In het jaar 1629 maken de bewoners van het katholieke Den Bosch spannende tijden door. Piet Hein (inderdaad, die van ‘zijn naam is klein’) had zojuist met de verovering van de Spaanse Zilvervloot een fortuin voor de Republiek verworven. De gelden kwamen Stedenbedwinger Frederik Hendrik goed van pas in zijn strijd tegen Spanje. Na een intensief beleg slaagden de protestantse geuzen er in de ‘moerasdraak’ te verslaan, zoals ’s-Hertogenbosch toentertijd werd genoemd vanwege haar strategische ligging bij een moerasgebied.
De twee belangrijkste verhaalfiguren Freek en Hella (16 jaar oud) hebben een totaal verschillende achtergrond. Hij is een stedeling uit het noorden (Leiden). Op zoek naar werk sluiten Freek en zijn beste vriend Willem zich aan bij het geuzenleger dat voorbereidingen treft voor de belegering van Den Bosch. Zij is een boerendochter uit Gemonde, een dorp in de directe nabijheid van Den Bosch. De stad valt na een felle strijd, een oorlog die feitelijk alleen verliezers kent. Freek en Hella raken alles kwijt wat hen lief is, hebben niets meer te verliezen. Maar het lot brengt ze samen en in het slot lijkt er weer een toekomst te gloren.
Geschiedenis saai? Helemaal niet! Wie dat roept, moet dit indringende verhaal van Annemarie Bon lezen. Wijlen Thea Beckman en Simone van der Vlugt, de specialisten op het terrein van het historische jeugdverhaal, hebben er een geduchte concurrente bij gekregen. Niets meer te verliezen is een uitstekend geschreven verhaal dat garant staat voor heel wat uurtjes leesplezier. Ongemerkt brengt het de lezer bovendien veel kennis bij over een belangrijke periode in de vaderlandse geschiedenis. Uitstekend gedocumenteerd verhaalt Bon over het beleg van Den Bosch, maar ook over het dagelijks leven van onze voorouders in de zeventiende eeuw.
Een vondst is het wisselend perspectief waarmee het mogelijk wordt dat de lezer zich identificeert met meerdere verhaalfiguren. Dankzij de ruime aandacht die er is voor de gedachten en gevoelens van Freek en Hella komen deze personen los van het papier, gaan ze echt voor je leven. Hun keuzes komen geloofwaardig en voldoende overtuigend over. De lezer voelt hun emoties, leeft intens met hen mee.
Het verhaal is spannend, meeslepend en heeft een (hoopvol) open einde zodat je zelf kunt verzinnen hoe het verder gaat.
Middelbare scholieren mogen hopen dat hun leraar geschiedenis net zo bevlogen, onderhoudend en boeiend weet te vertellen over de Tachtigjarige Oorlog als Annemarie Bon dat doet. En anders moet die docent maar voorlezen uit Niets meer te verliezen. Maar jongeren van veertien jaar en ouder moeten het boek toch vooral zelf lezen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten