woensdag 19 november 2025

Timothée de Fombelle - Alma - De storm steekt op

Van de Fransman Timothée de Fombelle verscheen deze zomer nieuw werk. In  Alma - De storm steekt op richt de schrijver zich op ons koloniaal verleden. Daarbij zoomt hij in op de gedwongen deportatie en uitbuiting van tot slaven gemaakte bewoners van Afrika die onder erbarmelijke omstandigheden werden verscheept. De Fombelle is een verhalenverteller pur sang en het kan niet anders of hij weet de lezer te raken. Dit verhaal is geschikt voor de onderbouw. Enige leeservaring is gewenst.

 Fantasie, magie en realiteit

‘De matrozen zijn stil geworden. Op het eerste gezicht zou je kunnen denken dat ze zo bleekjes zien vanwege de storm. Maar hun misselijkheid heeft veel te maken met de deining in het ruim onder hun voeten. Het rumoer uit het binnenste van het schip. Want noch de stem van Gardel, noch het gieren van de wind, noch het gekraak van het hout kan het gekerm en gejammer van onder het dek overstemmen.

Daar zitten nu vijfhonderdvijftig gevangenen opgesloten. Drie per vierkante meter. Met ook nog honderdvijftigduizend liter drinkwater aan boord, plus tonnen met voor twee maanden erwten en rijst, ligt het schip zo diep in het water dat de kanonnen maar net boven de zeespiegel uit komen.’ (p. 267)

 

Alma – De storm steekt op speelt zich af in 1786. Het zijn de hoogtijdagen van de slavenhandel.

Alma (13) woont met haar ouders en twee broers in een sprookjesachtige Afrikaanse vallei, afgeschermd door hoge kliffen van de buitenwereld. Ze zijn de laatsten van een mythisch volk: de Oko’s. Aan hun idyllisch bestaan komt abrupt een einde wanneer Lam, Alma’s jongste broertje, verdwijnt. Blijkbaar heeft hij een geheime uitgang ontdekt. Alma besluit hem te zoeken zonder te weten dat haar vader hetzelfde doet. Zodra zij de veilige en besloten omgeving van de vallei heeft verlaten, wordt Alma geconfronteerd met de gruwelijke en onmenselijke realiteit van de slavenhandel die het continent teistert. Evenals haar vader is zij dan nog onwetend van het feit dat haar hoogzwangere moeder en haar broer Soem zijn ontdekt en opgepakt door slavenhandelaren. Wat Alma ook niet weet, is dat haar vader zelf een duister verleden heeft in de slavenhandel. Alma staat aan het begin van een levensgevaarlijke reis om zichzelf, haar familie en de herinnering aan haar volk te redden.

Tegelijkertijd maken we kennis met Joseph Mars, een dertienjarige weesjongen die zich in de haven van Lissabon als verstekeling heeft verschanst op het Franse slavenschip La Douce Amélie. Hij is op zoek naar een piratenschat en het lukt hem op slinkse wijze het vertrouwen te winnen van de wrede en hebzuchtige kapitein Gardel. Gedurende de reis naar de Afrikaanse westkust raakt hij verstrengeld in een web van intriges, maar weet hij – mede dankzij zijn vriendschap met de scheepstimmerman Poussin – overeind te blijven. De sfeer op het schip wordt snel grimmiger zodra meer dan vijfhonderd tot slaaf gemaakte Afrikanen zijn ingescheept. Het schip, geteisterd door een storm, kiest op last van de kapitein voor een omweg en zet koers naar een eiland waar zich de vermeende schat zou bevinden.

En dan is daar ook nog Amélie Bassac, dochter van een steenrijke handelaar. Na het plotselinge overlijden van haar vader blijkt er ten gevolge van het frauduleuze handelen van de boekhouder niets te erven. Berooid reist zij af naar de enige plek die nog van haar is: een suikerrietplantage op Saint-Domingue. En er dobbert een slavenschip van haar ergens op de oceaan …

 

Alma – De storm steekt op kenmerkt zich door een opmerkelijke mix van fantasie, magie en realiteit. Het verhaal heeft een knappe spanningsopbouw. Er zijn meerdere verhaallijnen en het duurt even eer je beseft dat de levens van de ogenschijnlijk totaal verschillende verhaalfiguren met elkaar verweven raken. De lezer steekt bovendien veel op over de scheepvaart en de slavenhandel eind achttiende eeuw. Er is een open einde zodat je zelf kunt verzinnen hoe het verder gaat. Voorlopig dan, want dit boek is het eerste deel in een trilogie en het vervolg wil je natuurlijk lezen. De Fombelle heeft met zijn beeldrijke schrijfstijl een reputatie hoog te houden en het kan niet anders of ook de rest van de geschiedenis is formidabel!

 

Timothée de Fombelle (Parijs, 1973) is een Franse schrijver en toneelschrijver. Hij is vooral bekend door zijn jeugdromans zoals Tobie Lolness (2006) en Vango (2011) waarin avontuur en maatschappelijke thema’s samenkomen. Zijn werk werd bekroond met diverse Franse en internationale prijzen, waaronder de Zilveren Griffel in 2008 voor Tobie Lolness.



Fombelle, T. de (2025). Alma – De storm steekt op. Oorspronkelijke titel: Alma – Le vent se lève. Vertaling uit het Frans door Lies Lavrijsen. Tielt: Uitgeverij Lannoo nv. Isbn 978 90 209 7935 0 € 22,99, 406 blz.




Robin Raven - De opdracht van Tula

Curaçao, 1795. Lucia en haar vriend Martinus werken op plantage Kenepa van Shon Caspar van Uytrecht. Tijdens Lucia’s montamentu – haar inwijding in de volwassenheid – ontmoet ze, bedwelmd door rum en kruiden, de geest van de goddelijke Yoruba Orisha in de gedaante van een reusachtige pega pega-hagedis. Hij geeft haar een vage opdracht: ‘Verzamel de kracht om te doen wat je moet doen!’

Op Saint-Domingue (Haïti) is een opstand uitgebroken onder de slaven en geïnspireerd door de verhalen vanuit deze Franse kolonie groeit de onrust en het verzet onder de tot slaaf gemaakte arbeiders op Curaçao. Wanneer Tula, de man die als een vader voor Lucia zorgt, wreed wordt gestraft door de plantage-eigenaar omdat hij haar heeft geholpen, laat hij weten dat het tijd is het werk neer te leggen.


‘De tijd van vrijheid is aangebroken en iemand moet de bel luiden.’ (…) Tula kijkt beurtelings naar Lucia en Martinus. ‘Yoruba Orisha,’ zegt hij. Als Lucia die naam hoort, ziet ze de reuzenhagedis weer voor zich. ‘Wat heeft die met jouw plan te maken?’ vraagt ze.

Tula glimlacht. ‘Alles, Lucia. Alles. Waarom denk je dat hij hier zojuist is verschenen? Weet je nog wat hij tegen je zei tijdens de montamentu? (…) Jullie zijn uitverkoren door Yoruba.’ (p. 51-53)

 

Lucia en haar vriend reizen af naar de andere plantages om namens Tula de boodschap door te geven: ‘De tijd is rijp voor een opstand. Het is nu of nooit.’

In de dagen die volgen, geven steeds meer arbeiders gehoor aan Tula’s oproep. Zij sluiten zich aan bij de opstandelingen voor een reis richting Willemstad. Bij de Sint Michielsbaai raken de vrijheidsstrijders slaags met soldaten van het garnizoen Fort Amsterdam. Er volgt een bloedige strijd waarin de kinderen worden gescheiden van Tula.

 

Tula heeft echt geleefd. Na zijn gevangenneming werd hij in Willemstad publiekelijk op gruwelijke wijze gefolterd en gedood. In 2010 werd hij uitgeroepen tot nationale held van Curaçao en in 2023 werd hij door de Nederlandse regering officieel gerehabiliteerd.

 

Robin Raven (Haarlem, 1962) woonde als kind op Curaçao. Hij kent het eiland goed, maar het duurde tot 2020 alvorens hij zich verdiepte in de historische figuur Tula. Aanleiding was zijn deelname aan de Slavernij- en de Revolusitenstoonstelling in het Rijksmuseum. Hij schreef verhalen over meerdere vrijheidsstrijders en een van die personages was Tula. Eerst was er de audiotour, later volgde een roman voor volwassenen (De opstand van Tula. Omniboek, 2023) en nu dus dit jeugdboek.

 

De opdracht van Tula is een ontroerend, meeslepend relaas waarin Raven zich wederom ontpopt als een begaafd schrijver. Geen overbodige passages. Geen nodeloos uitvoerige beschrijvingen en uitweidingen waardoor de vaart uit de geschiedenis sijpelt, maar een evenwichtig en stilistisch fraai geschreven verhaal.


Raven, R. (2025). De opdracht van Tula. Rotterdam: Lemniscaat b.v. Isbn 978 90 477 1781 2 € 15,99, 180 blz.

woensdag 15 oktober 2025

Kevin Brooks - Bad Castro

De lezer volgt Castro, die op vijftienjarige leeftijd al een beruchte reputatie geniet in de onderwereld van Zuid-Londen. Het verhaal wordt verteld door Judy Ray, een jonge rechercheur die er ’s avonds, samen nog met twee collega’s, op uittrekt om Castro als moordverdachte op te pakken voor een verhoor. Onderweg naar het bureau wordt de politieauto geramd. Daarbij komen de  twee collega’s van Judy om het leven. Judy en Castro proberen na de crash te overleven in een uiterst gevaarlijke omgeving. Het is nacht en alleen door samen te werken kunnen ze wellicht uit handen blijven van bendeleden die hen willen uitschakelen. Langzaam maar zeker groeien de op het oog zo verschillende mensen naar elkaar toe. De politievrouw en de crimineel. Het lijkt of Castro er belang bij heeft Judy te beschermen. Maar waarom?


Een meeslepend, rauw en heftig verhaal dat laat zien dat de grenzen tussen goed en kwaad – een bekend motief in het werk van Brooks - niet altijd duidelijk en vanzelfsprekend zijn. Een boek om helemaal in op te gaan met – nog een handelsmerk van Brooks – een heel verrassend slot.


Kevin Brooks (1959) kennen we vooral van zijn young adults. Hij ontpopte zich de afgelopen decennia tot een productief schrijver en zijn spannende, dikwijls sinistere verhalen worden door jongeren omarmd en door recensenten lovend ontvangen. Zijn boeken zitten psychologisch en verhaaltechnisch doordacht in elkaar, dagen de lezer uit en bieden stof tot nadenken. Dat verklaart waarom we titels als Martyn Big (2003) en Bunkerdagboek (2014) terugvinden op de leeslijsten van menig middelbare school.

De Nederlandse uitgever van het werk van deze Engelse auteur, De Harmonie in Amsterdam, voorzag Brooks meest bejubelde boeken van een eigentijds jasje. De hiervoor genoemde verhalen zijn nu samen met iBoy (2012) en Big Castro (2022) voor een aantrekkelijke prijs te verkrijgen. Besprekingen van al deze titels zijn terug te vinden in mijn blog. Tijd voor een (hernieuwde) kennismaking.


Brooks, K. (2025). Bad Castro. Oorspronkelijke titel: Bad Castro. Vertaling uit het Engels door Jenny de Jonge. Amsterdam: Uitgeverij De Harmonie. Isbn 978 94 633 6240 5 € 18,00, 159 blz.



Kevin Brooks - Bunkerdagboek

 

Ik snap niet dat ik erin ben getrapt.

Toen ik vanmorgen wakker werd, was het nog donker.

Zo gauw ik mijn ogen opendeed wist ik waar ik was.

Een rechthoekig, helemaal witgeschilderd betonnen gebouw met een laag plafond. Aan de grote gang liggen zes kleine kamers.

Er zijn geen deuren. Geen ramen.

Erin of eruit kan alleen met de lift.

Wat gaat hij met me doen?

Als ik het goed heb komt de lift over vijf minuten naar beneden.

Hij kwam ook.

Alleen was hij deze keer niet leeg.

Zes mensen zijn ontvoerd en worden opgesloten in een lege, ondergrondse bunker. Ze kennen elkaar niet en het is gissen naar de motieven van de onbekende ontvoerder, die hen voortdurend begluurt middels onbereikbare camera’s.

Het zijn de zestienjarige Linus Weems uit een gebroken, welgesteld gezin, vijf maanden eerder weggelopen van huis. Hij voelt zich niet gezien en begrepen door zijn alleenstaande vader en hij leeft sindsdien op straat.

Jenny, nog maar negen jaar oud.

Fred, een beer van een vent met een gewelddadige inslag en een drugsverleden.

Anja, een jonge vrouw achter in de twintig die handelt in vastgoed.

William Bird, een zakenman.

En tot slot Russell Lansing, natuurkundige, op leeftijd en ernstig ziek. Door een hersentumor kampt hij geregeld met uitvalverschijnselen.

De groep is volledig afhankelijk van de ontvoerder die geen middel schuwt zijn gevangenen te treiteren en ze te straffen voor ontsnappingspogingen.


Bunkerdagboek werd bekroond met de Carnegie Medal (2014). Het is een bloedstollend en uiterst beklemmend verhaal met een verre van wens vervullend einde dat nog lang nadreunt in je hoofd. De geschiedenis bestaat uit notities van de ik-persoon Linus in een kladblok waar hij niet alleen zijn dagen telt, maar ook al zijn angsten, frustraties en herinneringen aan zijn ouders vastlegt op papier.


Kevin Brooks (1959) kennen we vooral van zijn young adults. Hij ontpopte zich de afgelopen decennia tot een productief schrijver en zijn spannende, dikwijls sinistere verhalen worden door jongeren omarmd en door recensenten lovend ontvangen. Zijn boeken zitten psychologisch en verhaaltechnisch doordacht in elkaar, dagen de lezer uit en bieden stof tot nadenken. Dat verklaart waarom we titels als Martyn Big (2003) en Bunkerdagboek (2014) terugvinden op de leeslijsten van menig middelbare school.

De Nederlandse uitgever van het werk van deze Engelse auteur, De Harmonie in Amsterdam, voorzag Brooks meest bejubelde boeken van een eigentijds jasje. De hiervoor genoemde verhalen zijn nu samen met iBoy (2012) en Big Castro (2022) voor een aantrekkelijke prijs te verkrijgen. Besprekingen van al deze titels zijn terug te vinden in mijn blog. Tijd voor een (hernieuwde) kennismaking.

 

Brooks, K. (2025). Bunkerdagboek. Oorspronkelijke titel: The Bunker Diary. Vertaling uit het Engels door Jenny de Jonge. Amsterdam: Uitgeverij De Harmonie. Isbn 978 94 633 6239 9 € 20,00, 236 blz.

Kevin Brooks - iBoy

Bezitters van een iPhone zijn dikwijls lyrisch over de kwaliteiten en mogelijkheden van hun mobiele telefoon. Tom Harvey (16) heeft een wel heel bijzondere ervaring, beter gezegd aanvaring met dit apparaat. De eerste zinnen van het relaas maken het probleem onmiddellijk duidelijk en doen de lezer onvermijdelijk verlangen naar meer.

De mobiele telefoon die mijn schedel verbrijzelde was een iPhone 3GS, 32 GB. Hij woog 135 g, was 115,5 mm x 62,1 mm en had op het moment van de inslag een snelheid van ongeveer 124 km/u. (p. 5)

Je moet er als schrijver maar opkomen. Een bizarre gebeurtenis. Een ongeval ook met onvermoede, fantastische gevolgen.

Tom, onderweg naar zijn vriendin Lucy Walker, belandt in het ziekenhuis. Het ongeluk met de  iPhone, door een onverlaat van de bovenste etage van een torenflat geworpen, kost hem bijna het leven. Hij ligt zeventien dagen in coma. Zodra hij bijkomt, ontwaart hij de vertrouwde gestalte van zijn oma, die hem grootbracht sinds zijn moeder overleed toen hij nog maar een baby was. Maar er is nog iets. Er gebeuren rare dingen in zijn brein, zaken die zich lastig laten omschrijven.

Ik mankeerde niks. Er was wel wat, maar ik mankeerde niks. (p. 13)

In de dagen die volgen pakt Tom zijn leven weer op. Maar hij bekijkt de wereld op een andere manier. Achtergebleven fragmenten van de iPhone beïnvloeden zijn brein, nemen enkele centrale functies van zijn hersenen over en geven hem zo bijzondere krachten. Tom weet en ziet meer dan hij zich ooit voor kon stellen!

Deze fenomenale krachten komen Tom uitstekend van pas als hij besluit het op te nemen voor Lucy die is verkracht door een groep gewelddadige jongeren. De bendeleden mogen terecht vrezen voor zijn wraak!

Wat volgt, is een fascinerend, goed geschreven verhaal dat werkelijk geen moment verveelt. iBoy werd in 2017 verfilmd door Netflix.


Kevin Brooks (1959) kennen we vooral van zijn young adults. Hij ontpopte zich de afgelopen decennia tot een productief schrijver en zijn spannende, dikwijls sinistere verhalen worden door jongeren omarmd en door recensenten lovend ontvangen. Zijn boeken zitten psychologisch en verhaaltechnisch doordacht in elkaar, dagen de lezer uit en bieden stof tot nadenken. Dat verklaart waarom we titels als Martyn Big (2003) en Bunkerdagboek (2014) terugvinden op de leeslijsten van menig middelbare school.

De Nederlandse uitgever van het werk van deze Engelse auteur, De Harmonie in Amsterdam, voorzag Brooks meest bejubelde boeken van een eigentijds jasje. De hiervoor genoemde verhalen zijn nu samen met iBoy (2012) en Big Castro (2022) voor een aantrekkelijke prijs te verkrijgen. Besprekingen van al deze titels zijn terug te vinden in mijn blog. Tijd voor een (hernieuwde) kennismaking.


Brooks, K. (2025). iBoy. Oorspronkelijke titel: iBoy. Vertaling uit het Engels door Jenny de Jonge. Amsterdam: Uitgeverij De Harmonie. Isbn 978 94 633 6238 2 € 20,00, 255 blz.

Kevin Brooks - Martyn Big

In 2002 debuteerde Brooks met Martyn Big een grappig detectiveverhaal waarmee hij direct veel lezers aan zich bond. Dat niet alleen, hij won er bovendien de Branford Boase Award mee, een prestigieuze Britse literaire prijs die jaarlijks wordt uitgereikt aan een uitstekende kinder- of jeugdroman van een startende schrijver.

Hoofdpersoon is de vijftienjarige Martyn, gek op detectives. Het liefst schreef hij er zelf een, maar nog beter zou hij zelf als speurder door het leven gaan. Daarvoor krijgt hij onverwacht alle gelegenheid als zijn alcoholistische, nogal agressieve vader onder verdachte omstandigheden overlijdt. Martyn lijkt als enige getuige ook meteen de enige verdachte en hij probeert de dood van zijn vader daarom geheim te houden. Samen met zijn buurmeisje Alex (Alexandra Freeman) broedt hij op een plan om van het lijk af te komen. Een verlaten steengroeve moet uitkomst bieden, maar een nogal opdringerige en bemoeizuchtige tante Jean en Dean, het onbetrouwbare vriendje van Alex, dwarsbomen de plannen. De laatste heeft ontdekt dat Martyns vader vlak voor zijn dood een grote erfenis van liefst dertigduizend pond opstreek en hij is vast van plan beslag te leggen op het geld. Hij weet van Martyns voornemen het lijk van zijn vader te verstoppen en hij begint Martyn te chanteren.

De plot van deze met veel vaart geschreven geschiedenis is sterk, verrassend en blijft je nog lang bij.


Kevin Brooks (1959) kennen we vooral van zijn young adults. Hij ontpopte zich de afgelopen decennia tot een productief schrijver en zijn spannende, dikwijls sinistere verhalen worden door jongeren omarmd en door recensenten lovend ontvangen. Zijn boeken zitten psychologisch en verhaaltechnisch doordacht in elkaar, dagen de lezer uit en bieden stof tot nadenken. Dat verklaart waarom we titels als Martyn Big (2003) en Bunkerdagboek (2014) terugvinden op de leeslijsten van menig middelbare school.

De Nederlandse uitgever van het werk van deze Engelse auteur, De Harmonie in Amsterdam, voorzag Brooks meest bejubelde boeken van een eigentijds jasje. De hiervoor genoemde verhalen zijn nu samen met iBoy (2012) en Big Castro (2022) voor een aantrekkelijke prijs te verkrijgen. Besprekingen van al deze titels zijn terug te vinden in mijn blog. Tijd voor een (hernieuwde) kennismaking.


Brooks, K. (2025). Martyn Big. Oorspronkelijke titel: Martyn Pig. Vertaling uit het Engels door Wiebe Buddingh. Amsterdam: Uitgeverij De Harmonie. Isbn 978 94 633 6237 5 € 18,00, 221 blz.

woensdag 10 september 2025

Elin Meijnen - De blauwe vinvistemster

Blauwe vinvistemster

Monica (13) vertrekt in de zomervakantie naar Terschelling. Ze kent het Waddeneiland goed. Haar oma en opa van moederskant zijn er de uitbaters van Theetuin de Houtzagerij en ze logeert er vaak.

Monica reist voor het eerst alleen. In Harlingen Haven raakt ze aan de praat met jongeren die zich opmaken voor een verblijf  op de populaire jongerencamping De Fruitmand. Op de boot bladert Monica in haar moeders fotoalbum. Het is mama’s laatste boek voordat ze tijdens een skivakantie verongelukte. Op een van de foto’s ziet Monica zichzelf zitten bij haar moeder op schoot. Samen lezen ze het boek De blauwe vinvis.

Hier werd ze vijf (…) Monica kende het helemaal uit haar hoofd. (…) Mama heeft er een gesprekje bij getypt.

 Monica: Kun je alle dieren temmen?

Mama: Ik denk het wel

Monica: Ook vissen?

Mama: Dolfijnen kun je temmen, verder weet ik het niet

Monica: De blauwe vinvis is de allergrootste vis van de wereld

Mama: De allergrootste ..

Monica: Dan word ik later blauwevinvistemster (p. 24)

Chillen op het strand

Aangekomen op Terschelling ontmoet Monica dezelfde vriendengroep en liegt ze over haar leeftijd. Een van de jongens nodigt haar uit hen op te zoeken en samen te chillen op het strand. Het is een aantrekkelijk voorstel omdat ze zo voor even kan ontsnappen aan haar jongere nichtje Silke en neefje Pim die eveneens in de Theetuin logeren en die voortdurend al haar aandacht opeisen.

In de dagen die volgen zijn er zorgen om opa die bij de reddingsactie van een jonge kat ten val komt. Nu oma haar man vergezelt naar het ziekenhuis op het vasteland hebben Monica, haar neefje en nichtje voor even het rijk alleen. Monica laat zich door haar nieuwe vrienden verleiden en sluit zich met Pim en Silke aan bij een kampvuur op het strand waar ze zich tot diep in de nacht vermaken. Monica voelt zich aangetrokken tot Teun (16), ze vindt hem meer dan aardig.

Jezelf zijn

Als opa en oma terugkeren op het eiland worden ze vergezeld door tante Aaf, opa’s oudere zus. De sfeer is gespannen en oma gedraagt zich nogal kribbig. Opa en zijn zus leggen het Monica uit. Monica’s moeder was een nogal rebelse tiener. Op de leeftijd van Monica begon ze te veranderen. Jelena deed alles stiekem, spijbelde van school en trok op met oudere vrienden. Oma ziet veel van haar kind terug in Monica, is bang dat haar kleindochter dezelfde kant opgaat.

‘Ik denk,’ zegt tante Aaf, ‘dat jouw oma nog heel veel verdriet heeft om Jelena. En dat ze de schuld bij zichzelf zoekt.’ (…)

‘Dat begrijp ik niet,’ zegt Monica.

‘Dat Greet vindt dat Jelena’s energie de oorzaak is van haar dood,’ zegt tante Aaf. ‘En dat het haar niet gelukt is om die energie in te dammen. (…) Jelena was roekeloos. Ze wilde altijd iets van avontuur beleven. Daarom ging ze offpiste skiën.’ (p. 130)

Diezelfde middag fietst Monica naar het strand. Ze realiseert zich dat ze lijkt op haar moeder, maar ze bedenkt dat ze toch ook vooral zichzelf is en dat zij het liefst wil blijven op het eiland waar ze zich verheugt op een ontmoeting met Teun. Het wordt voor deze zomer hun laatste samenzijn. De volgende morgen is hij voor dag en dauw vertrokken, maar Teun laat via zijn vriend Sebas een souvenir (een knuffel van de blauwe vinvis) met een briefje achter dat de deur opent voor een hereniging volgend jaar.


Elin Meijnen (Amsterdam, 1971), studeerde muziek en Nederlands. Ze staat voor de klas en heeft een passie voor jeugdliteratuur. Ze is enorm gedreven en doet er alles aan haar leerlingen aan het lezen te krijgen. In 2021 debuteerde ze als schrijfster met De tweede stem waarvoor ze de Jonge Jury Debuutprijs 2022 ontving. Huisje 13, leestip voor de Jonge Jury 2023, verscheen een jaar later. Daarna volgden nog Vanavond bij de rivier (2024) en De blauwe vinvistemster (2025). Voor een bespreking van Vanavond bij de rivier klik hier.

De blauwe vinvistemster is een echt meidenboek, vooral geschikt voor jongere leerlingen in de onderbouw. Teder en herkenbaar, grappig en gevat maakt Elin de lezer deelgenoot van de belevenissen van de hoofdpersoon op de drempel naar de puberteit.

Eigenlijk gebeurt er in de boeken van Elin Meijnen niet heel erg veel. Dat de schrijfster er evengoed in slaagt de aandacht van de lezer vast te houden zegt iets over haar vakmanschap. Het zijn haar scherpe observaties en de directe manier van vertellen waardoor jongeren beslist worden geraakt. Nergens onnodig problematiserend gaan haar verhalen over echte mensen. Ik ben fan!


Meijnen, E. (2025). De blauwe vinvistemster. Amsterdam: Uitgeverij Leopold. Isbn 978 90 258 8868 8 € 16,99, 181 blz.