatste boek klik hier.


Meijnen, E. (2024). Vanavond bij de rivier. Amsterdam: Uitgeverij Leopold. Isbn 978 90 258 8715 5 € 16,99, 156 blz.

donderdag 29 mei 2025

Wilma Geldof - Het meisje dat er niet mocht zijn

We zijn meer dan ons verleden

Nieuw werk van Wilma Geldof (Alphen aan de Rijn, 1962). Ze schreef Het meisje dat er niet mocht zijn. Wilma won de Thea Beckmanprijs in 2015 met Elke dag een druppel gif, een jeugdroman over een jongen uit een NSB-gezin. Op mijn blog staat de bespreking van nog een derde oorlogsverhaal van Wilma Geldof, Het meisje met de vlechtjes (2018), gebaseerd op het waargebeurde verzetsverhaal van Nederlands jongste verzetsmeisje Freddie Oversteegen.

In Het meisje dat er niet mocht zijn neemt de schrijfster de lezer mee naar 1961, het jaar dat het Eichmann-proces loopt. De zestienjarige Ditte de Leeuw moet een schoolopdracht maken over de Tweede Wereldoorlog. Ze wordt gekoppeld aan een nieuw meisje in de klas, de Joodse Rivka, die in de oorlog vele familieleden verloor. Ditte weet vrijwel niets over het oorlogsverleden van haar moeder, Nora. Ze weet zelfs niet wie haar biologische vader is. Omdat haar moeder weigert iets te vertellen, gaat Ditte zelf op onderzoek uit. Het blijkt dat haar vader een Duitse soldaat was, die vanaf november 1944 werkzaam was in het beruchte concentratiekamp in Sachsenhausen. Deze ontdekking heeft grote gevolgen en brengt Ditte in gewetensnood. Kan zij nog wel bevriend blijven met Rivka? En wat betekent deze ontdekking voor haarzelf als dochter van een nazi? Is het terecht dat klasgenoten haar uitschelden voor moffenkind, zoals destijds ook haar moeder als moffenhoer werd kaalgeschoren in het openbaar?

Ik leef, maar anderhalf miljoen Joodse kinderen zijn vermoord. (…) Ben ik een slecht mens als ik om mezelf huil? Is het oneerlijk als ik om mezelf grien en niet om die anderhalf miljoen kinderen? Ben ik sowieso slecht omdat ik een moffenkind ben? (p.228)

Ditte spoort haar vader op en zoekt contact met hem. Wanneer Ditte tijdens de diploma-uitreiking op haar middelbare school de microfoon in handen krijgt, richt ze zich eerst aarzelend en dan zelfverzekerd tot alle aanwezigen.

We zijn allemaal meer dan ons verleden. (…) Wie mij aankijkt op de keuzes of daden van mijn ouders is zelf geen haar beter. (…) Ik bén geen schande. (p. 379)

Het meisje dat er niet mocht zijn is een knap geconstrueerde YA-roman waarin Geldof geregeld wisselt van perspectief. Er zijn de fragmenten waarin het vertelperspectief ligt bij de ik-figuur Ditte. Daarnaast zijn er de tijdsprongen naar de oorlogsjaren 1943 – 1945 waar gekozen is voor het personale perspectief met Nora in de hoofdrol.

Een uitermate boeiend boek, geschreven in die kenmerkende krachtige stijl van Geldof over familie, liefde en uitsluiting en de moed die nodig is om het verleden onder ogen te zien.


Weer zo'n fascinerende Young-Adult van Luitingh-Sijthoff, de uitgever in Amsterdam, die zich al enige tijd onderscheidt in de uitgave van boeiende kwaliteitsverhalen.


Geldof, W. (2025). Het meisje dat er niet mocht zijn. Luitingh-Sijthoff. Isbn 978 90 210 5353 0 € 19,99, 398 blz.

Astrid Sy - Noem geen namen

Gered uit handen van de nazi's

In 2023 viel historicus en presentator Astrid Sy (Leiden, 1987) in de prijzen met Noem geen namen, een aangrijpende roman over drie jonge vrouwen die in de Tweede Wereldoorlog Joodse kinderen redden uit handen van de nazi’s. Ze ontving de Thea Beckman-prijs en De Kleine Cervantes.

De inspiratie vond Astrid toen ze las over de moedige jonge vrouwen en mannen die in de oorlog betrokken waren bij het smokkelen van opgepakte Joodse kinderen in de Crèche tegenover de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam.

Rosie is kinderverzorgster en woont bij haar ouders in Amsterdam-Oost, een levendige Joodse buurt. Kaat studeert rechten en is lid van het Amsterdamse studentencorps. Wanneer de oorlog uitbreekt, moet Rosie een moeilijke keuze maken: blijft ze bij haar ouders of gaat ze de kinderen van opgepakte Joden helpen? Kaat komt in aanraking met een studentengroep die zich het Utrechts Kindercomité noemt. Daar leert ze Josephine kennen. Rosie, Kaat en Josephine raken betrokken bij het smokkelen van Joodse kinderen. Wat volgt is een lange, gevaarlijke weg die begint bij een crèche aan de Plantage Middenlaan in Amsterdam.

Een hartverscheurend, tragisch verhaal voor jongeren van vijftien jaar en ouder.


Sy, A. (2021). Noem geen namen. Amsterdam: Luitingh-Sijthoff. Isbn 978 90 245 9262 3 € 20,99, 448 blz.

Marte Jongbloed - 1300 bommen in 13 minuten

Minder ervaren lezers kunnen goed uit de voeten met 1300 bommen in 13 minuten van Marte Jongbloed (Amsterdam, 1970). Door het dramatische onderwerp en de directe manier van vertellen worden brugklassers beslist geraakt. 

Het verhaal vertelt over het Rotterdamse bombardement dat in 2025 vijfentachtig jaar geleden plaatsvond.

Joop (13) woont in Rotterdam. Hij heeft van zijn moeder het horloge van zijn overleden vader gekregen. Hoewel de Duitsers de stad een paar dagen eerder binnenvielen, voelt het nog niet echt als oorlog. Alles verandert wanneer op 14 mei het luchtalarm afgaat.

Joop wordt op pad gestuurd om zijn broer Anton te waarschuwen, maar dan vallen de bommen. Op zijn horloge ziet Joop dat de stad in dertien minuten is veranderd in een vuurzee. Hij overleeft het bombardement, maar zijn huis is weg.

Als je iets kwijt bent, bijvoorbeeld een sleutel, dan ga je zoeken op de plek waar je die voor het laatst hebt gezien. Maar de plek waar ik mijn familie voor het laatst heb gezien, bestaat niet meer. (p. 23)

Joop gaat op zoek naar zijn familie. Daarbij krijgt hij gezelschap van Marie. Samen zoeken ze hun weg door de puinhopen en alle brandhaarden. Onderweg ontmoeten de kinderen talloze ontheemden, gewonden, mensen die doelloos dwalen, soms in het bezit van enkele bezittingen die gespaard bleven.

 

Marte Jongbloed is docente taal- en jeugdliteratuur op een hogeschool. Haar belangstelling voor geschiedenis neemt ze mee in haar werk als schrijfster, zoals In Gevaarlijk water (Luitingh-Sijthoff, 2023) over de watersnoodramp van 1953 en Gevangen in de stad (Luitingh-Sijthoff, 2024) dat zich afspeelt in de late middeleeuwen.


Jongbloed, M. (2025). 1300 bommen in 13 minuten. Amsterdam: Luitingh-Sijthoff. Isbn 978 90 210 5352 3 € 15,99, 128 blz.

Ron en Jette Schröder - Stel dat het morgen vrede wordt

Ron Schröder en zijn dochter Jette schreven een serie versjes die aansluiten bij 80 jaar vrijheid. Ze werden gebundeld in Stel dat het morgen vrede wordt, wonderschoon geïllustreerd door Marie-José Bremer. De gedichten zijn bedoeld voor jongere lezers, maar zijn ook geschikt voor leerlingen in de brugklas.

In het eerste gedeelte (‘herdenken’) ligt de nadruk op reflectie en verwerking. Zo is er aandacht voor de Jodenhaat ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. In het gedicht Nooit meer blij geven de schrijvers op ontroerende wijze uiting aan de traumatische gevolgen die de oorlog kan hebben voor overlevenden.


Hij heeft de oorlog meegekregen

en al is ons land nu vrij

’t beheerst nog altijd zijn gedachten

nooit gelukkig, nooit meer blij


In het tweede deel gaan de versjes over vieren, bieden vader en dochter Schröder een hoopvolle blik op de toekomst. Zoals in het gedicht Stel dat het morgen vrede wordt, waaraan het boek zijn titel ontleend.

 

Stel dat het morgen vrede wordt

er geen granaat meer knalt

geen kogels worden afgevuurd

en er geen bom meer valt

als vijandschap wordt ingeruild

voor vriendschap om je heen

en haat weer langzaam liefde wordt

de wereld wordt weer één

 

Ron Schröder is een begrip in kinderboekenland. Samen met zijn vrouw Marianne Busser die begin dit jaar overleed, bouwde hij aan een omvangrijk oeuvre, voornamelijk bedoeld voor jonge kinderen. Dochter Jette is eveneens auteur. Zij richt zich op dezelfde leeftijdsgroep.


Schröder, R. en Jette (2025). Stel dat het morgen vrede wordt. Illustraties van Marie José Bremer. Amsterdam: Uitgeverij Moon. Isbn 978 90 488 7643 3 € 17,99, 64 blz.

maandag 21 april 2025

Megan Lally - Niet mijn naam

Niet mijn naam is het verrassende debuut van de Amerikaanse Megan Lally. Het boek was in het geboorteland van de schrijfster een New York Times-bestseller en is sinds kort ook beschikbaar in het Nederlands. Dat is goed nieuws, want dit bloedstollende verhaal grijpt je al direct in het eerste hoofdstuk bij de strot en laat je vervolgens, 376 pagina’s lang, niet meer los.

Een vooralsnog onbekend meisje wordt in het donker, onder het bloed, wakker langs de kant van de weg. Ze heeft werkelijk geen idee wat er is gebeurd, heeft totaal geen herinneringen. Ze weet zelfs haar naam niet, herinnert zich niet wie ze is! Ze wordt opgemerkt door een surveillerende politiewagen en de dienstdoende agent neemt haar mee naar het bureau. Daar wordt ze verzorgd aan haar verwondingen en ondervraagd. De herinneringen echter blijven weg en het helpt niet dat ze geen persoonlijke bezittingen op het lijf draagt, zoals een identiteitsbewijs. Het goede nieuws is dat zich al rap een man meldt, die beweert haar vader te zijn. Deze Wayne Boone toont kinderfoto’s waarop Mary – zo zou ze heten – zichzelf herkent. De onbekende lijkt haar vader te zijn.

Tegelijkertijd maken we kennis met een zekere Drew die door de politie wordt verdacht van betrokkenheid bij de mysterieuze verdwijning van zijn 17-jarige vriendin Lola. Drew besluit uit pure frustratie zelf op zoek te gaan.

Beurtelings ligt het perspectief bij Mary en Drew. Stukje bij beetje komen er bij Mary flarden van herinneringen terug die niet kloppen met de verhalen van de vermeende vader. En in de fragmenten waarin het perspectief ligt bij Drew voel je als lezer dat er meer is, maar houdt de schrijfster essentiële informatie knap verborgen. Vakkundig bouwt ze de spanning op. De dreiging neemt toe, wordt bijna tastbaar totdat het slot je uiteindelijk naar adem doet happen!

Wedden dat we in de toekomst meer van deze schrijfster gaan horen?


Lally, M. (2025). Niet mijn naam. Oorspronkelijke titel: Not my Name. Vertaling uit het Engels door Sandra C. Heffels. Utrecht: Uitgeverij De Fontein. Isbn 978 90 261 7583 1 € 19,99, 376 blz.